Nederlands 4 Flashcards

1
Q

Cursus= een reeks van lessen over een bepaald onderwerp.

A

Syllabus = en samenvatting van wat behandeld is of zal worden, een handleiding bij de studie van en vak dat door een docent gedoceerd word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fout

Het jou fout

A

Schuld
Het is uw schuld.
schuld bekennen
in overtreding zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Monitor = beeldscherm of studioluidspreker

A

jeugdleraar, groepsleider, kampleider, leraar of instructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Recent

A

Onlangs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

iemand gerust laten

A

Iemand met rust laten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schoonvegen = schoonmaken

A

Uitvegen = wegvegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zich zetten

A

gaan zitten, plaats nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Akkoord

A

Akkoord gaan

het eens zijn/ worden met iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waskoord, wasdraad

A

Waslijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een tandje bijsteken

A

Een tandje bijzetten

een tandje hoger schakelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het goed stellen

A

het goed maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gedacht
Je gedacht doen
er geen gedacht van hebben

A

gedachte, mening
doen waar je zin in hebt
er geen flauw idee van hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hernemen

A

Hervatten
Het spreken voortzetten
opnieuw innemen, herwinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zicht = het zien zelf, de mogelijkheid om te zien

A

gezicht = Gezichtsvermogen, indruk, ies wat je voor je ziet, gelaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nota = rekening, mededeling, goed onthouden, kennis nemen van

A

Notitie nemen= aantekeningen maken
bron word in de voetnood vermeld
adres in notitieboekje opschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Turnen = lichaamsoefeningen op hoger niveau buiten het schoolgebeuren

A

Gymnastiek of lichaamsoefeningen = op schoolniveau

17
Q

Te nemen of te laten

A

Het is te kiezen of te delen =

het is definitief, er word niet meer op teruggekomen.

18
Q

Afkomen met iets

A

Met iets komen aandragen
met iets komen aanzetten
Langskomen