Periodisering: opbouw van de training Flashcards

1
Q

4 fasen van trainingsprogramma

A

1) bepalen van doelstellingen
2) plannen
3) trainen
4) evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bepalen van doelstellingen

A

haalbaar
=> kunnen doen wat nodig is om het doel te bereiken

  • verschillende factoren: tijd, locatie, klimaat,…
  • doelen op korte termijn (enkele maanden tot 1 jaar)
  • doelen op lange termijn (meerdere jaren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Plannen van training

A

informatie verzamelen & trainingsplan opstellen
=> voorbereidend werk voor personal trainer

  • *periodiseren / plannen in 3 fasen**
  • macroniveau
  • mesoniveau
  • microniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het macroniveau?

A

trainingsverloop over 1 jaar

=> bestaande uit 5 fasen:

  • basis: uithouding mbv lage intensiteit
  • intensiteit: intensievere trainingen
  • piek: conditie groeit naar top
  • competitie: deelname wedstrijden
  • herstel: herstel na wedstrijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Macroniveau:
basis (algemene info)

A
  • *basisuithouding ontwikkelen => langste periode**
  • 1 wedstrijdperiode: 20 weken
  • 2 wedstrijdperioden: 8-10 weken
  • nog kortere termijn: minstens 4 weken

=> opbouwen uithoudingsvermogen & kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Macroniveau:
basis: opbouw uithouding

A

70-80% basis aan lage intensiteit

trainen aan 55-60% VO2max (of overeenkomende Hf)
=> betere vetbranding
=> meer bloedcapillairen, meer mitochondriën
=> beter zuurstoftransport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Macroniveau:
basis: opbouw kracht

A

20% basis aan krachttraining besteden

algemene -en specifike krachttraining
=> basiskracht + krachtuithouding ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Macroniveau:
intensiteit

A

gebruik van drempel -en snelheidstraining
=> 60% nog steeds uithoudingstraining

1 wedstrijdperiode: 8-12 weken
2 wedstrijdperioden: 4-6 weken
meerdere wedstrijdperioden: 4 weken

hoeveelheid drempel -en snelheidstraining progressief opbouwen
=> geen te hoge drempeltraining intensiteit

=> experimenteren met sportdranken -en voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Macroniveau:
pieken

A

vermindering trainingsvolume
=> net iets hogere intensiteit
=> 50-60% nog steeds uithoudingstraining

  • duur: 4-8 weken
  • extra aandacht naar recuperatie & herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Macroniveau:
wedstrijdperiode

A

uitvoeren van wedstrijden in topconditie
=> 50-60% nog steeds uithoudingstraining

8-16 weken
=> afhankelijk van eerste 3 fases

  • intervaltraining: 10-15%
  • snelheid: 10%
  • wedstrijden vullen de weken voor het grootste deel

=> herstel & recuperatie blijft belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Macroniveau:
herstel

A

vermindering trainingsvolume en intensiteit
=> trainen van uithouding
=> trainen van andere sporten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mesoniveau:
kenmerken

A

kleinere periode waaruit macroniveau op is opgebouwd
=> duur: 3-6 weken

volume, intensiteit, rust afhankelijk van positie in macroniveau

Bestaande uit:

  • belastingsfase (al dan niet progressief)
  • relatieve rustperiode: voor begin volgende cyclus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mesoniveau:
onderdelen (4)

A

VPI: algemene voorbereidingsperiode = voorbereiden
VPII: specifieke voorbereidingsfase = aanpassen
WP: wedstrijdperiode = toepassen
OP: overgangsperiode = rusten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Microniveau:
algemene info

A

heel korte periode met nadruk op supercompensatie
=> max 4 weken
=> 2-3 weken = standaardmicrocyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Opbouwende microcyclus

A

goed voor duursporters & revalidatie
=> lage -en extensieve intensiteiten (aeroob tot lactische capaciteit)

1) microcyclus van 3 weken
2) enkele dagen ‘gas terug’ = profylactisch interval
3) microcyclus van 3 weken
=> meer omvang / trainingswinst in 2e microcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afbouwende microcyclus

A

interessant voor training:
snelkracht, explosieve kracht, plyometrie, snelheid
=> voor ‘gevaarlijkere’ trainingen

maximale aantal sets & reps verlagen in cycli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

microniveau:
relatie tussen intensiteit & omvang

A

afhankelijk van de huidige periode

ofwel meer op omvang ofwel meer op intensiteit

18
Q

Microniveau:
tapering off

A

afname in trainingsarbeid vlak voor wedstrijd(periode)

19
Q

Stappenplan periodisering (8)

A

1) analyse van de sport
2) analyse van beginsituatie
3) prestatiedoelen
4) macrocyclus
5) mesocycli
6) trainingsvariabelen van gekozen trainingsmethode
7) microcyclus
8) evaluatie

20
Q

Stappenplan periodisering:
stap 1: analyse van de sport

A
  • *1) motorische eigenschappen**
  • kracht
  • uithoudingsvermogen
  • snelheid
  • coördinatie
  • lenigheid

2) energiesystemen
=> aeroob: capaciteitstraining of vermogentraining?
=> anaeroob: (a)lactische capaciteit of vermogen?

21
Q

Stappenplan periodisering:
stap 2: analyse van beginsituatie

A
  • wedstrijdniveau?
  • leeftijd?
  • implicaties?
  • hoeveelheid tijd?
22
Q

Stappenplan periodisering:
stap 3: prestatiedoelen

A

prestatiedoelen op korte en/of lange termijn?

23
Q

Stappenplan periodisering:
stap 4: macrocyclus

A

jaarplanning op basis van tijdsbalk

=> rekening houden met:

  • voorbereidingsperiode
  • wedstrijdperiode
  • overgangsperiode

=> noteren data inspanningstesten en wedstrijden

=> grove indeling omvang & intensiteit over de verschillende periodes

24
Q

Stappenplan periodisering:
stap 5: mesocycli

A

planning van:

  • voorbereidingsperiode
  • wedstrijdperiode
  • overgangsperiode
  • welke motorische eigenschappen gebruiken?
  • met welke methodes worden deze getrained?
25
Q

Stappenplan periodisering:
stap 6: trainingsvariabelen van gekozen trainingsmethoden

A
  • wat is de beginsituatie?
  • wat is het einddoel?
26
Q

Stappenplan periodisering:
stap 7: microcyclus

A

weekplanning op basis van supercompensatietijden

=> van maandag tot zondag
=> op basis van trainingsprincipes

27
Q

Stappenplan periodisering:
stap 8:

A
  • prestaties bij inspanningstesten?
  • score bij wedstrijden?

=> trainingsplan aanpassen

28
Q

Definitie blessurepreventie

A

totaal aan maatregelen om schade aan gezondheid te voorkomen
=> ten gevolge van sportbeoefening

29
Q

Blessurepreventie:
basistheorie

A

endogene factoren
= persoonsgebonden factoren

exogene factoren
= omgevingsgebonden factoren

=> belasting mag niet hoger zijn dan belastbaarheid

=> voldoende tijd voorzien om te herstellen

30
Q

Primaire blessurepreventie

A

vermijden van blessures zonder aanwezige klachten
=> in rust herstelt het lichaam zich vanzelf
=> betere conditie = sneller herstel

31
Q

Secundaire blessurepreventie

A

snel herkennen en behandelen van eerste tekenen overbelasting

vb: overtraining
- sympatische overtraining
- parasympatische overtraining

32
Q

Sympatische overtraining

A

versterkte activiteit sympatische zenuwstelsel
=> vooral door te hoge intensiteit & te weinig rust

=> enkele weken training verminderen

33
Q

Parasympatische overtraining

A

uitputting hormoon -en zenuwstelsel
=> door negeren van sympatische overtraining

=> overheersing parasympatische zenuwstelsel

=> herstel duurt weken tot maanden

34
Q

Gevolgen sympatische overtraining

A
  • prestatiedaling
  • hogere rustpols
  • gedragsverandering
  • gewichtsvermindering
  • lichamelijke klachten
  • hogere bloeddruk
  • ziekte
  • langzamer herstel
  • slecht slapen
  • minder motivatie
35
Q

Gevolgen parasympatische overtraining

A
  • slechte prestaties
  • lagere rustpols
  • (geestelijke) vermoeidheid
  • lage bloeddruk
  • depressie
  • slaperigheid
  • meer zin om te trainen
36
Q

Preventieve maatregelen (5)

A
  • afkoelen
  • nakijken uitrusting
  • goede kleding om afkoeling te vermijden
  • massage voor of na training
  • voldoende rust en ontspanning
37
Q

Tertiaire blessurepreventie

A

snel nemen van maatregelen bij acute blessures
=> goede verzorging tijdens alle stadia, ook na genezing

38
Q

Maatregelen bij blessure (4)

A

1) belasting aanpassen aan blessure
2) verrichten van vervangende trainingsarbeid
3) progressieve opbouw belasting wanner men weer traint
4) niet te snel terug beginnen trainen

39
Q

Voor wie is blessurepreventie belangrijk?

A

iedereen die sport: verhoogd risico
=> afhankelijk van endo -en exogene factoren

=> rekening met endo -en exogene factoren houden bij blessurepreventie

40
Q

Sportgerichte blessurepreventie

A

afhankelijk van intensiteit van sport

sporten met fysiek geweld: blessures onvermijdelijk
=> preventieve maatregelen: bescherming, uitrusting

explosieve sporten: veel pees -en spierblessures
=> uitgebalanceerde training + goede conditie