psychische stoornissen bij zedendelinquenten (Van Marle) Flashcards

1
Q

Hoe wordt seksueel gedrag beschouwd in gedragskundige termen en wanneer wordt het als strafbaar beschouwd?

A

Geleidelijke overgang tussen normaal en abnormaal, met variabiliteit tussen culturen en contexten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer wordt seksueel gedrag als strafbaar beschouwd?

A

Wanneer iemand zijn seksuele behoeften tegen de wil van anderen opdringt en slachtoffers maakt, resulterend in een zedendelict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt het fenomeen van ego-dystone abnormale gedachten over seksuele handelingen beschreven?

A

Verwijzen naar ongewenste en stressvolle gedachten die als niet in overeenstemming worden ervaren met iemands eigen zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt hyperseksualiteit beïnvloed door cultuur en context?

A
  • Atijd afhankelijk van cultuur en context, bepaald door maatschappelijke normen en partnerrelaties
  • Wat als hyperseksueel wordt beschouwd, kan variëren tussen verschillende samenlevingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer wordt seksuele beleving beschouwd als ziekelijke seksuele beleving (pathologie)?

A

Wanneer het het dagelijks leven belemmert of wanneer iemand er aanzienlijk onder lijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn parafilieën en hoe zijn ze gerelateerd aan seksuele misdaden?

A

Parafilieën zijn seksuele stoornissen die niet per se leiden tot seksuele misdaden, maar wel gepaard gaan met een sterke drang of dwang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe manifesteert de drang bij parafilieën en leidt dit altijd tot misdaden?

A
  • Vaak fantasieën die niet noodzakelijk tot misdaden leiden, omdat de fantasie of emotie op zichzelf bevredigend kan zijn
  • Specifiek in de manier waarop deze wordt uitgedrukt en vorm krijgt
  • Leidt niet altijd tot misdaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee hoofdcategorieën van parafilieën, en waarin verschillen ze met betrekking tot fysiek contact tussen de pleger en het slachtoffer?

A
  • Hands-off delicten, waarbij geen fysiek contact plaatsvindt tussen de pleger en het slachtoffer
  • Hands-on delicten, waarbij wel fysiek contact optreedt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het essentiële onderscheid tussen drangmatig seksueel gedrag en dwangmatig seksueel gedrag?

A
  • Bij drangmatig seksueel gedrag is er ook een gebrek aan zelfbeheersing, wat leidt tot impulsief gedrag
  • Bij dwangmatig gedrag komt dit voort uit een obsessief-compulsieve stoornis, gekenmerkt door dwangmatigheid, angstreductie na de handeling en een gevoel van vervreemding van zichzelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke persoonlijkheidsstoornissen wordt een stoornis in de impulscontrole vaak geassocieerd?

A

Persoonlijkheidsstoornissen, vooral de antisociale persoonlijkheidsstoornis of borderline persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kenmerkt individuen met persoonlijkheidsstoornissen in relatie tot impulscontrole?

A

Vertonen over het algemeen snelle prikkelbaarheid, gebrekkige impulscontrole en verstoorde relaties, waarbij de regulatie van zowel agressie als seksualiteit tekortschiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk percentage van pedofiele seksuele delinquenten bleek een persoonlijkheidsstoornis te hebben?

A

53% van hen een persoonlijkheidsstoornis te hebben, waarbij angstige en vermijdende trekken de grootste groep vormden (Cluster C van de DSM-IV), gevolgd door de emotionele en extraverte groep (Cluster B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar verwijst psychopathie naar?

A

Individuen die hoog scoren op de psychopathie checklist, meting van factoren zoals oppervlakkige en kille emoties, manipulatief gedrag en antisociaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk type delict komt vaak voor bij zwakbegaafde seksuele delinquenten?

A

Aanranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn enkele kenmerken van zwakbegaafde seksuele delinquenten?

A
  • Vaak verlegen, seksueel onervaren en impulsief
  • Vertonen vaak sociale incompetentie, wat betekent dat ze moeite hebben om contact te leggen met leeftijdsgenoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zoeken zwakbegaafde seksuele delinquenten toenadering tot bepaalde personen?

A

Door hun sociale incompetentie zoeken zwakbegaafde seksuele delinquenten toenadering tot personen die minder weerbaar zijn, met name kinderen

17
Q

Wat kan optreden bij dementie en welke invloed heeft dit op seksueel gedrag?

A
  • Bij dementie kan decorumverlies optreden, wat resulteert in verhoogde ontremming en toegeven aan seksuele fantasieën en impulsen
  • Deze ontremmingsverschijnselen zijn voornamelijk te wijten aan de dementie zelf, en er kan dan niet gesproken worden van opzettelijke seksuele delicten
18
Q

Welk type medicatie wordt vaak gebruikt voor de behandeling van dwangmatige aspecten van seksuele fantasieën?

A

Moderne antidepressiva, zoals SSRIs (selectieve serotonineheropnameremmers)

19
Q

Wat kan antipsychotische medicatie bereiken bij psychiatrische patiënten met seksuele gedachten als gevolg van psychose?

A
  • Psychose verminderen
  • Seksuele gedachten doen vervagen
20
Q

Wat is de aanpak voor impulscontrolestoornissen bij persoonlijkheidsstoornissen en zwakbegaafdheid?

A

Symptoombestrijding met medicatie primair, met de mogelijkheid van toevoeging van psycho-educatieve of psychotherapeutische aanpak zodra impulsdoorbraken beter onder controle zijn

21
Q

Wat zijn enkele mogelijke factoren die vaak leiden tot delicten?

A

Aspecifieke factoren zoals impulsiviteit, waarden, normen, of contactstoornissen