Mill Flashcards

1
Q

Individu moet beschermd worden tegen de samenleving en de overheid, daarom moet een individu 2 sferen hebben:

A

The self-regarding sphere (gebied van activiteit dat alleen aan het individu toebehoort. In dit gebied moet het individu vrij zijn van dwangmatige tussenkomst door andere personen).

The other-regarding sphere (deel van het leven dat toebehoort aan de samenleving. In dit gebied mag er wel dwan uitgeoefend worden zodat het individu voldoet aan een bepaalde standaard van gedrag).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 vrijheden om de 2 sferen kracht bij te zetten

A
  1. Vrijheid van geweten.
  2. Vrijheid om te leven zoals men wil.
  3. Vrijheid van vereniging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Enlargement

A

Na zijn emotionele dieptepunt maakte hij kennis met zijn gevoelens. Dit noemt hij zijn enlargement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Utilisme/utilitarisme (Bentham):

A

De juistheid van het menselijke handelen/beleid wordt gemeten aan de gevolgen ervan, in het bijzonder aan de mate waarin het bijdraagt aan de totstandbrenging van het grootste geluk voor het grootst mogelijk aantal mensen. Handelingen moeten moreel gewaardeerd worden op de effecten die de handeling teweegbrengt, gevolgen worden gemeten in de hoeveelheid pijn/plezier.

Is een vorm van consequentialisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consequentialisme

A

Goed handelen is handelen dat positieve consequenties heeft, slecht handelen is handelen dat negatieve consequenties heeft. Consequenties moeten gemeten worden in termen van geluk of pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gelukscalculus (Bentham):

A

Geluk is calculeerbaar/kwantificeerbaar. Dimensies gelukscalculus: intensiteit van geluk, duur van geluk, zekerheid van geluk en nabijheid van geluk (nu of over langere tijd).
Alle geluk is hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mills utilisme:

A

Geluk is niet te kwantificeren. Er zijn verschillen in de kwaliteit van geluk. Er zijn hogere (menselijke rede, creativiteit, etc.) en lagere (dierlijke) vormen van geluk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Einde van de individualiteit

A

Door industrialisering verschuift de samenleving naar een meer horizontale samenleving. Dit leidt tot uniformiteit. Mensen durven niet meer af te wijken van wat normaal is. De sociale wil om normaal te doen is gevaarlijk voor vrijheid: zal leiden tot sociale onderdrukking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vrijheidsbeginsel/schadebeginsel

A

Negatieve vrijheidssfeer: iedereen is vrij om te doen wat ze willen. De enige reden om in te grijpen in de vrijheid van een persoon is wanneer die persoon schade doet aan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sanctionering

A

Kan via de staat, maar ook via publieke opinie.
Niet alles kan in de wet vastgelegd worden, dan wordt ‘ie te uitgebreid en gaat ‘ie vrijheid beperken. Publieke opinie kan vaker gebruikt worden: als iemand iets doet wat anderen in gevaar kan brengen, dan is het aan de samenleving om in te grijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom het moreel gezien niet logisch hoeft te zijn dat je niet zo moet handelen dat je anderen beschadigd:

A
  1. Men heeft de neiging om vrijheid op te eisen voor zichzelf, maar van anderen te verwachten dat die niks doen wat hun fundamentele waarden ter discussie stelt.
  2. Als je naar de geschiedenis kijkt, hoef je niet ver te zoeken om vormen van ingrijpen in de vrijheden van mensen tegen te komen die niks te maken hebben gehad met schade aan mensen (vervolgingen om religie bv).
  3. Zelfs onze overheid heeft wetten geïnstitutionaliseerd die niks te maken hebben met mensen beschermen tegen anderen. Die gaan over mensen tegen zichzelf beschermen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mill en paternalisme

A

Mill vindt dat dat bijna nooit legitiem kan zijn, behalve als er een gebrek aan informatie is die schade kan berokkenen, dan mag je informeren en eindigt het paternalisme. Andere uitzondering: kinderen en ‘barbaarse volkeren’. Er moet een bepaalde vorm van ontwikkeling en beschaving zijn, en dan moet het paternalisme stoppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vrijheid van meningsuiting

A

Mill is voorstander van een bijna volledige vrijheid van meningsuiting, alleen als het echt schade oplevert, mag het niet. Er moet een strijd tussen opvattingen zijn, dan komen de beste naar boven en kunnen we als samenleving door. Onwaarheden hoeven dus niet onderdrukt te worden. Tegenwerpingen zijn op alles toegestaan, het is goed om theorieën te testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beperkingen aan vrijheid van meningsuiting

A
  1. Fraude/je niet houden aan afspraken/contractbreuk.
  2. Sommige uitingen kunnen in een bepaalde context gevaarlijk zijn, want die kunnen leiden tot schade.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schade

A

Is schade aan belangen, niet likings en dislikings of irritaties, beledigingen en offense. Voorbeelden schade: moord, gewelddadige overval, verkrachting, diefstal, etc.
Kan ook schending van belangen zijn die als rechten van anderen begrepen kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom leidt vrijheid tot utiliteit/geluk?

A
  1. Mensen weten meestal zelf beter wat hen gelukkig maakt dan anderen.
  2. Leidt tot een betere ontwikkeling van de capaciteit tot beoordelen en kiezen.
  3. Leidt tot individuele en sociale vooruitgang. Mensen gaan experimenteren, daardoor weten we wat wel en niet werkt.
17
Q

Mill en vrouwen

A

Vrouwen zouden niet onderworpen moeten worden. Dit laat namelijk de helft van de talenten in de samenleving liggen en we weten niet eens welke talenten ze hebben, want ze krijgen niet de mogelijkheden om zich te ontwikkelen.
Maar de belangrijkste taak van de vrouw is het huishouden en de familie. Ze mag wel een opleiding doen of werken, tenzij het huishouden of de familie eronder lijdt, dan mag dit niet.

18
Q

Kritiek op Mills mening over vrouwen

A

Vrouwen moeten zich gaan bewijzen in een wereld die gebaseerd is op mannelijke standaarden. Ze moeten dingen opleveren voor de samenleving en mannen mogen dan bepalen of die dingen waardevol zijn of niet en wat die waarde dan is. Ze moeten eigenlijk gewoon mannen worden.