page 11 Flashcards

1
Q

Romeo werkt op een school. Hij geeft les aan…

A

zijn klas, or leerlingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Salih is bakker. Hij werkt meestal…

A

in de ochtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rico krijgt een prik.

A

Hij is… ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rhonda is haar sleutel kwijt. Nu moet ze…

A

de sleutel vinden

kwijt: lost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sabir heeft een nieuwe baan. Hij werkt bij…

A

een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Saïd is te laat op zijn werk. Zijn baas is…

A

boos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Salim snijdt de uien. Zijn vrouw gaat…

A

uit van de keuken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Samira heeft een gesprek met haar baas. Ze praten over…

A

belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Samira heeft pijn aan haar rug. Ze kan niet goed…
A

staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Samuel praat met zijn baas. Hij vraagt…

A

over zijn salaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sandra moet vandaag veel doen. Ze moet…

A

morgen reizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sara praat met haar buurvrouw. Ze praten over…

A

de buurt (neighbourhood) of de buren (the neighbours)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sarah is nooit ziek. Zij voelt zich altijd…

A

goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sari zoekt een cursusboek. Ze gaat naar…

A

eenboekenwinkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Savita gaat solliciteren. Ze wil…

A

een nieuwe baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Scott doet een opleiding. Hij vindt leren…

A

belangrijk

17
Q

Shing heeft zijn arm gebroken. Hij mag niet

A

sporten

18
Q

Shaila draagt een rugzak naar school. In de rugzak zit…

A

haar computer

rugzak: backpack