MRI Flashcards
magnetisch moment
precessing
Larmor frequentie
RF pulse
Radio frequency roteert de magnetisatie, met een RF-pulse in longitudinale richting gaat het magnetisatie naar het transversale vlak.
RF coil
Zendt RF-pulse uit
T1 en T2 relaxatie
Het verlies van magnetisatie in het transversale vlak heet T2 relaxatie en protonen wijzen dus een andere kant op.
T1 vertelt iets over hoe snel staan de spins (protonen) weer in de z-as richting (longitudinale) staan.
T1 is altijd langer dan T2, want de protonen staan weer in het longitudinale vlak wanneer de magnetisatie op is in het transversale vlak.
wanneer T2 klaar is staan de protonen nog in het transversale vlak alleen wijzen ze een andere kant op.
Repetitietijd
tijd tussen twee excitatie pulsen, T1 2 keer 90 pulse en de tijd er tussen heet de repetitietijd.
Als je T1 gewogen contrast wilt moet je geen lange repetitietijd doen want anders zie je weinig verschil dus juist korter is beter.
T2 moet je ergens in het midden zodat een deel al uit fase is en een ander deel nog niet. Je maakt bij T2 meer gebruik van de echotijd
echotijd
Echo-tijd is de tijd die het kost na een RF-pulse voordat alle protonen een andere kant op wijzen in het transversale vlak t.g.v. snelheidsverschillen en er dus geen signaal meer opgewekt wordt.
je kan kiezen wanneer je een meting doet dus eigenlijk kan je bepalen hoe lang je de echotijd wilt hebben of beter gezegd hoe lang je de protonen de kans geeft om uit te spreiden
Erg belangrijk bij het maken van een T2 gewogen beeld. Je wilt ook zo minmogelijk storing van T1 dus dan kies je een langere repetitietijd.
Slice section
fMRI
functional MRI (BOLD)
Alleen verandering in hersenactiviteit kan worden gemeten
Hersenactiviteit te lokaliseren, bij activiteit meer zuurstof nodig dus meer doorbloeding
Verbruik van zuurstof zorgt voor lokale magneetveld verstoring dat gedetecteerd kan worden.
verloop:
- basisrusttoestand, verhouding zuurstof rijk en arm Hb aanwezig
- begin neuronale activiteit, zuurstof verbruik meer zuurstof arm Hb aanwezig
- geactiveerde toestand, doorbloeding neemt toe meer dan het zuurstof verbruik dus meer zuurstof rijk aanwezig dan arm Hb
- Klinisch plannen van operaties in de hersenen
- epilepsie, hersentumor, radiotherapie, nabehandeling (aanslaan van behandeling bepalen)
- Research
DCE-MRI
DWI-MRI
Diffusion weighted imaging
Brownian motion: water beweging tussen en in cellen
hoe makkelijk kan het water vrij bewegen
Je geeft water moleculen gradiënt als ze niet bewegen wordt die fase gelijk hersteld maar als ze bewogen hebben gebeurt dat niet.
Als er veel cellen dicht op elkaar zitten kunnen de watermoleculen niet makkelijk vrij bewegen. in een Tumor is er een hoge cel dichtheid en dus restrictie in beweging.
aan de hand van de plaatjes wordt de ADC Apparant diffusion coefficient. Bij een tumor is er een lage ADC
DSC-MRI
Dynamic sesceptibility contrast MRI
Doorbloeding en doorlaatbaarheid van vaten
Passage van contrastmiddel leidt tot signaal-afname, T2 wordt verkort
Signaalcurves moeten vertaald worden naar een fysiologisch plaatje. De oppervlakte onder de curve is gelijk aan het volume dat voorbij is gekomen en de snelheid waarmee het volume langs is gekomen wordt ook bepaald.
- in de zorg veel toegepast
- Epilepsie, dementie, beroerte of bedoeling, carotisstenose
- bijna geen research want je wilt geen gezonde mensen zomaar contrastmiddel toe dienen
ASL
Arterial spin labeling
hersen-doorbloeding meten
handig voor mensen die allergisch zijn voor contrastmiddel, niet-invasief en herhaalbaar
Hierbij gebruik je het bloed als contrastmiddel door het bloed magnetisch te maken. je kijkt vervolgens daarna hoe het door de hersenen stroomt
Je doet dan ook nog een controle maken zonder contrast zodat je de beelden daarna van elkaar af kan trekken en alleen de flow van het bloed overblijft.
Transporttijd van label versus verval van label. label is al in 1.5 sec gehalveerd, transport duurt 3s
- Klinisch nog niet echt gebruikt
- epilepsie, dementie, beroerte of bloeding, carotisstenose, vasculitis, hersentumor, Hoofdletsel
- research, veel onderzoek en ontwikkeling
Wat kan MRI bieden?
- inzicht in anatomie (MRI)
- afbeelden van ziekte/pathologie (MRI)
- Lokaliseren van hersenactiviteit (fMRI)
- afbeelden van wittestof banen (connectiviteit) (DTI)
- Meten van doorbloeding (metabole toestand) (ASL)
- Meten van microstructuur, bv diamter axonen (DTI)