röntgen begrippen Flashcards
alles kennen en kunnen uitleggen
opwekken van röntgen straling
Röntgen straling is een vorm van elektromagnetische straling en valt dus op het zelfde spectrum als licht, infra rood en UV-licht en bevat meer energie dan zichtbaar ligt.
Röntgenstraling wordt opgewekt in een glazen buis met een vacuüm er in.
Een negatief geladen kathode wordt verwarmd waardoor er elektronen vrijkomen die worden afgestoten door de kathode
Deze elektronen worden op de positief geladen anode gevuurd. Deze komen in botsing en 99% van de energie wordt opgezet in warmte en 1% in röntgen straling. Doordat er zoveel warmte wordt geproduceerd moet de anode rond draaien zodat er niet doorheen wordt gebrand.
componenten van de röntgenbron
Anode positief, Kathode negatief, röntgen buis (spanning en stroom)
karakteristieke straling
Dit ontstaat wanneer een elektron een ander elektron uit zijn baan om een atoom botst. Hierbij ontstaat een gat waar een ander elektron in valt waarbij veel energie vrijkomt en uit in röntgenstraling. Het opvullen van de gaten en de energie die daarbij vrijkomt is karakteristiek voor het metaal.
REMstraling
is het afremmen van de elektronen in die anode, hierbij wordt energie verloren van het elektron maar dit uit zich dan in röntgenstraling. de afremming ontstaat door de afbuiging van een elektron zodra deze langs de nucleus komt van een atoom.
Röntgenspectrum, invloed van kVp en mAs
hoe hoger het mAs getal hoe meer röntgen straling. Dit is een lineair verband. Als mAs verdubbeld dan verdubbeld ook de hoeveelheid röntgenstraling
bij hogere kVp krijg je hoger energetische elektronen, hier bij verhoog je alleen de kwaliteit en niet alleen de kwantiteit.
Focal spot size
De anode draait rond vanwege het warmte proces.
Het metaal moet je koelen en door het draaien wordt de warmte meer verdeeld.
De plek waar de elektronen botsen en de warmte wordt geproduceerd noem je de focal spot
Het liefst gebruik je een grote focal spot size zodat meer warmte verspreid wordt en je meer röntgen kan opwekken voordat de anode kapot is maar dan krijg je een lagere spatiële resolutie (beeld wordt waziger).
Heel effect
De plek waar de elektronen op de anode invallen staat onder een hoek.
Dit zorgt ervoor dat de weg die een elektron aflegt door de anode niet voor elke gelijk is.
De weg aan de kathode kant is korter en zorgt ervoor dat de intensiteit van de straling groter is want deze hoeft een kortere weg af te leggen door de kathode dan de straling aan de anode kant (zie plaatje in hc 1.2)
photoelectrische verzwakking
attenuation = verzwakking
Als röntgen straling het menselijke lichaam binnenkomt en met een atoom in het weefsel botst dan kan er een elektron weggestoten worden.
Hierbij ontstaat ook een gat die opgevuld wordt door een ander elektron en daar komt ook karakteristieke straling bij vrij.
compton scattering
Bij compton scattering wordt de röntgen straling niet geabsorbeerd maar van richting verandert.
Dit is een verstrooid signaal en kan niet op gevangen worden door de detector.
Bij veel compton scattering zal er verzwakking van het signaal optreden.
lineaire verzwakkingscoëfficiënt
photoelectrische verzwakking en compton scattering bepalen samen het lineaire verzwakkingscoëfficiënt van menselijk weefsel.
hier is een formule van opgesteld en houd in:
- de hoeveelheid straling dat uit het lichaam komt is afhankelijk van
- de hoeveelheid originele straling
- de dikte van het weefsel
- halveringscoëfficiënt van het weefsel
Een röntgenfoto laat eigenlijk zien hoeveel verschil er zit tussen de originele straling en hoeveel de detector heeft opgevangen. Daarom zie je bot heel goed want deze heeft een hoger halveringscoëfficiënt en daarom zit er een groter verschil tussen de originele straling en de doorgelaten straling.
compton scattering wordt bijna niet beïnvloed door de enegrie van straling
Photoelectrisch effect wel want hoe hoger de energie van de elektronen en dus röntgenstraling hoe minder verzwakking van de energie van de straling. Dus hoe makkelijker de straling er doorheen komt.
Het fotoelectrisch effect is ook meer aanwezig bij weefsels met een hogere halveringsdikte.
collimator
Je wilt alleen de straling geven aan het deel van de patiënt dat je wilt afbeelden. Daar waar de detector onder ligt. De collimator zit dicht bij de bron en blokkeert straling. Je doet de collimator zo open dat de straling die er uit komt precies op de patiënt neerkomt daar waar je wilt afbeelden. Dit beperkt de stralingsbelasting.
scatter
verstrooide straling verpest het beeld dat je maakt van de patiënt. doordat deze strooistraling op je detector komt vanuit verschillende hoeken, niet in een rechte lijn, levert dit een andere intensiteit op en zorgt voor ruis op je afbeelding. je wilt alleen straling in een rechte lijn afbeelden.
anti-scatter grid
De anti scatterd grid beperkt het effect van strooistraling. alleen straling dat in het verlengde ligt van de bron en de detector valt tussen de loden lamellen en wordt op het detector gedetecteerd en wordt afgebeeld.
contrastmiddelen
contrast middelen zijn stoffen die ingebracht kunnen worden in het lichaam om bepaalde weke delen zoals bloedvaten en darmstelsel beter inbeeld te kunnen brengen. Contrastmiddelen zijn stoffen met een hogere atoom nummer en kunnen straling sterker doen afzwakken dan de wekedelen er om heen. op de afbeelding zul je dan het contrast middel en dus het bloedvat of darmstelsel beter zien.
buckyfactor