college 8: psychische stoornis in het strafrecht en de rol van toerekeningsvatbaarheid 
 Flashcards

1
Q

Waanneer wordt er in strafrecht gekeken naar stoornissen?

A
  • Zijn er redenen voor schorsing in de vervolging (art. 16 Sv)?
  • Zijn er redenen voor ontoerekeningsvatbaarheid (art. 39 Sr)?
  • Is er zorg / executie straf of maatregel (bijv. detentieongeschiktheid)?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de beoordeling van de strafrechter (art. 350 Sv)?

A
  • Bewijsvraag
  • Kwalificatievraag
  • Strafuitsluitingsgronden
  • Straf en/of maatregel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn stoornissen waar bewijs bij te pas komt?

A
  • Opzet of voorbedachte rade
  • Overtuiging bij wettig bewijs
  • Voorbereidingshandelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een gebrekkige ontwikkeling?

A

Aangeboren afwijkingen of in jeugd opgelopen gebreken die psychische ontwikkeling meer structureel hebben verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ziekelijke stoornis?

A

Verstoringen die tijdens het leven van een pychisch ‘gezond’ persoon zijn opgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet de forensisch gedragskundige niet?

A
  • Meten van wilsvrijheid
  • Gevaarstaxaties in algemene zin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de vraagstelling van Pro Justitia rapportage?

A
  • Is er sprake van een psychische stoornis?
  • Was stoornis aanwezig tijdens het tenlastegelegde?
  • Is sprake van een causaal verband?
  • Advies omtrent (mate van) toerekeningsvatbaarheid?
  • Gevaarstaxatie vanuit pathologie?
  • Advies?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn juridische uitgangspunten?

A
  • Toerekeningsvatbaarheid is strafrechtelijk uitgangspunt, en hoeft niet te worden aangetoond
  • Relationeel begrip over verband stoornis/ delict, geen statische, empirisch meetbare eigenschap van de dader.
  • Geen reconstructie van de werkelijkheid (rechter beoordeelt feiten!)
  • Stoornis voldoende substantieel en niet verwijtbaar aan de verdachte; strafrechtelijk relevante keuzemomenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is volledig toerekeningsvatbaar?

A
  • Geen stoornis
  • Wel stoornis, geen gedragsmatige beperkingen bij het tenlastegelegde
  • Onvoldoende informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is volledig ontoerekeningsvatbaar?

A
  • Rechtstreeks verband
  • Geen realiteitscorrectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is enigszins verminderd toerekeningsvatbaar?

A
  • Beperkte stoornis
  • Zwak verband
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is verminderd toerekeningsvatbaar?

A
  • Ernstige stoornis
  • Aanzienlijk verband
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is sterk verminderd toerekeningsvatbaar?

A
  • Versterkt effect meerdere stoornissen
  • Psychotische stoornis, geen aantoonbaar psychotisch motief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is gevaarstaxatie?

A
  • Individueel onderbouwde verwachting ten aanzien van toekomstig handelen
  • In het licht van eerder handelen, voor zover dit voortkomt uit een psychische stoornis,
  • Die niet verwijtbaar tot stand is gekomen
  • En substantieel doorwerkt in het tenlastegelegde, indien bewezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly