page 10 Flashcards

questions page 10

1
Q

Monica maakt graag foto’s. Ze maakt het liefst foto’s van…

A

haar famillie

Liefst= prefers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nadia heeft kip gekocht. Ze gaat de kip eerst…

A

snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Naima wil kapper worden. Ze leert…

A

omharen te knippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nick zoekt werk. Hij wil graag werken bij

A

coca cola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mohammed maakt auto’s. Dat vindt hij…

A

interessant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mo zit aan tafel. Hij schrijft een brief aan zijn…

A

baas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Myra en Liz gaan naar een café. Ze willen graag…

A

koffie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nancy en Oscar zitten in de bioscoop. Ze vinden de film…

A

gezellig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nasir zoekt een nieuw huis. Hij wil een huis met…

A

een tuin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nasira woont bij de supermarkt. Ze woont ook bij…

A

een park

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nick wil naar zijn familie. Hij reist met…

A

een vliegtuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nick zoekt werk. Hij wil graag werken bij…

A

Coca cola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nicole gaat naar de tandarts. Ze heeft pijn aan haar…

A

tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nikki zoekt een nieuw huis. Ze wil graag…

A

een groot huis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nina speelt in de tuin. Ze speelt met…

A

de hond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noah leest een bericht in de krant. Het bericht gaat over…

A

de natuur

bericht: message

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noor werkt in een winkel. Ze verkoopt broeken en ook…

A

hemden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Nora en Souffian wonen in een dorp. Ze wonen liever…

A

bij de natuur

19
Q

Odara ruimt het huis op. Ze legt de kleren…

A

op het bed

ruimt - ruimen clean opruimen=clean up

20
Q

Olga is ziek. Ze moet…

A

naar de dokter

21
Q

Omar koopt vis. Hij koopt ook…

A

rijst

22
Q

Omid leest ‘s ochtends altijd eerst de krant. Daarna gaat hij…

A

douchen

23
Q

Ons dak is kapot. Wij moeten…

A

hetrepareren

dak: roof

24
Q

Orma heeft leuke buren. Ze gaat met haar buren…

A

eten

25
Q

ablo gaat vaak met de trein. Hij gaat dan naar…

A

zijn werk

26
Q

Pablo speelt gitaar. Hij oefent…

A

elke dag

27
Q

Pari gaat elke dag met de bus. Vandaag gaat ze…

A

met de trein

28
Q

ascal vindt zijn werk moeilijk. Hij wil…

A

een nieuwe baan

29
Q

Paul gaat vroeg naar bed. Hij moet morgen…

A

werken

30
Q

Paul heeft honger. Zijn moeder geeft hem…

A

kip

31
Q

Paul viert zijn verjaardag. Hij is…

A

blij

viert=celebrate

32
Q

Paula heeft een brief gekregen. De brief is van…

A

haar moeuder

33
Q

Pedro doet de lamp aan. Het is…

A

donker

34
Q

Pedro woont op een boerderij. Hij heeft daar…

A

veel dieren

boerderij= farm

35
Q

Peter maakt machines. Hij werkt vaak…

A

in het weekend

36
Q

Peter speelt met zijn zoon. Ze zijn…

A

blij

37
Q

Philip fietst op de weg. De weg is…

A

nat

38
Q

Philippa zit in de tuin. Ze zit ook vaak…

A

in het park

39
Q

Pia woont naast een park. Ze gaat daar…

A

elke weekend wandelen

40
Q

Priya doet een opleiding. Later wordt ze…

A

moe

41
Q

Priya maakt saus. Haar dochters willen…

A

de saus proberen

42
Q

Quito eet vandaag niet thuis. Hij eet…

A

bij vrienden

43
Q

Rachel zingt vaak alleen. Soms zingt ze ook…

A

met andere mensen