Partnerrelatietherapie Flashcards

1
Q

Wat zijn slechte gewoonten van ongelukkige huwelijken en wie heeft deze bedacht?

A

Gottman

  • negatief affectief klimaat
  • four horseman of the apocalypse: kritiek, defensiviteit, minachting, stonewalling
  • onproductieve ruzies
  • negatief tussen de lijnen lezen. Negatief gedrag als een stabiele eigenschap zien.
  • flooding: overspoeld door klachten van partner en hierdoor afstand nemen
  • chronische diffuse fysiologische arousal
  • falen van mannen om de invloed van hun vrouw te accepteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van goede relaties en wie heeft deze bedacht?

A

Gottman

  • geen mismatch in conflictstijl
  • oplosbare conflicten. kwaadheid maar ook positief affect
  • onoplosbare conflicten met acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke modellen zijn er binnen relatietherapie? + namen

A
  • Psychodynamisch georiënteerde partnerrelatietherapie (Willi)
  • Behavrioal marital therapy (Stuart en Jacobson)
  • Emotionally focussed marital therapy (Greenberg en Johnson)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychodynamisch georiënteerde partnerrelatietherapie. Wat zijn basisbegrippen?

A
  • Collusie: narcistisch, oraal, anaal-sadistisch, fallisch-oedipaal
  • Verliefdheid als motor van de relatie
  • Co-evolutie: groei van partners doorheen de gezonde relatie in samenspel met de omgeving
  • Psycho-ecologisch model: er is invloed van de omgeving op de relatie maar deze is niet passief en afhankelijk van die invloed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan je vertellen over collusie?

A

Vijf aspecten

  • onbewust samenspel tussen partner op grond van gelijksoortig, onoverwonnen fundamenteel conflict
  • conflict komt tot uiting in verschillende rollen
  • progressieve positie: overcompenseren, overfunctioneren / regressieve positie: decompenseren, onderfunctioneren
  • dit tegenpool gedrag veroorzaakt aantrekkingskracht en dyadische verstrengeling
  • poging tot zelfgenezing mislukt, omdat de positie van de ander terugkeert in het zelf. De progressieve partner wil regressief zijn en omgekeerd.

Verschillende vormen:

  • narcistisch: ene partner cijfert zich volledig weg voor de andere
  • oraal: ene partner zorgt, andere wordt verzorgd
  • anaal-sadistisch: duale machtsstrijd is steeds aanwezig, autonomie vs afhankelijkheid
  • fallisch-oedipaal: mbt geslachtsverschillen waarin ze zich gaan polariseren om bevestiging te krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn behandelingsmodellen van behavioral marital therapy?

A
  • Onderhandelingstechnieken: overleggen welke verandering men wilt
  • Vaardigheidstraining: communicatie- en probleemoplossingsvaardigheden
  • Acceptatie aanleren: accepteren van verschillen en realistische verwachtingen
  • Zelfregulatie vergroten: veranderen van eigen storend gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emotionally focused marital therapy is een integratieve benadering. Leg uit.

A

Experiëntiële en gestalt-elementen

  • therapeutische relatie is helend
  • beleving cliënt staat centraal
  • geloof in gezonde capaciteit cliënt
  • belang van reflecteren over hoe binnen- en buitenwereld cliënt beïnvloeden
  • mensen worden gevormd door relaties met anderen
  • therapie als een correctieve emotionele ervaring in hier-en-nu

Systeemtherapeutische elementen

  • circulaire causaliteit
  • gedrag in zijn context zien
  • alle gedrag is communicatie
  • koppels vertonen homeostatische repetitieve interactiepatronen
  • therapie als zoektocht naar nieuwe bevredigende interactiepatronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

EFMT. Wat is het belang van de hechtingstheorie?

A

Sommige gedragingen zijn hechtingsgedragingen.

Veilige hechting

  • ambiguïteit en verschillen worden getolereerd
  • heldere (meta)communicatie
  • beleving uitdrukken en plaats maken voor partners beleving
  • nabijheid, maar ook tolerantie van tijdelijke scheiding
  • voldoende vertrouwen maakt ruimte voor zelfstandigheid

Onveilige hechting

  • emotioneel onbereikbaar
  • negatieve escalerende interactiecycli
  • angst voor hechting
  • controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

EFMT. Wat is de taak van de therapeut?

A
  • Alliantie creëren met beide partners. De negatieve cyclus wordt de vijand, niet elkaar.
  • Identificatie, expressie en herstructurering van emoties faciliteren
  • Interacties herstructureren. Reframing in circulaire termen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

EFMT. Wat is het therapieproces?

A

Drie fasen, negen taken.

De-escalatie van negatieve cycli. Verandering van de eerste orde.
- therapeutische alliantie opbouwen
- samen de cyclus doorlopen
- verken diepere emoties in de cyclus
- externaliseer de cyclus en valideer in de hechting
=> partners hebben een meta-perspectief tov hun interacties

Bevorderen nieuwe cycli. Verandering van de tweede orde.
- withdrawer-re-engagement: het terug geëngageerd krijgen van de persoon in de teruggetrokken positie
- blamer-softening (ervoor zorgen dat degene die geneigd was om in beschuldigende termen te spreken, nu rechtstreeks kan uitreiken naar de nu aanwezige partner)
=> partners zijn er opnieuw voor elkaar

Consolidatie.

  • nieuwe oplossingen faciliteren
  • consolideren nieuwe interactiecycli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitreiken is een verborgen kenmerk van hechting. Leg uit.

A
  • Bereikbaarheid
  • Betrokkenheid
  • Bereidheid om bereikbaar te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EFMT. Wat zijn strategieën om te antwoorden op het verlies van verbinding? Aldus hechtingsstijlen.

A
  • Aanklampende strategie ‘ik zal ervoor zorgen dat je antwoordt’
  • Vermijdende strategie ‘ik doe alsof het me niet raakt’
  • Veilige strategie, zachte manier van uitreiken
  • Angstig-vermijdende strategie ‘kom hier, raak mij niet aan’, voornamelijk bij trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

EFMT. Wat zijn de vier danspatronen?

A
  • Strijddans. Aanval tegen aanval, dit is niet eeuwig vol te houden.
  • Protest polka. De ene klampt aan, de andere trekt terug.
  • Freeze en flight. De emotionele inpunt is weg, sleur.
  • Hemel en hel. We vermoeden dat hier sprake is van trauma, ‘kom hier, ga weg’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de focus EFMT?

A

Experiëntiëel.

  • Present. We proberen tijdens de sessies, de emoties in het hier-en-nu te beleven.
  • Primaire emotie. We gaan proberen, met respect voor de secundaire, de primaire emotie aan te raken.

Systemisch.

  • Proces. De beïnvloeding is wederzijds.
  • Positie/patronen. Er is een proces binnenin waarbij de emotie en patronen van iedereen belangrijk zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de EFMT tango?

A

Vijf bewegingen die we tijdens elke sessie met een koppel proberen te doorlopen.

  • Reflecteren en valideren van de emoties en interacties tussen hen en binnenin hen
  • Assembleren van emoties, vernieuwen van emoties, proberen tot nieuwe elementen te komen
  • Enactment waarbij wanneer iemand eigenaar wordt van zijn gedrag of primaire emotie in fase 1 en deze gedeeld wordt met de ander, dat dat een andere muziek in de cyclus brengt waardoor de omgangsvorm met elkaar, op natuurlijke wijze, evalueert
  • Mentaliseren. Wanneer iemand iets nieuw heeft uitgereikt en we gaan helpen om deze nieuwe vorm te laten accepteren door de andere
  • Integratie en validatie. Samenvatten van wat er gebeurd is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly