maart 2021 Flashcards
1
Q
hors de prix
A
onbetaalbaar (buitensporig geprijsd)
2
Q
bavarder
A
kletsen, babbelen
3
Q
songer
A
nadenken denken mijmeren
4
Q
sans songer à mal
A
zonder kwade bedoelingen
5
Q
faire songer à
A
doen denken aan, herinneren aan
6
Q
songer que
A
eraan denken dat, bedenken dat, zich voorstellen dat
7
Q
j’y songerai
A
ik zal erover nadenken
8
Q
ça n’a pas tardé
A
dat heeft niet op zich laten wachten, dat is gauw gebeurd
9
Q
plutôt
A
- eerder, liever, veeleer 2. tamelijk, redelijk, aardig, nogal 3. erg, knap, flink, behoorlijk
10
Q
un étourdi(e)
A
een verstrooid iemand (m/v)
11
Q
étourdir
A
verdoven
12
Q
prise au depourvu
A
overvallen
13
Q
néanmoins
A
(desal)niettemin, nochtans, evenwel, toch
14
Q
désormais
A
toekomst: voortaan, van nu/toen af aan, in het vervolg verleden: inmiddels
15
Q
onbetaalbaar (buitensporig geprijsd)
A
hors de prix