anatomie: weefselniveau 2 Flashcards
Wat zijn de kenmerken van bindtweefsel
- diverse soorten
- nooit aan uitwendig milieu blootgesteld
- vaak sterk doorbloed
- bestaat uit: cellen, vezels, matrix
(verhoudingen verschillen per soort)
Wat zijn de functies van bindweefsel
- stevigheid en bescherming
- transport van stoffen
- verbindt weefsels
- energieopslag
- verdediging tegen micro-organismen
- voeden van andere weefsels
Welke soorten bindweefsel geeft stevigheid en bescherming
-botten,
-vezigele kapsels rond organen
Welk bindweefsel zorgt voor transport van stoffen
bloed
welk bindweefsel verbindt weefsels
pezen
ligamenten
welk bindweefsel zorgt voor energieopslag
vetcellen
welk bindweefsel zorgt voor verdediging tegen micro organismen
lymfe
Hoe voedt bindweefsel andere weefsels
doormiddel van vascularisatie
Uit welke CELLEN is bindweefsel in de stricte zin opgemaakt
- fibroblasten/ fibrocyten
- adipocyten
- mestcellen (mastocellen)
- leukocyten
- stamcellen
- macrofagen
wat doen mestcellen/ mastcellen
zorgen voor afweer, er zit histamine in
wat doen macrofagen
fagocytose, beschermen lichaam
wat zijn de vezels in beindweefsel in stricte zin
collagene vezels: sterk buigzaam, talrijk
elastische vezels: rekken uit en veren terug
reticulire vezels: geven steun
ze zijn opgebouwd uit eiwitten
wat is de matrix in bindweefsel in de stricte zin
helder, kleurloos, stroopachtig
vult ruimte tussen cellen en vezels
vertraagt beweging ziekteverwekkers (fagocytose makkelijker)
wat zijn de types bindweefsels in stricte zin
los bindweefsel
vetweefsel
dichtbindweefsel
wat is los bindweefsel
vlak onder epitheel
stootkussen + bloedtoevoer
lucht- en urinewegen
wat is vetweefsel
veel adipocyten
extra bescherming rond organen, onderhuids, oogkas
isoleren + energieopslag
wat is dicht bindweefsel
vooral collagene vezels
pezen, ligamenten
wat is een vloeibaar bindweefsel en geef 2 voorbeelden
cellen die in vloeibare matrix drijven
bloed, lymfe
waaruit bestaat bloed
- erythrocyten
- leukocyten
- trombocyten
- plasma
- water
- opgeloste stoffen
waaruit bestaat lymfe en waar komt dit voor
- lymfocyten (B-cellen en T-cellen)
- lymfe
amandelen, apendix, milt
waar worden B- en T-cellen gemaakt
B-cellen = beenmerg
T-cellen = thymus
wat zijn steunweefsels
kraakbeen
been
wat zijn de kenmerken van kraakbeen
- kraakbeencellen (chondrocyten)
- vaste, rubberachtige matrix
- geen bloedvaten
- bedekt met perichondrium
hoe krijgen kraakbeen voedingstoffen, wat is het gevolg hiervan
via diffusie doorheen de matrix
bij beschadiging is beperkt herstel mogelijk
wat zijn de soorten kraakbeen
- hyalien kraakbeen
- elastisch kraakbeen
- vezelig kraakbeen
wat is hyalien kraakbeen
meest voorkomend
gewrichten
stevig maar beetje buigbaar
wrijving tussen botoppervlakken verminderen
wat is elastisch kraakbeen
stevigheid maar laat vervorming toe zonder beschadiging en keert naar oorspronkelijke vorm terug
oorschelp
waar komt vezelig kraakbeen voor
tussenwervelschijven
waaruit bestaat been
- beencellen (osteocyten)
- vaste kristallijne matrix
- doorbloeding
- periostium
waaruit bestaat de matrix van been
buigzame collageenvezels
harde calciumzouten
waar zitten beencellen
ingesloten door matrix
wat worden groepen chondrocyten en osteacyten genoemd
lacunae
waarvoor zorgt doorbloeding bij been
o Diffusie voedingstoffen (via canaliculi (kleine kanaaltjes door matrix naar osteocyten)
o Goed herstelvermogen
waaruit bestaan membranen
dekweefsel + bindweefsel
wat zijn de types membranen
slijmvliezen
sereuze membranen
huid
synoviaal vliezen
wat zijn slijmvliezen
- Bekleden holtes in contact met buitenwereld
- Mucus bevochtigd oppervlakte
- Spijsverteringskanaal, lucht- en urinewegen
wat zijn sereuze membranen
- Pariëtaal + visceraal deel met sereuze vloeistof tussen
- Wrijving minimaliseren
- Interne holtes
o Cavitas
Pleuralis
Abdominalis (peridtoneum)
Pericardia (pericardium)
wat is de huid
- Lichaamsoppervlak
- Dik, droog, waterdicht
wat zijn synoviaal vliezen
- Gewrichtsvliezen (bekleden gewrichtholtes)
- Scheiden synoviaal vocht af (gewrichtsvloeistof)
o Smeert de gewrichten