p 54 Flashcards
inferi
inferorum de onderwereld
maritus
mariti m de echtgenoot
morbus
morbi m de ziekte
mensis
mensis m de maand
aets
aetatis v de leefttijd de periode
suadere
suadeo aanraden
carpere
carpo plukken
claudere
claudo sluiten
crescere
cresco groeien
occidere
occido doden
procedere
procedo vooruitgaan
tangere
tango aanraken, bereiken, trekken
prodesse
prosum nuttig zijn
perire
pereo ten onder gaan
quando?
bijwoord wanneer?
rursus
bijwoord opnieuw
somnium
somnii o de droom
imber
imbris m de regenbui
talis
talis, tale; talis zodanig
idem
eadem, idem; eiusdem dezelfde hetzelfde
haud
bijwoord helemaal niet
inde
bijwoord vandaar daarom daarna
plerumque
bijwoord meestal
hic
haec hoc huius deze dit
iste
ista istud istius die dat
ille
illa iilud illius die dat hij zij
epistula
epistulae v de brief
praeterea
bijwoord bovendien