not easy words from 1000 most common words Flashcards
soft
zacht
heavy
zwaar
low
laag
light
licht
the moon
de maan
week days
de dagen van de week
the middle
het midden
after
na
behind
after
at, near
bij
go out to drink
stappen
birthday
verjaardag
go out
uitgaan
to have a drink
borrelen
celebrate a birthday
een verjaardag vieren
to go out for dinner
uit eten gaan
it’s his birthday
hij is jarig
the ferry
pont
the house boat
woontboot
the bicycle track
het fietspad
the square
het plein
the canal boat
het grachtenpand
the canal house
het grachtenpand
the canal
de gracht
the bridge
de brug
the canal cruise
de rondvaart
the scullery
de bijkeuken
the bathtub
het bad
the stool
de kruk
the bed
het bed
the fridge
de koekkast
the window
het raam
the attic
de zolder
the closet
de kast
the cooker
het fornuis
the chair
de stoel
the leg
het been
the beard
de baard
the belly
de buik
the toe
de teen
the spine
de rug
the foot
de voet
the tooth
de tand
the heart
het hart
the elbow
de elleboog
the moustache
de snor
the shoulder
de schouder
the hair
het haar
the body
het lijf
the body
the lichaam
the chest
de borst
shirt
het hemd
clothing
de keding
clothing shop
de kledingwinkel
the bow
de strik
the scarf
de das
the undershorts
de onderbroek
the jeans
de spijkerbroek
the pants
de broek
the blouse
de blouse
the bra
de bh
the suit
het pak
the pyjamas
de pyjama
the tie
de stropdas
To follow
Volgen
To bring
Brengen
To close
Sluiten
To win
Winnen
To like
Luek vinden
Felling
Voelen
To fall
Vallen
To borrow
Lenen
To hold
Houden
Leave
Laten
To pick up
Halen
To decide
Beslissen
To cut
Snijden
To know
Wenten
To believe
Geloven
To happen
Gebeuren
To know
Kennen
To lose
Verliezen
To love
Houden van
the company
de zaak
the salary
het salaris
the experience
de ervaring
the application letter
de sollicitatiebrief
the compensation for travel expenses
de reiskostenvergoeding
groos
bruto
the job
de baan
the compensation
de vergoeding
to change
veranderen
net
netto
the education
de opleiding
the tavel expenses
de reiskosten
to fire
ontslaan
the vacation bonus
het vakantiegeld
the tax
de belasting
the advertisement
de advertentie
the conversation/interview
het gesprek
the cv
het cv
to hire
aannemen
the job interview
het sollicitatiegesprek
the company
het bedrijf
to apply fo
solliciteren
the vacancy
de vacature
the company car
de auto van de zaak
the pension
het pensioen
the colleague
de collega
the application
de sollicitatie
grandfather
de opa
grandmother
de oma
aunt
de tante
uncle
de oom
niece-cousin
de nicht
nephew- cousin
de neef
grandchild
het kleinkind
the acquaintance
de kennis
the acquaintance
de bekende
the classmate
de klasgenoot
the relationship (love)
de verkering
in love
verliefd
to be engaged
verloofd
to marry
trouwen
to divorce
scheiden
to be divorced
gescheiden zijn
to mean
bedoelen
to move
bewegen
to tell
vertellen
to seem
lijken
to show
laten zien
to meet
ontmoeten
to continue
doorgan
to spend
uitgeven
to grow
groeien
to offer
aanbieden
to remember
herinneren
to consider
ocerwegen
to build
bouwen
what will be the weather?
wat voor weer wordt het
the weather forecast
het weerbericht
the message
berricht
nice weather isnt it?
lekker weer, hé?
zeker
(for)sure
mooi weer
nice weather
vandaag
today
degrees
graad
shine
shjinen
bad weather
slecht weer
the precipitation
de neerslag
to rain
regenen
to snow
sneeuwen
to hail
hagelen
the wind
de wind
the thunderstorm
de onweer
the lightning
de bliksem
the thunder
de donder
cloudy
bewolkt
to frieeze
vriezen
the ice
het ijs
other
ander
short
kort
best
best
only
enige
single
enkel
double
dubble
early
vroeg
late
laat
real
echt
special
speciaal
clear
duidelijk
unclear
ondeuidelijk
available
beschikbaar
probable
waarschijnlijk
possible
Mogelijk
wrong
verkeerd
correct
juist
ready
klaar
the health
gezondheid
to report oneself ill
ziek melden
the flu
de griep
to have a cold
verkouden zijn
the fever
koorts
the inflammation
de ontsteking
nauseous
misselijk
dizzy
duizelig
the poisoning
de vergiftiging
the ache
de pijn
zeer
de treatment
de behandeling
the consultation hours
het spreekuur
the first aid
de ehbo/
de eerste hulp
urgent
spoed
the referral letter
de verwijsbrief
the check up
het onderzoek
insurance
de verzekering
the health insurance
de ziektekostenverzekering
the prescription
het recept
aardrijkskunde
geography
the region
de streek
the capital
de hoofdstaad
the village
de dorp
the place
de plaats
the municipality
de gemeente
the town hall
de gemmentehuis
the countryside
het patteland
the polder
de polder
the fortress
de versting
the shore
de wal
the sea
de zee
the lake
het meer
the channel
de kanaal
the river
de rivier
the dam
de dam
the dike
de dijk
the dune
de duin
the tunnel
de tunnel
the mountain
de berg
the hill
de heuvel
the moor
de hei
the immigrant
de allochtoon
to move
verhuizen
to rent
huren
the real estate agent
de makelaar
the rental contract
het huurcontract
the rent
de huur
utility bills
gwe
communal cost
de we-bijdrage
the nieghbours
de buren
to subscribe
inschijven
the id
het legitimatiebewijs
to identify oneself
zich legitimeren
the identity card
de identiteitskart
the driving license
het rijbewijs
the ressidence permit
de verblijfsvergunning
the working permit
de werkvergegunning
the assimilation
de inburgering
to integate
integreren
het n2examen
the exam for dutch as a second language
de naturalisatie
the naturalisation
homesick
heimwee
dissapointed
teleugesteld
annying
to annoy
vervelend
vervelen
sad
verdrietig
furious
kwaad
depressive
depressief
restless
onruistig
afraid
bang
impatient
onduldig
cheerful
opgewerkt
satisfied
tevreden
unsatisfied
ontevredenen
surprised
verrast
enthusiastic
enthousiast
relazed
ontspannen
firendly
vriendelijk/aardig
pathetic
zielig
serious
serieus
the meal
de maaltijd
the dish
het gerecht
the taste
smaak
sweet
zoet
salty
zout
acid
zuur
bitter
bitter
spicy
pittig
the smell
de geur
the pan
de pan
de fire
het fuur
the somke
de rook
the cutlery
het bestek
the fork
de vork
the knife
het mes
the spoon
de lepel
the cup
het kopje
the bottle
de fles
enjoy your meal
smakelijk eten/
eten smakelijk
fresh
vers
the carrot
de wortel
the bean
de boon
the pea
de erwt
the spinach
de spinazie
the kale
de boerenkool
the sausage
de worst
the garlic
de knoflook
the lettuce
de sla
the cucumber
komkommer
the tomato
de tomaat
the onion
de ui
the salt
het zout
the suger
de suiker
THE PEAR
de peer
the peach
de perzik
the apricot
de abrikoos
the orange
de sinaasappel
the mandarin
de mandarijn
the lemon
de citroen
the plum
de pruim
the melon
de meloen
the raspberry
de framboos
the berry
de bes
the cherry
de kers
to laugh
lachen
to behave
gedragen
to hate
haten
to share
delen
to choose
kezen
to understand
begrijpen
i don’t understand
ik begrijp het niet
to dream
dromen
to enjoy
genieten
to cry
huilen
to discover
ontdekken
to develop
ontwikkelenn
to compare
vergelijken
to be mistaken
vergissen
to sell
verkopen
to leave
vertrekken
to trust
vertrouwen
to expect
verwachten
expecting (a baby)
in verwachting
pregnant
zwanger
zullen
will
bijten
to bite
noemen
to call
