pagina 32 voorzetsel+ablatief Flashcards
p 32
1
Q
cum
A
Abl.(voorzetsel) met
2
Q
de
A
Abl.(voorzetsel) van;over
3
Q
e of ex
A
Abl.(voorzetsel) uit;vanaf
4
Q
sine
A
Abl.(voorzetsel) zonder
5
Q
sub
A
Abl.(voorzetsel) onder;omstreeks