college 2: wat is een psychische stoornis? Flashcards

1
Q

Wat is de prevalentie van psychische stoornissen?

A

Prevalantie gaat over het hele leven. 48% van de Nederlandse volwassenen heeft ooit in het leven een psychische aandoening gehad:
- 29% angststoornissen
- 28% stemmingsstoornissen
- 17% middelenstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de incidentie van psychische stoornissen?

A

Incidentie gaat over een bepaalde tijdsperiode. 26% van de Nederlandse volwassenen heeft in de afgelopen 12 maanden een psychische aandoening gehad:
- 15% angststoornissen
- 10% stemmingsstoornissen
- 7% middelenstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe veranderen gevoelens en kwetsbaarheden tijdens verschillende levensfasen?

A
  • Levensfases brengen verschillende gevoelens en kwetsbaarheden met zich mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de prevalentie van psychische aandoeningen beïnvloed door geslacht, en wat kan een verklaring zijn voor het verschil tussen mannen en vrouwen in het vaststellen van psychische aandoeningen?

A
  • Vrouwen hebben vaker een psychische aandoening dan mannen
  • Dit kan deels worden toegeschreven aan het feit dat mannen zich vaak stoerder en minder kwetsbaar presenteren, waardoor psychische aandoeningen bij hen mogelijk minder vaak worden vastgesteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de relatie tussen moeilijke levensomstandigheden en het ontwikkelen van psychische problematiek?

A
  • Moeilijke levensomstandigheden kunnen leiden tot een toename van psychische problematiek
  • Uitdagingen in het leven kunnen eerder bijdragen aan de ontwikkeling van psychische aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe beïnvloedt levenservaring de gevoeligheid voor psychische aandoeningen?

A
  • Naarmate men ouder wordt, neemt de gevoeligheid voor psychische aandoeningen af, mogelijk door levenservaringen die leiden tot de vorming van nieuwe paden in de hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie wordt beschouwd als de grondlegger en ‘vader’ van de Westerse geneeskunde, en waarom wordt hij als zodanig erkend?

A
  • Hippocrates wordt beschouwd als de grondlegger en ‘vader’ van de Westerse geneeskunde
  • Omdat hij als eerste natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke oorzaken voor ziekten zag
  • Hij was een van de eersten die op basis van lichamelijke symptomen diagnoses stelde en bijpassende therapieën voorschreef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke basis stelde Hippocrates diagnoses en welke factor in het lichaam onderzocht hij om de oorzaak van ziekten te begrijpen?

A
  • Stelde diagnoses op basis van lichamelijke symptomen
  • Onderzocht de vier sappen in het lichaam om de oorzaak van ziekten te begrijpen
  • Hij geloofde dat de aanwezigheid van bepaalde stoffen in het lichaam ziekten veroorzaakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is exorcisme en hoe werd het in de Middeleeuwen toegepast?

A
  • Praktijk van het verdrijven van boze geesten of demonen.
  • Mensen geloofden dat sommige individuen bezeten waren, en exorcisme werd toegepast als een manier om de duivel uit deze mensen te drijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de rol van de brandstapel in heksenvervolgingen tijdens de Middeleeuwen?

A
  • Vermeende heksen werden op de brandstapel verbrand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is trepanatie en welke procedure omvat het?

A
  • Trepanatie is een medische procedure waarbij een gat in de schedel wordt gemaakt
  • Sommige onderzoekers vermoeden dat trepanatie een antieke vorm van chirurgie is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom werd trepanatie mogelijk uitgevoerd, en wat dachten mensen over de relatie tussen deze procedure en abnormaal gedrag?

A
  • Trepanatie werd mogelijk uitgevoerd om het slachtoffer te bevrijden van demonen die verantwoordelijk werden geacht voor abnormaal gedrag
  • Mensen geloofden dat het maken van een gat in de schedel deze demonen kon verdrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de verandering in het nadenken over psychische stoornissen?

A
  • Van trepanatie naar Evidence Based Medicine
  • Vaak gekeken naar biopsychosociaal model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een psychische stoornis (DSM-5-TR)?

A
  • Syndroom
  • Klinisch significante symptomen
  • Op het gebied van cognitieve functies, emotieregulatie of gedrag
  • Met de oorzaak/oorzaken liggend op psychologisch, biologisch en/of ontwikkelingsgebied;
  • Significante lijdensdruk en/of beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een syndroom (DSM-5-TR)?

A
  • Kluster van ziekteverschijnselen zonder duidelijke oorzaak, maar we denken dat het waarschijnlijk onder een bepaald problematiek valt
  • Bijv. je kunt niet zeggen dat depressie één specifieke oorzaak heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn klinische significante symptonen (DSM-5-TR)?

A
  • Aanzienlijke, in mijn ogen tastbare dingen
  • Genoeg ernstige symptomen
17
Q

Wat is een classificatie?

A
  • Toewijzen van psychische stoornis aan categorie
  • Voldoen aan gestandaardiseerde criteria
18
Q

Wat is een diagnose?

A
  • Uniek levensloop van patiënt
  • Beschrijvend over klachten, symptomen en functioneren
  • Inclusief predisponerende, uitlokkende of onderhoudende factoren
  • Differentiaal diagnosen
  • Dynamisch
19
Q

Wat zijn de voordelen van classificeren?

A
  • Uniforme communicatie wereldwijd
  • Wetenschappelijk onderzoek beter mogelijk
  • Verbetering van behandelingen
  • Erkenning klachten patiënt
  • Vergoeding behandelingen
20
Q

Wat zijn de nadelen van classificeren?

A
  • Verlies individuele patiëntkenmerken
  • Stigmatisering
21
Q

Wat is een psychisch diagnostisch onderzoek?

A
  • Psychiater en/of psycholoog
  • Klinisch interview: (semi)-gestructureerd
  • Psychologische tests: bijv. intelligentie-test
  • Neuropsychologisch door neuroloog en/of neuropsycholoog