anatomie: het moleculaire Flashcards

1
Q

wat zijn vetten

A

Opgebouwd uit C,H,O (vetten, oliën)
Niet oplosbaar in water -> eiwitten nodig om deze te transporteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn soorten vetten

A

triglyceriden
fosfolipiden
stereoïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn triglyceriden

A

Meest voorkomend
2x energie als koolhydraten
isoleert lichaam door onderhuids vet (houdt lichaamstemperatuur op pijl, is ook opslag voor energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat triglyceride

A

3 vetzuurmoleculen (verzadigd/onverzadigd)
1 glycerol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn fosfolipiden

A

isoleert lichaam door onderhuids vet (houdt lichaamstemperatuur op pijl, is ook opslag voor energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn stereoïden

A

Bouwstof hormonen, verteringssappen, celmembranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn eiwitten

A

Meest voorkomende bestanddeel
Belangrijkste bestanddeel in lichaam
Opgebouwd uit C,H,O en N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit zijn eiwitten opgebouwd

A

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren (kleinste bouwsteen eiwitten)

Aaneenschakeling aminozuren (volgorde bepaald functie) vormt (poly)peptideketen (eiwit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de soorten eiwitten

A

essentiële: opgenomen via voeding
niet-essentiële: lichaam maakt deze zelf aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bepaald de functie van een eiwit

A

de vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is denaturatie

A

bij te hoge temperatuur kan de 3D structuur verloren gaan (en dus ook de functie)

leidt tot onherstelbare schade aan organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn voorbeelden van eiwitten

A

Hemoglobine: vervoert zuurstof
Myoglobine: eiwit wat in spier zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de 7 functies van eiwitten (+1 extra)

A

stevigheid
beweging
transport
bufferwerking
versnellen/faciliteren van chemische reacties
regulerende functie
verdediging

en is ook een energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat wordt er bedoeld met stevigheid door eiwitten

A

structurele bouweiwitten (voorkomen dat cel inzakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat wordt er bedoeld met beweging door eiwitten

A

contractiele eiwitten (spiercontracties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat wordt er bedoeld met transport door eiwitten

A

transporteiwitten (bv transport vetten)

17
Q

wat wordt er bedoeld met bufferwerking door eiwitten

A

ph stabiliseren

18
Q

wat wordt er bedoeld met 5. Versnellen/ faciliteren chemische reacties door eiwitten

A

enzymen zijn eiwitten

19
Q

wat wordt er bedoeld met een regulerende functie door eiwitten

A

eiwithormonen

20
Q

wat wordt er bedoeld met verdediging door eiwitten

A

harde eiwitten in huid, nagels, haar (keratine), antistoffen

21
Q

wat zijn de nucleïnezuren

A

DNA
RNA

22
Q

waarvoor staat DNA

A

desoxyribonucleïnezuur

23
Q

waarvoor staat RNA

A

ribonucleïnezuur

24
Q

waaruit bestaat DNA en wat doet het

A
  • Bevatten instructies om eiwitten aan te maken
  • 2 nucleotideketens (helix)
25
Q

waaruit bestaat RNA en wat doet het

A
  • 1 nucleotideketen
  • Uitvoering van eiwitsynthese volgens instructies DNA
26
Q

waarvoor staat ATP

A

Adenosinetrifosfaat

27
Q

wat doet adenosinetrifosfaat

A

belangrijkste energierijke verbinding in ons lichaam

28
Q

wat is ADP

A

adenosinedifosfaat

29
Q

wat gebeurt er als ADP -> ATP gaat

A
  • Slaat energie op die afkomstig is van katabolisme
  • Energie is nodig om fosfaat er terug aan te binden
30
Q

wat gebeurt er als ATP -> ADP gaat

A
  • Laat energie vrij voor celfuncties (anabolisme)