7 Flashcards

1
Q

Betekenis functionele training

A

uitvoeren van spierversterkende oefeningen
=> gelijken op dagelijks gebruikte bewegingen

trainen van bewegingen ipv spieren
=> extra coördinatie & rompactiviteit vereist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nadelen fitnesstraining (2)

A

1) geïsoleerd trainen
=> weinig coördinatie
=> weinig rompactiviteit
=> weining spiergroepen tegelijk = laag energieverbruik

2) niet functioneel
=> weinig transfer naar andere sporten & dagelijks leven
=> minimale gezondheidswinst
=> vaak saai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beweegpatronen bij functionele training (6)

A

1) squat
2) lunge
3) hip hinge / bend
4) twist
5) push
6) pull

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken functionele training (4)

(naast de 6 beweegpatronen)

A

1) vrije gewichten
=> compounds: hoog energieverbruik
=> coördinatie

2) trainen op onstabiel vlak
=> stabilisatie door spieren van romp

3) unilateraal trainen

4) specifieke oefeningen voor core

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stabiliteit & mobiliteit:
4 basiscomponenten om in evenwicht te blijven

A

1) evenwicht
2) houding
3) kracht
4) coördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betekenis rompstabiliteit

A

spierbalans en controle in gebied van bekken, heupen, romp

=> houdt functionele stabiliteit van hele lichaam in stand

=> goede rompstabiliteit is vereist voor zware compounds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stabilisatie:
3 pijlers

A

1) actief
= spieren

2) passief
= beenderen, ligamenten, gewrichtskapsels

3) neuraal
= aansturingsmechanismen van spieren

samenwerking vereist
=> anders instabiliteit (blessures & klachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stabilisatie:
actieve pijler

A

mobiliserende spieren
= snelle spiervezels
=> kracht & snelheid leveren

stabiliserende spieren
= trage spiervezels
=> bewegingen & gewrichtsposities controleren
=> bestaande uit lokale & globale stabilisatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lokale stabilisatoren

A

leveren continue activiteit in gewrichtsposities
=> optimalisatie positie van 2 gewrichtsuiteinden tijdens beweging

=> klein & diep gelegen naast het gewricht

=> voornamelijk isometrische werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Globale stabilisatoren

A

excentrische controle van spieren in een beweging

=> minder diep gelegen

=> geen continue werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Globale mobilisatoren

A

verantwoordelijk voor grote & snelle bewegingen

=> groot & krachtig

=> oppervlakkig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rugklachten
in functie van stibilisatoren & mobilisatoren

A

rugklachten
=> slecht functionerend lokaal stabiliserend spiersysteem (instabiliteit)
=> zwakte compenseren met negatief effect

periode rugklachten doorgemaakt
=> daling activiteit lokale stabilisatoren
=> traag herstel lokale stabilisatoren

=> oefenprogramma om deze te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie stabilisatietraining
+ rol personal trainer hierin

A

stabiliteit: 3 soorten spieren in evenwicht
=> versterken adhv stabilisatietraining (vooral rompstabilisatie)

trainen lokale & globale stabilisatoren
=> bewegingscontrole, evenwicht, coördinatie
=> low load + veel variatie

trainen globale mobilisatoren

rol personal trainer
=> zorgen voor volledige training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie (fysio)therapeut

A

aanwezige blessure
=> individueel onderzoek naar spier en gewricht

=> oefenprogramma opstellen volgens specifieke noden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Back to basic

A

trainen van 6 beweegpatronen
=> synchronisatie van spiergroepen (compounds)

kan ook adhv hightech fitnesstoestellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gevolg foute lichaamshouding

A

evenwicht bijsturen & compenseren
=> ingewikkelde samenwerking van ondersteunende spierketens

botten en gewrichten worden langdurig belast
=> slijtage

beperking bloedstroom
=> lager energiepeil & slecht functionerende organen

17
Q

Functionele krachttrainig:
2 soorten spieren

A

bewegingsspieren
=> oppervlakkige spieren: beweging lichaam

houdingsspieren
=> dieper liggende spieren: lichaamshouding & stabiliteit

sterke houdingsspieren zijn cruciaal voor zware bewegingen
=> stabilisatietraining

18
Q

Samenstelling core

A
  • rechte-, schuine -en dwarse buikspieren
  • middenrif
  • bekkenbodemspieren
  • diepe rugspieren (multifidi)
19
Q

Functie core

A

verbinding boven -en onderlichaam + stabilisatie romp
=> dagelijks functioneren + vermijden rugklachten

20
Q

Core training

A

belangrijk ter compensatie van:
- gebrek aan beweging
- fitnesstraining
=> zitten aan apparaten

specifieke core training doen
=> slechte houding en klachten oplossen

21
Q

Romp:
3 lagen

A

1) diepe laag
2) middenlaag, aka inner unit
3) buitenste laag, aka outer unit

22
Q

Diepe laag

A
  • wervels
  • tussenwervelschijven
  • ligamenten
  • *functie**
  • statische stabiliteit
  • info uitwisselen met centrale zenuwstelsel
23
Q

Middenlaag, aka inner unit

A
  • transversus abdominis
  • obliques internus
  • diafragma
  • diepe laag van multifidus
  • bekkenbodemspieren

functie
=> dynamische stabiliteit & info uitwisselen met centrale zenuwstelsel

24
Q

Buitenste laag, aka outer unit

A
  • rectus abdominis
  • obliques externus
  • erector spinae

functie
=> beweging romp & secundaire stabilisatie

25
Q

Versterken van de core
fout vs juist

A

fout
= enkel buitenste laag trainen adhv isoleren
=> grote trekkracht op wervelkolom

juist
= middelste laag trainen adhv stabiliserende compounds & zwaartekracht
=> goede stabilisatie van romp

26
Q

Factoren, belangrijk voor welzijn rug (4)

A

1) ontspannen + goed doorbloede spieren
2) sterke, getrainde spieren
3) soepele & mobiele gewrichten
4) optimale coördinatie van bewegingen

27
Q

Mogelijke gevolgen van zwakke core

A
  • lage rugpijn
  • buikspierproblemen
  • liesblessures
  • scheefstand in bekken
  • slechte lichaamshouding
  • slechte verbinding boven -en onderlichaam
28
Q

Welke rugtraining hebben we nodig?

A

1) houdingstraing
2) kracht -en ontspanningstraining van agonisten & antagonisten
3) coördinatietraining & stretchen
4) uithoudingsvermogen

29
Q

BOSU & swissbal

A

‘BOth Sides Up’
=> zowel platte al bolle kant kunnen gebruikt worden

=> dagdagelijkse bewegingen onstabiel trainen

  • *voordelen**
  • sterkere core
  • beter evenwicht
  • meer coördinatie
  • betere sportprestaties
  • betere lichaamshouding
30
Q

Medicine ball

A

bal van verschillende gewichten

=> vaak gebruikt bij rehabilisatietraining

31
Q

Balance pad

A

trainen van menselijke motoriek
=> 1 of meerdere pads kunnen gebruikt worden

32
Q

Theraband

A

brede, elastische latexband

=> voor warm up & stabiliteit in gewrichten

33
Q

Pulley

A

geschikt voor onstabiele krachttraining

  • trainen natuurlijke bewegingen
  • zowel kracht als coördinatie trainen
  • onafhankelijk van richting zwaartekracht
  • goed voor gewrichten, vrije bewegingen
  • actieve rompstabilisatie
34
Q

TRX suspension training

A

brakke versie van rings

calisthenics
=> werken met progressions

al gezegd da rings beter zijn?