college 1: introductie in de forensische gedragskunde Flashcards

1
Q

Wat zijn de vereisten voor tbs?

A
  • Rapport opgemaakt door psycholoog
  • Gevaarrisco
  • Stoornis ten tijde van het plegen van het delict
  • Misdrijf met minimale ernst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen waan en hallucinatie?

A
  • Waan is een idee
  • Hallucinatie is een zintuigelijke waarneming zonder inhoudelijke input, dit kan plaatsvinden in alle mogelijke zintuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van welke vijf of meer symptonen moet er sprake zijn om te spreken van een stoornis?

A
  • Depressieve stemming
  • Duidelijke vermindering van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten
  • Duidelijke gewichtsvermindering
  • Insomnia of hypersomnia
  • Psychomotorische agratie of remming
  • Moeheid of verlies van energie
  • Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens
  • Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid
  • Terugkerende gedachte aan dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat maakt iets een psychiatrische stoornis?

A
  • Syndroom
  • Klinisch significante symptomen betreffende cognitieve functies, emotieregulatie en gedrag
  • Uiting van disfunctie in psychologische, biologische en ontwikkelingsproccessen gebaseerd op psychische functioneren
  • Gepaard met significante lijdensdruk en/of beperkingen in functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat maakt iets geen psychiatrische stoornis?

A
  • Reactie op veelvoorkomende stressor of verlies de te verwachten valt en cultureel wordt geaccepteerd
  • Sociaal deviant gedrag en conflicten die zich vooral afspelen tussen individu en maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is co-morbiditeit?

A

Meerdere stoornissen tegelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly