over anesthesie Flashcards

1
Q

Wat zijn de doelstellingen van algehele anesthesie (narcose)?

A
  • pijnstilling
  • sedatie met meestal beademing
  • spierrelaxatie
  • bewaken van vitale functies door middel van infuus om direct medicijnen in het bloed toe te kunnen dienen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is intubatie?

A

er wordt een tube in de luchtweg ingebracht waardoor de luchtweg vrij blijft en beademing mogelijk is. Deze tube wordt ingebracht tot voorbij de stembanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het risico bij intubatie?

A

Laryngitis (stemband en strottenhoofd ontsteking). dit kan gebeuren als het weefsel beschadigd en heet als gevolg dyspneu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is pre-medicatie?

A

Medicatie die voorgeschreven wordt voorafgaand aan de operatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn 4 verschillende soorten pre-medicatie?

A
  • atropine
  • benzodiazepine (diazepam)
  • haloperidol
  • nadroparine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is atropine en wat doet het?

A

Een middel om de slijmvliezen droog te maken wat het intuberen gemakkelijker maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn benzodiazepine en wat doen deze?

A

Een middel om de sedatie te versterken, en om alvast rustig van te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is haloperidol en waar wordt dit voor gegeven?

A

Een middel dat post-ok wordt gegeven om een delier tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is nadroparine (fraxiparine) en waar wordt dit voor gegeven?

A

Een bloedverdunner ter voorkoming van trombose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly