AFP 11 Huid Flashcards
Functies van de huid
- Bescherming
- Warmteregulatie
- Uitscheiding
- Waarneming
- Aanmaak vitamine D
Latijnse benaming huid
Cutis
Opbouw lagen van de huid
- Epidermis
- Dermis
- Subcutis
Bouw van de epidermis
Opperhuid, bestaat uit meerlagig plaveiselepitheel
Functie van de epidermis
- Weerstand bieden aan mechanische, biologische en chemische invloeden van buitenaf
- Slijtfunctie, dode cellen die los laten
- Epidermis is niet doorbloed en bevat geen lymfevaten
Noem de 5 lagen van de epidermis
- Stratum basale
- Stratum spinosum
- Stratum granulosum
- Stratum lucidum
- Stratum corneum
Stratum basale
- Diepst gelegen laag
- Cellen zitten verankerd in de basaalmembraan
- Bestaat voornamelijk uit huidstamcellen
- Nieuw gevormde cellen schuiven naar de oppervlak
- Bevat melanocyten (pigmentcellen)
Stratum spinosum
Stekelcellenlaag
1. Bestaat uit cellen die uitsteeksels (spinae) verbindingen hebben met naburige cellen
2. Stevigheid
3. Bij beschadiging vormt het stratum spinosum nieuwe epidermiscellen, gebeurd onder invloed van histamine
Wat is de stratum germinativum en wat is het kenmerk?
Ook wel kiemlaag genoemd, bestaat uit stratum basale en stratum spinosum
Cellen die het vermogen hebben om te delen
NL naam van stratum basale
Basale laag
NL naam van stratum spinosum
Stekelcellenlaag
Stratum granulosum
Korrellaag
1. Opgebouwd uit één tot vijf lagen cellen
2. Cellen zijn iets afgeplat en bevatten doorzichtige granulae die in een later stadium gebruikt worden bij keratine (hoornstof)
Stratum lucidum
Heldere laag
1. Cellen zijn plat en bevatten ze het nog kleurloze voorstadium van keratine (hoornstof)
2. De cellen zijn bezig af te sterven
Stratum corneum
Hoornlaag
1. Meest oppervlakkige huid
2. Bestaat uit vijftien tot twintig lagen platte en dode cellen vol keratine
3. Deze laag slijt af en vormt een schilferige laag en slijt af door mechanische invloeden
Zet de volgende lagen in de juiste volgorde van externus naar internus
A. Stratum basale
B. Stratum spinosum
C. Stratum corneum
D. Stratum lucidum
E. Stratum granulosum
C, D, E, B, A
NL naam van stratum granulosum
Korrellaag
NL naam van stratum lucidum
Heldere laag
NL naam van stratum corneum
Hoornlaag
Hoe noem je een verdikking van de stratum corneum?
Eelt
Kenmerk stratum corneum
Vijftien tot twintig lagen platte en dode cellen vol keratine
Kenmerk stratum lucidum
Bevatten het kleurloze voorstadium van keratine
Cellen zijn bezig met afsterven
Kenmerk stratum granulosum
Bevatten doorzichtige granulae welke in een later stadium gebruikt worden bij vorming van keratine
Wat is keratine?
Hoornstof
Kenmerken stratum basale
Verankerd in het basaalmembraan
Huidstamcellen
Melanocyten (pigmentcellen)
Kenmerken stratum spinosum
Verbindingen via uitsteeksels (spinae) met naburige cellen
Zorgt voor de stevigheid
Celdeling onder invloed van histamine bij beschadiging
Wat zijn huidlijsten?
De geribbelde opperhuid op handpalm, vingertoppen, voetzolen en teentoppen
Hoe krijgt de epidermis zuurstof en voedingsstoffen?
Vanuit de bloedvaten van de dermis
Functie epidermis
Slijtfunctie
Handhaven van de gezondheid en functionaliteit van de huid
Structurele ondersteuning
Voedingsstoffen en zuurstof
Zintuigelijke waarneming en thermoregulatie
Functie dermis
Welke twee lagen bevinden zich in de dermis?
Stratum papillaire en stratum reticulare
Kenmerken stratum reticulare
Hoog gehalte aan collagene vezels
Hieraan is de huid rekbaar en veerkrachtig
Hoe word de huidskleur bepaald?
Door de hoeveelheid melanine die door melonocyten (pigmentcellen) word gevormd
Iemand met een donkere huidkleur heeft veel melanine in het stratum spinosum
Waaruit bestaat de dermis?
- Bindweefsel
- Lymfevaten
- zenuwen
- huidsensoren
- Ook zijn er ingezonken epidermale structuren te vinden
Waarom is het letten op de splijtrichting belangrijk bij het maken van een incisie (snede)?
Om zo min mogelijk vezels door te snijden, zodat het weefsel zich weer goed kan herstellen zonder littekenweefsel
In de lengterichting van de ruitfiguren = weinig collagene vezels geraakt
Kenmerken stratum papillaire
Hoog gehalte aan collagene en elastische vezels
Vele uitstulpingen papillae dermis, waarmee de dermis in de epidermis is verankerd
In de papillae bevinden zich bloedvaten, zenuwen en huidsensoren
Herstel van een huidwond
- Beschadigde cellen geven signalen af waardoor mastocyten (mestcellen) erop af komen
- Produceren histamine (weefselhormoon)
- Kapotte cellen schiden histamine af = lokaal bloedvatvernauwing
- Er worden macrofagen ingezet (opeters)
- Stollingscascade gestart
- Na enkele uren is er een stolsel en is het beschadigde deel afgesloten
- Stamcellen migreren vanuit het stratum basale en omringen het beschadigde gebied
- Fibroblasten in het bindweefsel van de dermis beginnen met herstel van het weefsel onder de epidermis
Warmte isolator
Stootkussen
Reserve voorraad voor brandstof
Functie subcutis
Kenmerk losmazig bindweefsel in subcutis
De huid is verschuifbaar
Kenmerk collegene bindweefselstrengen vanuit dermis > subcutis > algemene fascie
De huid is niet verschuifbaar
Kenmerk onderhuidsvetweefsel in subcutis
Groot aantal vetcellen
Benoem epidermale structuren (5)
- Haren
- Nagels
- Borstklieren
- Zweetklieren
- Talgklieren
Locatie subpapillaire netwerk
Tussen stratum reticulaire en stratum papillaire
Subepitheliale venenplexus
Veneuze deel van het subpapillaire vaatnetwerk
Locatie cutane vaatnetwerk
Tussen subcutis en dermis
Locatie fasciale vaatnetwerk
Tussen algemene fascie en subcutis
Zijn er in de epidermis bloedvaten aanwezig?
Nee
Hoe word de epidermis van voeding voorzien?
Gebeurd vanuit de dermis en de subcutis omdat ze doorbloed zijn
wat zijn de drie vaatnetwerken op niveau?
- Diepst gelegen fasciale vaatnetwerk
- Middelste cutane vaatnetwerk
- Meest oppervlakkig subpapillaire vaatnetwerk
Fasciale vaatnetwerk
- Diepst gelegen
- Tussen algemene fascie en subcutis
- Arterieel vaatnetwerk
Cutane vaatnetwerk
- Middelste vaatnetwerk
- Tussen subcutis en dermis
- Arterieel vaatnetwerk
- Bestaat uit aftakkingen van het fasciale vaatnetwerk
Subpapillaire vaatnetwerk
- Meest oppervlakkig
- Tussen stratum reticulaire en stratum papillaire (dermis)
- Veneuze deel ligt hoger dan de arteriële deel
Subepitheliale venenplexus
Veneuze deel van het subpapillaire vaatnetwerk
Waar in de huid liggen capillairen?
Onder de basale laag van de epidermis
Rondom klieren, haarfollikels en huidsensoren
Wat zijn precapillaire sfincters?
Kleine kringspiertjes die bepalen welke capillairen openstaan
Wat zijn arterioveneuze anastosomen?
Verbindingen tussen venen en arteriën zonder capillairen
Waar bevinden zich arterioveneuze anastomosen?
Tussen de drie vaatnetwerken
Gemiddelde kerntemperatuur
Gemiddeld 37 graden
Gemiddelde schiltemperatuur
Gemiddeld 33 graden
Afhankelijk van omgevingstemperatuur en eigen warmteproductie
Wat is warmteproductie?
De productie van warmte op celniveau door middel van celstofwisseling
Hoe hoger de activiteit van de celstofwisseling hoe meer warmte
Welk orgaan produceert veel warmte?
De lever
Functie warmteafgifte
Oververhitting van inwendige organen tegen gaan
Handhaving van schiltemperatuur
Benoem de 4 manieren van warmteafgifte
- Warmte-uitstraling
- Warmtegeleiding
- Verdamping
- Luchtstroom
Welke manieren van warmteafgifte werken niet meer bij omgevingstemperaturen boven de 37 graden of onvoldoende bij zware lichaamsinspanning?
- Warmte uitstraling
- Warmte geleiding
De precapillaire sfincters in de dermis papillen staan open voor voeding van dermis en stratum basale van epidermis
De AVA’s in het subpapillaire netwerk staan open, dus veel warmte-afgifte
De AVA’s in diepere huidlagen zijn dicht
Normale temperatuur
De precapillaire sfincters in de papillen van de dermis gaan dicht
De AVA’s in het subpapillaire netwerk gaan dicht, de druk in de arteriën wordt hoger en het bloed moet dus langs diepere lagen
Te koud
De precapillaire sfincters in de dermis papillen staan open voor voeding van dermis en stratum basale van epidermis
De AVA’s in het subpapillaire netwerk staan open, dus veel warmte-afgifte
De AVA’s in diepere huidlagen zijn dicht
Transpireren
Te warm
Oorzaken te koude lichaamstemperatuur
- Te veel warmteverlies
- Te weinig warmteproductie
Oorzaken te warme lichaamstemperatuur
- Te weinig warmteverlies
- Te veel warmteproductie
Subfebriel
Verhoging 37,5-38
Hyperpyrexie
> 41 graden
Hyperthermie
> 38 graden
Febris
Koorts
Oorzaak hyperpyrexie
Pyrogenen
Oorzaak hyperthermie
Niet pathologisch, disbalans tussen warmteproductie en warmteafgifte
Oorzaken febris
Toxinen van bacteriën
Ontstekingen
Allergieën, auto-immuunreactie
Tumormetastasen
Opruim reactie na bloeding of bloedtransfusie
Functie febris
Allerlei reacties verlopen sneller
Versterkt het effect van interferonen
Stimuleert de fagocytose
Stimuleert de aanmaak van antilichamen
Versnelt het weefselherstel
Wat is pallor?
Bleekheid van de huid
Wat is icterus?
Een ophoping van bilirubine
Wat is een gecompliceerde wond?
Een wond waarvan het herstel blijft steken in de reactiefase bijv. door infectie, door een slechte voedingstoestand of een slechte doorbloeding
Litteken trekt strak samen rondom het gewricht waardoor het niet meer beweegbaar is
Contracturen
Remodelleringsfase is te heftig
Keloïd/ hypertrofisch litteken
Waar zitten de capillairen het meest in de huid?
Vooral net onder de basale laag van de epidermis
Twee routes van bloed door de huid
- Kleine stroom via capillairen om de (epi) dermis en de tructuren te voeden
- Grote stroom dia oppervlakige AVA’S rechtstreeks naar de subepitheliale venus plexus, belangrijk voor de temperatuurregulatie
AVA’S in diepere lagen zitten dan dicht
Definitie wonden
De samenhang in een weefsel is verbroken door de inwerking van geweld
Histamine
- uit beschadigde wonden komt histamine vrij
Voorbeelden te benoemen van een uitwendige wond
De huid is beschadigd
- Snijwond, steek of schot
- Bijt, schaaf, scheur = avulsie
- Amputatie
- Brandwond en bevriezing
- Drukwond = decubitus
- Ulcus = zweer
Voorbeelden te benoemen van een inwendige wond
Huid is nog heel’
- Contusie = kneuzing
- Distorsie = verstuiking (gewricht) (opgerekt)
- Luxatie = ontwrichting (geschuerd gewricht)
- Ruptuur = scheur (organen, pees of spier)
- Fractuur = botbreuk
fissuur = barstje in bod
Complicaties bij wondgenezing
Chronische wond
Het herstel blijft steken in de reactiefase
Door: micro-organisme (infectie) slechte voedingstoestand, slechte doorbloeding
Versterkte wondgenezing
Remodellering is te heftig
Keloid = hypertrofisch litteken (overmatige groei)
Contracturen
Decubitus
- Aanhoudende durk en/of schuifkrachten
- Weefsel ontvangt te weinig zuurstof en voeding waardoor weefselbeschadiging
Risicofactoren decubitus
- Bedlegerig of stoel gebonden
- Gevoelsverlies (verlamming)
- Slechte algehele conditie (longziekten, hartfalen, anemie of koorts)
Verdamping
Werkt ook als de omgeving > 32 graden
Vocht op de huid trekt veel warmte uit het lichaam
Werkt alleen als de omgeving temp kouder is dan het lichaam
Straling, geleiding en stroming
Rood worden bij warmte of blozen is het gevolg van:
Bloedvatvernauwing in de lederhuid.
Bloedvatverwijding in de epidermis (opperhuid).
Bloedvatverwijding in de lederhuid.
Bloedvatvernauwing in de epidermis (opperhuid)
Bloedvatverwijding in de lederhuid.
De lichaamstemp word geregeld vanuit de ….
Hypothalamus
In welke laag van de huid zitten de pigmentcellen?
De kiemlaag of te wel stratum germinativum = stratum basale en stratum spinosum