page 22, 25 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

faussement

A

vals, valselijk, ten onrechte, verkeerd, fout, onjuist, schijnbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

à reculons

A

achteruit achterwaarts met tegenzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

enivrant

A

bedwelmend opwindend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fuir

A

vluchten, ervandoor gaan, snel voorbijgaan, voorbij vliegen, lek zijn, weglopen uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

des heures indues

A

bij nacht en ontij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

à une heure indue

A

op een onchristelijk uur, schandelijk laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

s’immiscer

A

zich mengen in, zich bemoeien met, zich inlaten met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tonitruant

A

denderend, daverend, bulderend, dreunend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

un voix tonitruant

A

donderstem stentorstem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soupir de soulagement

A

zucht van opluchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

la veille

A

de vorige dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

la veille au soir

A

de vorige avond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

la veille du nouvel an

A

oudjaarsavond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

la veille

A

het waken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

function de/mode veille

A

stand-by stand, slaapstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

narquois

A

spottend, ironisch, sarcastisch

17
Q

vals, valselijk, ten onrechte, verkeerd, fout, onjuist, schijnbaar

A

faussement

18
Q

achteruit achterwaarts met tegenzin

A

à reculons

19
Q

bedwelmend opwindend

A

enivrant

20
Q

vluchten, ervandoor gaan, snel voorbijgaan, voorbij vliegen, lek zijn, weglopen uit

A

fuir

21
Q

bij nacht en ontij

A

les heures indues

22
Q

op een onchristelijk uur, schandelijk laat

A

à une heure indue

23
Q

zich mengen in, zich bemoeien met, zich inlaten met

A

s’immiscer

24
Q

denderend, daverend, bulderend, dreunend

A

tonitruant

25
Q

donderstem stentorstem

A

un voix tonitruant

26
Q

zucht van opluchting

A

soupir de soulagement

27
Q

de vorige dag

A

la veille

28
Q

de vorige avond

A

la veille au soir

29
Q

oudjaarsavond

A

la veille du nouvel an

30
Q

het waken

A

la veille

31
Q

stand-by stand, slaapstand

A

function de/mode veille

32
Q

spottend, ironisch, sarcastisch

A

narquois