Beleving van de therapeut Flashcards

1
Q

Wat met het innerlijke gesprek binnen relatie- en gezinstherapie?

A

Eind jaren ‘80, met de postmoderne en narratieve psychologie, lag er veel nadruk op de expertise van de cliënt en moest de therapeut hierbij aansluiten. Sinds 2000 is de persoon van de therapeut terug belangrijk. Het innerlijke gesprek getuigt van wederkerigheid van de werkrelatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is actief luisteren?

A

Actief luister is iets anders dan slechts registreren.
Het speelt zich af op drie niveaus:
- Luisteren naar het verhaal. Dit gaat over de inhoud van een verhaal van daar-en-toen, buiten de sessie.
- In contact zijn met het proces van de cliënt. Het verhaal dat getoond wordt in lichaamstaal, hier-en-nu.
- Luisteren naar eigen beleving. De niveaus van wat niet verteld is, sluit aan bij projectieve identificatie, tegenoverdracht en het belang van stilte in het uitdrukken van lijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit. Rol, positie, positionering.

A
  • Rol: statisch, een sociologische categorisering vol verwachtingen, verantwoordelijkheden en privileges in de maatschappij
  • Positie: een momentane weergave van de plaats die iemand inneemt in interactioneel gebeuren
  • Positionering: geeft duidelijk weer dat de positie van de therapeut in dynamische sessies steeds zal wisselen. Hij/zij is steeds op zoek naar de meest geschikte positie.
    De flexibiliteit van de positionering maakt een goede therapeut.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drie centrale concepten in de innerlijke beleving van de therapeut.

A
  • Beleving van de therapeut. Gevoelens maar ook innerlijke beoordelingen over zichzelf of gezinsleden
  • Uitnodigen om te reageren (reactief zijn). Emotie als uitnodiging om te reageren, therapeut wordt gerekruteerd om positie in te nemen in gezinstheater
  • Ruimte maken voor dialoog (responsief zijn). Constructief omgaan met de eigen beleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Typische valkuil: damsel in distress.

A
  • Driehoek: redder in nood, slachtoffer en dader.
  • Damsel in distress syndroom: vrouwen stellen zich hulpeloos en afhankelijk op om aandacht en liefde van mannen te krijgen.
  • Als je hier als therapeut reactief op ingaat, doe je cliënten onrecht aan. Therapeut hoort het niet op te lossen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het belang van de beleving van de therapeut.

A
  • Spring voorzichtig om met impliciete uitnodigingen van het gezin om in relationele scenario’s te treden en reflecteer over de mogelijke destructieve effecten
  • Reflecteer over het inbrengen van de eigen beleving in de sessie en de mogelijke risico’s. Responsief, niet reactief.
  • Systematische manier van werken met eigen beleving: het belang van reflectie vooraf (of en hoe je het doet) en het belang van feedback van de cliënten (zo eigen beleving op een veilige manier introduceren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aandacht hebben voor de eigen beleving is moeilijk.

A
  • Eigen beleving niet herkennen kan leiden tot drop-out
  • De beleving kan moeilijk te dragen of te tolereren zijn wanneer de cliënt beangstigend is voor de therapeut of door het geweld (Derrida) van de gast. Dit geweld erkent de therapeut vaak niet maar confronteert hem wel met eigen onzekerheden en machteloosheid. Men spreekt van het imposter-fenomeen wanneer de therapeut innerlijk niet gelooft dat hij competent genoeg is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly