college 3: risicotaxatie en testdiagnostiek Flashcards
Hoe wordt ontoerekenbaarheid vastgesteld (art. 39 Sr)?
De rechter bepaalt over sprake is van deze schulduitsluitingsgrond met behulp van een rechtskundige rapportage van een psycholoog of psychiater
Wat is het verschil tussen een diagnostisch proces klinische praktijk en een diagnotisch proces pro Justitia?
- Bij pro justitia doe je onderzoek voor justitie
- Bij klinische praktijk doe je onderzoek voor de cliënt
Wat is de route van het diagnostisch proces klinische praktijk?
Aanmelding → klachten intentariseren → hulpvraag vaststellen → probleem onderkenning (→ onderzoek → probleem verklaring → probleem onderkenning) → diagnose → plan van aanpak → adviesgesprek → behandeling.
Wat is de standaardvraagstelling rapportage pro Justitia (gesimplificeerd)?
- Diagnose?
- Doorwerking?
- Toerekenbaarheid?
- Recidiverisico?
- Advies
Door wie wordt de standaardvraagstelling rapportage pro Justitia beantwoord?
Psycholoog en/of psychiater.
Wat is de standaardvraagstelling onderzoek pro Justitia (volledig)?
- Als betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen van de onderzoeker geeft die weigering aanleiding?
- Is onderzochte lijdende aan een psychische stoornis, verstandelijke handicap en/of psychogeriatrische aandoening en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? → diagnose.
- Hoe was dit ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde? → gelijktijdigheidsverband.
- Beïnvloedde de eventuele psychische stoornis, verstandelijke handicap en/of psychogeriatrische aandoening onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde? → doorwerking: ja of nee.
- Zo ja, kunt u dan gemotiveerd aangeven:
a. op welke manier dat gebeurde, → beschrijving doorwerking.
b. of dit leidt tot het advies om het ten laste gelegde in een verminderde mate dan wel in het geheel niet toe te rekenen, en → advies toerekenbaarheid.
c. indien geadviseerd wordt om in een verminderde mate toe te rekenen, preciseer dit gedragskundig. - → risicotaxatie:
a. Welke verwachting heeft u, gelet op de hiervoor beschreven stoornis, ten aanzien van het risico op recidive?
b. Welke beschermende functies in de persoonlijkheid of functioneren dienen hierbij in overweging te worden genomen?
c. Welke contextuele, situatieve of andere condities dienen hierbij in overweging te worden genomen?
d. Is er iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? - Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid en/of ontwikkeling van de onderzochte die aanleiding geven om het minderjarigenstrafrecht toe te passen? (indien de onderzochte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde de leeftijd van 23 jaar nog niet had bereikt) → minderjarigenstrafrecht.
a. Zo ja: volg de jeugdvraagstelling - → advies voor interventies.
a. Welke aanbevelingen van gedragsdeskundige en van andere aard zijn te doen voor interventies die het eventuele recidivegevaar kunnen beperken?
b. Binnen welk(e) juridisch(e) kader(s) zouden deze gerealiseerd kunnen worden?
Hoe gebeurt onderzoek van diagnotisch proces psychologisch onderzoek pro Justitia?
Praten met de persoon en zijn omgeving, bijv. ook eigen psycholoog of psychiater.
Wat is de positie testonderzoek?
- Verantwoording onderzoek en onderzoeksopzet.
- Relevante informatie uit de gerechtelijke stukken.
- Medewerking aan het onderzoek.
- Informatie uit andere bron.
- Biografische anamnese.
- Gezondheids- en verslavingsanamnese.
- Houding ten opzichte van het ten laste gelegde.
- Klinisch-psychologisch onderzoek.
- Testpsychologisch onderzoek
- Differentiaal diagnostische overwegingen.
- Forensisch psychologische beschouwing.
- Beantwoording van de vraagstelling.
Wat is differentiaal diagnostische overwegingen?
“Je baseert de beschrijvingen diagnose op alle in het rapport geraadpleegde en onderzochte bronnen.”
Wat is cross-validatie?
Je moet alles in samenhang bekijken. Je doet dit per symptoon en samen is dit de diagnose.
Wat zijn de vijf doelen van testdiagnostiek binnen de pro Justitia?
Komen veelal met elkaar overeen en neer op cross-validatie:
- Het objectiveren van persoonskenmerken ter beantwoording van de vraag naar de persoon van de verdachte.
- Het mede onderbouwen van pathologie ter beantwoording van de vraag naar het bestaan van een psychische stoornis, verstandelijke handicap en/of psychogeriatrische aandoening.
- Het aanvullen en toetsen van klinische indrukken en collaterale informatie en zicht krijgen op onderliggende dynamiek.
- Het in kaart brengen van discrepanties tussen wat de betrokkene vertelt en wat met testpsychologisch onderzoek objectiveerbaar is.
- Het bijdragen aan de onderbouwing van de andere forensisch relevante vragen, zoals het verband tussen persoon en ten laste gelegde en de zorg- en risicoprognose.
Wat is een psychologische test?
- Stevige theoretische basis, dus op wetenschappelijke theorie gebaseerde test.
- Betrouwbaarheid, dus een bepaald getal of uitslag moet veel mensen dichtbij de theoretische ware score.
- Validiteit, dus meet je wat je wilt meten?
Normen, je neemt een representatieve en recente groep en dan blijkt uit dat onderzoek wat voor normgroepen je moet maken.
Op welke punten beoordeelt Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) psychologische testen?
- Testconstructie
- Kwaliteit testmateriaal
- Kwaliteit van de handleiding
- Normen
- Betrouwbaarheid
- Begripsvaliditeit
- Criteriumvaliditeit
Welke psychologische soorten tests zijn er?
- Zelfrapportage
- Prestatietaken
- Beoordeling, observatie en interpretatie → risicotaxtatie
- Projectieve tests → vaak weinig structuur en geen goed of fout
- Symptoomvaliditeitstests / malingering, bijv. onderpresteren, danwel bewust of express slechter presteert dan je eigenlijk bent
Wat is samenstellen testbatterij en testomstandigheden?
- Alleen relevante tests, niet “zoveel mogelijk meenemen”
- Zoveel mogelijk verschillende soorten testen, bijv. vragenlijsten, interviews, iets pro-actiefs
- Bij voorkeur meer dan één test per domein, omdat je anders dan niet kunt cross-valideren met de tests in dat domein
- Extra kritisch op betrouwbaarheid, validiteit en normen
- Let op faking bad, faking good.
- Overige relevante factoren meewegen (bijv. beperkingen)