Orthopedie: 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de 2 soorten botkanker en welke komt het meeste voor

A

primaire botkanker
secundaire botkanker (meest voorkomend) : metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is primaire botkanker

A

zeldzaam
osteosarcoom (meest voorkomende vorm)

vooral in epifysen lange pijpbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn symptomen van botkanker, hoe ontdekken en wat is behandeling

A

zwelling, zeurende pijn (s’nachts)

RX/CT/MRI: locatie, grootte, metastasen

eerst chemo dan chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een gesloten fractuur

A

bot breekt maar steekt niet door huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een open fractuur

A

bot breekt en steekt door huid naar buiten, kan leiden tot ontsteking en bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een comminutieve breuk

A

bot is verbrijzeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een spiraalfractuur

A

bot breekt door draaiing, vaak bij sportletsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is reuma

A

Verzamelnaam voor 200 verschillende ziektes van het bewegingsapparaat (gewrichten, pezen, spieren, slijmbeurzen, etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is artrose

A

verdwijning gewrichtskraakbeen, leidt tot botschade war voor nieuw bot zorgt in de vorm van osteofyten wat zich uit in dikke knobbelige gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een osteofyt

A

botuitsteeksel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn eigenschappen van artrose

A

meest voorkomende reumatische aandoening

vooral vrouwen over 40j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen primaire en secundaire reuma

A

primaire: ouderdomsverschijnsel aka slijtagereuma

secundaire: na gewrichtsletsel, overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe wordt artrose vastgesteld en wat is de behandeling

A

RX

pijnverlichting, warmte, kine

protheses voor heup/knie (soms)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de vormen van artritis

A

reumatoïde artritis
jicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is reumatoïde artritis

A

auto-immuunziekte (immuuncomplexen in gewrichtsholte)

hormonale component (vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het klinisch beeld van reumatoïde artritis

A

polyartritis (pijn + zwelling)
reumaknobbels (zwanenhals)
ankylose
botvergroeiingen

17
Q

wat is ankylose

A

gewrichtsverstijving

18
Q

hoe wordt reumatoïde artritis opgespoord en wat is de behandeling

A

bloedonderzoek: opsporen auto-antistoffen

DMARD’s: disease modifying antirheumatic drugs (ontstekingsremmers), kine

19
Q

waarvoor staat DMARD

A

Disease Modifying AntiRheumatic Drugs

20
Q

wat is jicht

A

Mono-artritis (meestal MTPG 1)
door neerslag urinezuurkristallen in gewrichten/huid/nieren (stenen)

21
Q

wat zijn de kenmerken van jicht, hoe vaststellen en behandeling

A

Typische ontstekingstekens

Acuut of chronisch

Bloedonderzoek, artrocentese (synoviaal vocht)

Pijnverlichting, urinezuurverlagende medicatie

22
Q

waarvoor staat MTPG 1

A

metatarsophalangeaal gewricht

23
Q

wat is bursitis

A

slijmbeursontsteking door repeterende bewegingen, overbelasting of trauma

24
Q

wat is een bursa

A

zakje synoviaal vocht  stootkussen, wrijving beperken

25
Q

wat zijn klachten van bursitis, waar komt het frequent voor en behandeling

A

zeer pijnlijk + bewegingsbeperking

vaak thv schoudergewricht

rust, koeling, pijnverlichting

26
Q

andere naam discus hernia

A

Hernia nuclei pulposi

27
Q

wat is een discus hernia

A

uitpuiling van tussenwervelschijf (zet druk op zenuwwortel)

lage rugpijn/uitstralingspijn/tintelingen/uitvalsverschijnselen

rust, pijnstilling, fysiotherapie, chirurgie

28
Q

wat is capaletunnelsyndroom

A

Zenuwafknelling thv pols
RSI/ beroepsziekte

29
Q

waarvoor staat RSI

A

repetitive strain injury

30
Q

wat is het klinisch beeld van carpaletunnelsyndroom

A

Doofheid, tintelingen, pijn in vingers  uitstraling naar schouders (nacht!)

Krachtverlies  voorwerpen uit handen laten vallen

31
Q

hoe wordt carpaletunnelsyndroom vastgesteld en wat is behandeling

A

EMG: er is vertraagde prikkelgeleiding thv carpale tunnel

ergonomie, nachtspalk, cortizone-injecties, chirurgie

32
Q

wat is EMG

A

Electro Myo Grafie

33
Q

welke zenuw wordt vooral aangetast bij carpaletunnelsyndroom

A

Nervus medianus