ja Flashcards

1
Q

Transtheoretisch model van gedragsverandering
de 6 stadia

A

1) voorbeschouwingsfase / precontemplatie / I won’t
2) overwegingsfase / contemplatie / I might
3) voorbereidingsfase / preparatie / I will
4) actiefase / I am
5) fase behoud van gedrag / I have
6) eindfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Overwegingsfase

A

overwegen van wel te doen in toekomst
=> men weet dat er een probleem is

nog geen acties, enkel gedachten
=> voor -en nadelen afwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overwegingsfase:
rol personal trainer

A

helpen nemen van beste beslissing

beslissingsbalans
=> voor -en nadelen vergelijken
=> minstens dubbel zoveel voordelen voor effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overwegingsfase:
meetlattechniek

A

graad van ambivalentie
niet klaar voor verandering = 1
klaar voor verandering = 10

waarom? hoe belangrijk?
niet belangrijk = 1
heel belangrijk = 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

communicatiestijl personal trainer

A

ongemotiveerde klant
=> non-directief + empatisch

gemotiveerde klant
=> directief

te vroege directe stijl zorgt voor weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbereidingsfase

A

voorbereidingen treffen voor gezonder leven
=> nadenken hoe we het gaan aanpakken

=> opstellen beredeneerd plan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbereidingsfase:
rol personal trainer

A

oplossingen vinden op belangrijke vragen
=> vertrouwen in zichzelf is key

geen vertrouwen = 1
veel vetrouwen = 10

contract van doelstellingen, beloningssysteem, evaluatie
=> spreken in gedragstermen, geen resultaatstermen
=> beloningen mogen door psersoon zelf gekozen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Actiefase

A

concrete daden om doel te bereiken worden ondernomen
=> nog niet het einde

terugvallen
=> terug naar voorbereidingsfase

opbouwen in kleine stapjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Actiefase:
rol personal trainer (5)

A

stimuluscontrole
=> prikkels gebruiken die positief gedrag stimuleren
=> prikkels verwijderen die negatief gedrag stimuleren

tegenconditionering
=> ongezonde gewoontes vervangen door gezonde

sociale steun

beloning van elke stap

omgeving stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fase van behoud

A

volhouden van gedrag
=> routines

consolidatie
= gezond gedrag, langer dan 6 maanden

uitdaging ligt op lange termijn
=> korte, plotse & negatieve situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fase van behoud:
rol personal trainer (2)

A

sociale steun

beloning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeschouwingsfase

A

geen belangstelling / plan om ongezond gedrag te veranderen
=> moeilijkste fase om uit te geraken
=> voordelen aantonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeschouwingsfase:
oorzaken

A

gebrek aan kennis

te angstig zijn
=> bang voor verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeschouwingsfase:
rol personal trainer

A

bewustmaking via kennisvermeerdering
=> linken gedrag en gezondheid
=> kennis klant aftesten

motiveren door gesprekstechnische vaardigheden
=> empathisch luisteren
=> klant laten nadenken over eigen situatie

door kennis keuzemogelijkheid & vertrouwen geven
=> focussen op voordelen gezond gedrag
=> nadelen zorgen voor hulpeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeschouwingsfase:
mogelijke vormen van weerstand

A
  • ontkenning & minimalisering
  • rationalisatie
  • projecteren
  • externaliseren
  • onderdanigheid
  • excuseren eigen gedrag
  • niet antwoorden
  • gesprek andere wending geven
  • in vraag stellen expertise
  • pessimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 niveaus van miskenning

A

1) miskenning bestaan van probleem
2) miskenning belang van probleem
3) miskenning verandermogelijkheid van probleem
4) miskenning persoonlijke bekwaamheid tot oplossing van probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Terugvalfase

A

terugvallen naar oude ongezonde gedrag
door slippertje of meerdere slippertjes (herval)

actie-onderhoudfase: tegenstrijdige gevoelens
=> heimwee naar vroeger
=> hoop dat verandering wordt volgehouden

in preparatiefase met cliënt mogelijkheid op slippertje bespreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Terugvalfase:
na een slippertje

A

zien als waarschuwing & leermoment
=> herval vermijden

nadenken over oorzaak en oplossingen
=> omgevingsfactoren beoordelen
=> sociale steun is belangrijk to get your shit together

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Terugvalfase:
herval

A

opgeven
=> slippertje geeft gevoel van falen

terugval naar oude gewoonten
=> veranderingsstrategieën opnieuw bespreken

succeservaring is cruciaal
=> dient als motivatie
=> respect coor cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Terugval regel 1:
een terugval is eerder regel dan uitzondering

A

Up en Downs
klaarmaken voor nieuwe poging

20% van mensen verandert gedrag bij eerste poging
=> nooit volledig terug naar 0

15% van mensen terug naar voorbeschouwingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Terugval regel 2:
het is belangrijk om uit een terugval te leren

A

dezelfde oorzaken vermijden
=> hulp van anderen is relevant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Terugval regel 3:
verandering kost meer inspanning & tijd dan men verwacht

A

gezond gedrag komt niet zomaar
= ongezond gedrag aanmaken duurt jaren
= bewustmaking

korte programma’s voor gedragsverandering verspreiden over langere tijd
=> tussentijdse terugval opvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Terugval regel 4:
eenmalig terugvallen is geen volledige terugval

A

1 slippertje is geen herval

negatieve gedachten nemen over
=> velen zien dit als falen en geven op

op voorhand hindernissen & oplossingen bespreken
=> motivatie om van slippertje te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Zelfdeterminatie theorie

A

mensen hebben verschillende redenen waarom ze zich inzetten
voor het volharden van een bepaalde activiteit
=> adhv verschillende soorten motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Intrinsieke motivatie
plezier halen uit activiteit zelf
26
Extrinsieke motivatie
gedrag afhankelijk van doel buiten activiteit zelf
27
Extrinsieke motivatie: externe regulatie
**gedrag dat draait rond beloond worden** =\> door beloningen, straf ontlopen, doen aan externe verwachtingen = indruk maken
28
Extrinsieke motivatie: geïntrojecteerde regulatie
**zichzelf onder druk zetten om te presteren** =\> schuld-, schaamte-, angstgevoelens
29
Extrinsieke motivatie: geïdentificeerde regulatie
**activiteit doen voor het doel** =\> activiteit zelf niet aangenaam vinden
30
Gecontroleerde vs autonome motivatie
**gecontroleerde motivatie** =\> gedrag op basis van druk **autonome motivatie** =\> gedrag op basis van persoonlijke verantwoordelijkheid
31
ABC van ZDT
de 3 psychologische basisbehoeften voor motivatie **A = autonomie** =\> psychologische vrijheid, eigen baas **B = verBondenheid** =\> goede relaties met anderen, deel van een groep zijn **C = competentie** =\> controle over situatie, succeservaring
32
Relatie personal trainer - klant
**klantgericht zijn** =\> reacties van klanten correct en vriendelijk te woord gaan =\> balans tussen belang eigen organisatie & belang klant =\> klanten op de juiste manier helpen =\> zich inleven in situatie klant =\> snel, creatief, enthousiast oplossingen zoeken **kwaliteit: luisteren naar (verwachtingen) klant** =\> vakbekwaamheid, vriendelijkheid, regelmaat, vindingrijkheid =\> verhouding prijs / kwaliteit
33
Hoe elke training betekenisvol maken voor klant? (4)
- help klant belangrijkste doelstellingen ontdekken - help klant zich bewust worden - motiveer klant om fysiek actief te blijven - help klant bepalen van persoonlijke doelstellingen
34
Betekenis doelen van klant controleren
- hoe zou je je voelen als je je doel realiseert? - vertel me meer over je wens om ... - wat betekent dit voor jou? - wat zouden hiervan de voordelen zijn voor jouw gezondheid? - indien... wat zou er dan voor jou veranderen?
35
Waarom doelen stellen? (5)
- structuur geven - realistisch maken van het geheel - alles concretiseren - vorming leidraad - motiverende werking
36
SMART-principe
handig hulpmiddel voor bepalen van correcte doelen met realistische kans op slagen ``` S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = realistisch T = tijdgebonden ```
37
SMART-principe: S
**specifiek** =\> duidelijke & concrete omschrijving van het doel - wat willen we bereiken? - wie is erbij betrokken? - waar gaan we dat doen? - wanneer gebeurt dat? - welke delen van het doel zijn essentieel? - waarom willen we dit doel bereiken? hoe preciezer, hoe gemakkelijker de vooruitgang
38
SMART-principe: M
**meetbaar** =\> meetbaar betekent evolueerbaar
39
SMART-principe: A
**acceptabel** =\> persoon in kwestie moet het doel kunnen accepteren
40
SMART-principe: R
**realistisch** =\> zaken om doel te bereiken zijn aanwezig =\> klant kan controle uitoefenen =\> hoge prioriteit voor bereiken doel **doel moet net boven huidige niveau liggen** =\> uitdagend maar niet onmogelijk tussentijdse verbeteringen zorgen voor motivatie
41
SMART-principe: T
**tijdsgebonden** =\> wanneer beginnen we? =\> wanneer moet het doel bereikt zijn? **doel heeft duidelijke start -en einddatum**
42
Tips om goede doelstellingen op te stellen
- luisteren naar doelstellingen klant - met klant lange termijndoelstelling opstellen - opstellen van tussendoelstellingen -\> succesgevoel ervaren - gedrag dat men wilt veranderen omvormen tot routine - systeem uitwerken met klant rond zelfcontrole - regelmatig doelstellingen & vorderingen met klant overlopen
43
Balans levenskwaliteit en levensgewoontes
**uit comfortzone komen** =\> gewoontes & kwaliteit verbeteren = zowel fysiek als psychologisch
44
Interview klant - personal trainer: 3 stappen
**1) bepaal readiness to change** =\> adhv open vragen =\> adhv model van gedragsverandering **2) voordelen fysieke activiteit bespreken** =\> volgens noden klant **3) bepaal de doelstellingen**
45
Goede eerste indruk bij klant achterlaten
**Kwaliteit!** - professioneel voorstellen - naam van klant gebruiken - goede lichaamstaal - aanpassen taalgebruik - alle aandacht naar klant - kalm en vertrouwd reageren
46
Wat maakt communicatie zo moeilijk?
iedereen heeft verschillend beel van werkelijkheid =\> door ervaring, leeftijd, opvoeding,... inspanning doen om zich in de klant te plaatsen =\> betere verwachting van de klant we moeten opletten voor misverstanden en
47
Informatie uit gesprek halen (percentueel) face-to-face & telefonisch
face-to-face - 55% = lichaamstaal - 38% = stem - 7% = inhoud telefonisch - 55% = stem - 28% = inhoud - 17% = inhoud
48
Actief luisteren
**boodschap andere goed begrijpen** =\> veel inspanning =\> essentie achterhalen
49
Communicatie: 3 lagen
**1) inhoud** =\> boodschap begrijpen door vragen te stellen **2) procedure** =\> toetsen of je de boodschap hebt begrepen =\> adhv samenvatten & herformuleren **3) proces** =\> bewijzen dat je de andere zijn gevoelens begrijp =\> adhv reflecteren & empathie tonen
50
Valkuilen in motivatieproces
- te snel gaan & onderbreken klant - ongevraagd advies of kritiek geven - confronteren - beoordelen of beschuldigen klant - ongevraagde optimistische voorspellingen geven - ongeloof in mogelijkheden tot verandering - denken dat je als professional alles weet - niet in plaats kunnen stellen van klant - fase van gedragsverandering niet herkennen
51
Functie mentale training
**atleten de nodige mentale vaardigheden aanleren en ondersteuning bieden =\> optimaal presteren** - in combinatie met fysieke training - is GEEN oplossing voor ALLES
52
Mentaal profiel
startpunt mentale begeleiding **1) gesprek** =\> atleet weet het meeste over zichzelf **2) psychologische vragenlijsten (eventueel)** =\> over persoonlijkheid, motivatiestijlen, stress, ... **3) observatie tijdens trainingen**
53
Basisvaardigheden mentale training (5)
- positief denken - visualisatie - spanning - communicatie - concentratie
54
Basisvaardigheden mentale training: positief denken
**betere ingesteldheid** =\> betere houding tegenover uitdagingen
55
Basisvaardigheden mentale training: visualisatie
**bepaalde situaties geestelijk oproepen** =\> baas over alle omstandigheden
56
Basisvaardigheden mentale training: spanning
**zoektocht naar individuele ideale spanningsniveau** =\> soms te gespannen & soms niet gespannen genoeg =\> onder druk presteert men 30% beter of slechter
57
Basisvaardigheden mentale training: communicatie
**correcte afspraken maken met omgeving om goed te trainen** =\> voor jezelf opkomen
58
Basisvaardigheden mentale training: concentratie
**aandacht richten op wat belangrijk is** =\> beïnvloedbaar door interne -en externe stimuli **interne stimuli** =\> vermoeid lichaam, negatieve gevoelens, ... **externe stimuli** =\> commentaar, flits van camera, ...
59
Technieken die concentratie bevorderen (5)
1) prestatieroutines 2) relaxatietechnieken 3) visualiseringstechnieken 4) het stellen van het doelen 5) positieve zelfpraat
60
Technieken die concentratie bevorderen: prestatieroutines
**reeks bewegingen en gedachten ter voorbereding van wedstrijd** =\> van out naar in the zone
61
Technieken die concentratie bevorderen: relaxatietechnieken
**angst en druk onder controle krijgen / houden** =\> adhv meditatie & ademhalingsoefeningen tijdens deze oefeningen stressvolle factoren toevoegen =\> hiermee overweg kunnen
62
Technieken die concentratie bevorderen: visualiseringstechnieken
**zien en voelen van correcte uitvoering** =\> mentale voorbereiding voor wedstrijd - irrelevante gedachten & gevoelens elimineren
63
Technieken die concentratie bevorderen: het stellen van doelen
**richten op hier -en nu** **resultaatdoelen** =\> winnen/verliezen **prestatiedoelen** =\> individuele prestatie **procesdoelen** =\> beheersing of verbetering vaardigheid