OKC 4 Organisatie van de gezondheidszorg Flashcards

1
Q

Definitie van gezondheid uitleggen:

A
  • Lichaamsfuncties
  • Mentaal welbevinden
  • Zingeving
  • Kwaliteit van leven
  • Sociaal maatschappelijk participeren
  • Dagelijks functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zorgverzekeringswet (ZVW)

A

Verplicht basisverzekering en recht op zorg uit basispakket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wet langdurige zorg (WLZ)

A
  • Zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening
  • CIZ geeft WLZ indicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

A

Aanvulling van ondersteuning die niet medisch is
- Maatwerkvoorziening
- Algemene voorziening
- Vervoersvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Jeugdwet

A

Regelt de hulp aan kinderen en hun ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe vindt de financiering van zorg plaats

A
  • Gereguleerd segment
  • Vrij segment
  • Vast segment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De verschillende manieren waarop gezondheidszorg wordt ingedeeld uit te leggen:

A
  • Eerstelijnszorg: direct toegankelijk, de persoon dient zelf om deze zorg te vragen
  • Tweedelijnszorg: gespecialiseerd, doorverwijzing vanuit eerstelijnszorg is nodig
  • Derdelijnszorg: hooggespecialiseerd, doorverwijzing vanuit tweedelijnszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zorgbehoeften

A

Somatische zorg
Curatieve zorg
Palliatieve zorg
Ambulante zorg
Prevalentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly