natuurwetenschappen thema 5 Flashcards

1
Q

wat is een orgaan

A

verzameling van weefsel die samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een cel

A

kleine bouwstenen van het organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het cytoplasma wordt begrensd door een

A

celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de groene korrels in de cel

A

de bladgroenkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het cytoplasma

A

vloeibare celinhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eindknop, okselknop, zijwortel en blad zijn

A

organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie bladgroenkorrels

A

zorgen voor de groene kleur van de plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is weefsel

A

verzameling van cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie in het organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

microscopisch organistatieniveau

A

cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bespreek een microscoop

A

de ooglens en voorwerplens hebben een bepaalde vergrotingswaarde totale vergroting = vergroting ooglens x vergroting voorwerplens je gebruikt de macroschroef om het beeld te zoeken je gebruikt de microschroef om het beeld scherp te stellen het diafragma regelt de hoeveelheid lichtx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functie van de vacuole

A

ze bevat water en opgeloste stoffen en geeft de cel extra stevigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef enkele organen van dieren

A

hart, longen; dunne darm, endeldarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verzameling van organen die samenwerken

A

stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet de celwand

A

die zorgt er voor dat de cel een vaste vorm en stevigheid heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de grote vloeistofblaas in het midden van de cel

A

de vacuole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dierlijke cel is opgebouwd uit

A

een celmembraan cytoplasma celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is een weefsel

A

een verzameling of een groep cellen met dezelfde vorm en functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

plantaardige cel is opgebouwd uit

A

celwand - celmembraan - cytoplasma - bladgroenkorrels - vacuole - celkern

19
Q

weefsel is opgebouwd uit cellen met

A

dezelfde vorm, dezelfde functie

20
Q

Wat is macroscopisch

A

datgene dat je met het blote oog kunt zien

21
Q

kleine bouwstenen van het organisme

A

cel

22
Q

wat is een stelsel

A

verzameling van organen die samenwerken

23
Q

functie cytoplasma

A

transport van stoffen in de cel

24
Q

hoe noemen we het toestel waarmee we een voorwerp microscopisch kunnen waarnemen

A

een microscoop

25
Q

wat is microscopisch

A

datgene dat je enkel met de microscoop kan zien

26
Q

bouw van de mens

A

organisme - stelsel - orgaan - weefsel - cellen

27
Q

hoe is een dierlijke cel opgebouwd

A

celmembraan, celkern, cytoplasma

28
Q

een orgaan is opgebouwd uit

A

verschillende weefsels die samenwerken aan één taak

29
Q

wat zijn de verschillende organisatieniveaus van een organisme

A

stelsel - orgaan - weefsel en cel

30
Q

binnenkant van de cel is gevuld met de vloeibare celinhoud, hoe noem je dat nog

A

het cytoplasma

31
Q

wat is de donkere ronde vlek in de cel

A

de celkern

32
Q

geef enkele organen van bloemplanten

A

blad, knop, wortel, stengel

33
Q

verzameling van cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie in het organisme

A

weefsel

34
Q

functie celwand

A

geeft vaste vorm

35
Q

door wat is de buitenzijde van een cel van de plant omgeven

A

de celwand

36
Q

wat zijn cellen

A

bouwstenen van alle levende organismen

37
Q

macroscopisch oragnisatieniveau

A

stelsel - orgaan -weefsel

38
Q

wat is een orgaan

A

verschillende weefsels die samenwerken aan dezelfde taak

39
Q

functie van het celmembraan

A

regelt transport van water en andere stoffen in en uit de cel

40
Q

Hoe is een plantaardige cel opgebouwd

A

celwand, celmembraan, celkern, grote vacuole, cytoplasma, (blad)groenkorrels

41
Q

zien de plantaardige cellen er hetzelfde uit als de dierlijke cellen

A

nee

42
Q

verzameling van weefsel die samenwerken

A

orgaan

43
Q

functie van de celkern

A

celactiviteiten regelen ze bepaald de vorm en het uitzicht van de cel