Montesquieu Flashcards
1
Q
Wat was de inspiratie voor Montesquieu
A
- Staatsindeling van Engeland
- Engeland had al een soort trias politica met een monarch, parlement en jury.
2
Q
De Perzische Brieven
A
- Roman waarin hij zijn politieke theorie laat zien
- Hierin laat hij twee soorten relativisme zien: feitelijk en moreel
- Perzische brieven gaat om feitelijk relativisme
- Verwerping van despotisme ook belangrijk thema
3
Q
Feitelijk relativisme vs moreel relativisme
A
- Er zijn verschillende morele opvattingen en tradities in verschillende landen/samenlevingen
- Dit kan leiden tot moreel relativisme
- Moreel relativisme is dat er geen absolute morele waarheden zijn
- Hij accepteert feitelijk relativisme, maar hij accepteert geen moreel relativisme omdat niet alles zomaar moreel kan, hij verwerpt despotisme (alle macht in de handen van een entiteit).
4
Q
Despotisme voor Montesquieu
A
- Stelt dat despoot geen erkenning kan krijgen
- Erkenning kan niet afgedwongen worden, anders is het niks waard
- Baseert hij op de vergelijking tussen de despoot, vrouwen en slaven.
- Net zoals de onderdrukking van vrouwen en slaven, onderdrukt de despoot zijn burgers, waardoor ze hem haten, terwijl hij denkt dat ze hem liefhebben, wat maakt dat de onderdrukte burgers niet tevreden zijn, maar de despoot eigenlijk ook, omdat hij niet de erkenning krijgt die hij zou willen krijgen.
5
Q
Montesquieu als denker
A
- Verlichtingsdenker
- Beschrijvende wetenschapper
- Normatieve wetenschapper
6
Q
Montesquieu als beschrijvende (sociale) wetenschapper
A
- Wil factoren beschrijven die de aanleiding geven tot het ontstaan van de wetten in een land
- Verwerpt hiermee het idee dat grote historische gebeurtenissen toeval zijn –> wetmatige factoren
- L’esprit = de factoren die meewerken aan het ontstaan van wetten in een land (klimaat, religie, staatsvorm, gewoonten etc.)
- Wetten zijn gevolgen van l’esprit, de wetten hebben vervolgens invloed op l’esprit = circulair
7
Q
Montesquieu als normatief wetenschappen
A
- Pleit hier voor een constitutionele monarchie als ideale staatsvorm
- Hij is contextualist, dus ziet wel dat in andere landen/omstandigheden een andere staatsvorm beter kan zijn
8
Q
Normatieve en descriptieve wetten
A
- Normatief slaat op de wetten van een land die afgekondigd zijn door een politieke entiteit en ook hierdoor worden gehandhaafd
- Descriptieve wetten zijn wetmatigheden, de relatie tussen l’esprit en de normatieve wetten van een land
9
Q
Verschillende staatsvormen volgens Montesquieu
A
- Republiek - democratie
- Republiek - aristocratie
- Constitutionele monarchie
- Despotisme
10
Q
Overheid en politiek principe democratische republiek en aristocratische republiek
A
- Directe democratie en politieke deugd
- Indirecte (vertegenwoordigende) democratie en gematigdheid
- De republiek is een kleine staat, waar geen luxe is.
- Hierdoor is het eigenbelang ondergeschikt aan het algemene belang. Onderwijs is hier belangrijk voor deugd, waarbij algemeen belang en bereidheid centraal staat.
- Bij aristocratische republiek gematigdheid belangrijk, omdat er een kleine groep is met macht en er moet voorkomen worden dat het volk wordt onderdrukt.
- Klein, maar groter dan de democratische.
11
Q
Overheid en politiek principe constitutionele monarchie
A
- Monarch beperkt door machtenscheiding en eer
- Feodalisme en loyaliteit centraal, met sociale en politieke hierarchie door standen.
- Luxe wordt aangemoedigd om het systeem van standen in stand te houden.
- Onderwijs moet verzekeren en cultiveren dat mensen zich gedragen naar hun stand
- Macht wordt gecontroleerd/beperkt door fundamentele wetten voor koning en volk.
- Tussenliggende machten dmv adviserende functies, hierdoor geen despotisme
- Principe van eer voor besef van eigen stand, hierdoor zullen ze zich gedragen zoals de stand van zich verlangt
- Eigen belang, maar geheel van standen zorgt voor stabiliteit. Houdt elkaar in evenwicht omdat eigen belangen elkaar opheffen.
12
Q
Overheid en politiek principe despotisme
A
- Een persoon heerst, angst.
- Absolute macht
- Absolute ongelijkheid
- Leider heerst naar willekeur
- Onderwijs gebaseerd op in stand houden onwetendheid
- Heerst alsof het volk slaven zijn
- Niet veel wetten nodig want heerser eist alles op.
13
Q
Hoe voorkomen despotisme
A
- Scheiding der machten
- Niet een iemand die de macht heeft
- Noodzaak omdat mensen neiging hebben van machtsmisbruik → menselijke natuur
14
Q
Tirannie vs despotisme
A
- Onderscheid is dat een despoot een verlicht despoot kan zijn
- Verlicht despoot heeft alle macht in handen maar brengt het ten goede aan, regeert in het algemene belang.
- Tiran is een despoot die zijn macht misbruikt om er zelf beter van te worden
- Montesquieu maakt hier geen onderscheid tussen
- Hobbes ziet verlicht despoot als een ideaal, Montesquieu zegt dat dit uiteindelijk zal leden tot een tirannie
15
Q
Waarom geen trias politica in republiek?
A
Iedereen regeert over zichzelf en is deugdzaam.