anatomie: lymfestelsel en immuniteit 2 Flashcards
wat zijn lymfoïde weefsels
lymfefollikels
MALT
tonsillae
wat zijn de kenmerken van lymfefollikels
- Geen vezelig kapsel
- Centraal kiemcentrum: actief delen van lymfocyten
- Ziektes kunnen zich vestigen in lymfefolikkels
wat is de volledige naam van MALT
- Mucosa geassocieerd lymfoïd weefsel
wat zijn de eigenschappen van MALT
- Epitheelbescherming (want staat in contact met buitenkant)
o Spijsvertering, ademhaling, etc - Bestaat uit groepen lymfefollikels
o Bv platen van Peyer - Bv appendix vermiformis
wat zijn de kenmerken van de tonsillae
- Grote lymfefollikels
- Bewaken toegang spijsverteringskanaal en luchtwegen
wat zijn de soorten tonsillae
o Keelamandel: tonsilla pharyngealis
o Gehemelte amandelen tonsillae palatinae
o Tongamandelen: tonsillae linguales
wat zijn lymfoïde organen
lymfeknopen, thymus, milt
wat is de latijnse naam voor lymfeknopen
nodi lymphatici
wat zijn de kenmerken van lymfeknopen
- Vezelig kapsel
- Cervicaal, axillair, inguinaal
- Functie: filtering/zuivering van lymfe
o 99% antigenen worden verwijderd
o Stimuleren T- en B-cellen voor immuunreactie te starten
wat is een gevolg van de aanmaak van T- en B-cellen
zorgt voor opzwelling lymfeknopen
wat zijn Afferente lymfevaten
aanvoer vanuit perifere weefsels naar lymfeknoop
wat zijn efferente lymfevaten
afvoer vanuit lymfeknoop naar veneuze systeem
wat zijn de kenmerken van de zwezerik
- In mediastinum achter sternum
- Hier vormen en rijpen T-cellen zich (onder invloed van thymosinen)
- Verkleint na puberteit
- Linker- en rechtrkwab (lobi + septa)
wat zijn de kenmerken van de milt/splen/lien
- Grootste hoeveelheid lymfoïd weefsel
- Rode pulpa: erythrocyten
- Witte pulpa: lymfocyten
wat is functie van milt
o filtratie van bloed (verwijderen van afwijkende bloedcellen)
o Start reacties B-en T-cellen op antigenen
o Ijzer opslaan uit rode bloedcellen
wat is een andere naam van de miltpoort en wat gebeurt hier
hilus lienalis
o Hier komen arteria lienalis, vena lienalis en lymfevaten binnen
wat zijn de kenmerken van niet specifieke afweer/immuniteit
a. Aangeboren
b. Onafhankdelijk van aard bedreiging
wat zijn de 7 niet specifieke afweer/immuniteit delen
- fysieke barrières
- fagocyten
- immunologische surveillance
- interferonen
- complementsysteem
- ontstekingsreactie
- koorts
wat zijn de eigenschappen van fysieke barrières
- Houden gevaarlijke stoffen/organismen buiten
a. Uitwendige lichaamsoppevlakten (heel effectief): Huid: keratine, meerdere lagen, haren, klieren
b. Inwendige lichaamsoppervlakte: Spijsvertering, luchtwegen: slijmvlies, maagzuur,
wat zijn de kenmerken van fagocyten
- Opeten cellen (sluiten ze in en verteren lichaamsvreemd materiaal)
- Eerstelijn cellulaire verdediging
- Vooral: neutrofiele granulocyten en macrofagen
- Leukocytose = ontstekingsparameter
a. Toename totaal witte bloedcellen in totaal
wat zijn de zijn de eigenschappen van “mobiele” fagocyten
a. Chemotaxis: worden aangetrokken tot chemische prikkels van ziekteverwekkers
b. Diapedese: emigreren door bloedvatwand naar omringde weefsels
wat is immunologische surveillance, door wat wordt het gedaan (en wat zijn de taken hiervan)
- Voortdurende bewaking gezonde weefsels
- NK-cellen
a. Herkennen + vernietigen viraal geïnfecteerde cellen en tumorcellen
b. Sneller maar minder selectief van T en B cellen
wat is immunologische ontsnapping
nk cellen herkennen niet dat cel gemuteerd is dus tumorcellen kunnen verspreiden
wat zijn interferonen
- Chemische signaalstoffen
a. Verdediging tegen virale infecties coordineren - Worden afgegeven door lymfocyten, macrofagen en viraal geïnfecteerde cellen
- Vertragen verspreiding virale infecties
- Interferonen = cytokinen met invloed op lichaam (hormonale werking)