geschiedenis hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

hoe is de land bouw onstaan

A

het werd makkelijker om aan voedsel te geraken en voedsel voorraden opslaan , ze moesten niet meer rond trekken, ze vestigde in een nederzetting zo werden ze sedentair, ze gingen domesticatie doen met planten en dieren zo ontstond akkerbouw en veeteelt en dit allemaal in 8500 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe werd landbouw verspreid in Europa

A

de boeren moesten steeds op zoek gaan naar nieuwe geschikte grond zo geraakte ze van het nabije Oosten uit in Europa terecht en de eerste nederzetting in Europa was in 5500 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar ligt de vrucht bare halvemaan

A

in Azië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe was het klimaat in de vrucht bare halvemaan

A

warmer en natter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom werd het leven van de voedsel verzamelaars-jagers makkelijker

A

er was meer voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke dieren waren in de vrucht bare halvemaan

A

wilde gieten, schapen, runden,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat betekend sedertair

A

op een vaste verblijfplaats blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het tegengestelde van sedertair

A

nomade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welk gewas was makkelijker om te bewaren en waarom

A

graan

het gaat jaren lang mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in de vrucht bare halvemaan hoe was het klimaat
voedsel
(over)leven
verblijfplaats

A
het was
milder
meer
makkelijker
vast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe veranderde het klimaat opnieuw

A

kouder en natter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom werd het leven van de voedsel verzamelaars-jagers moeilijker

A

minder voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe slaagde ze er in om toch te overleven

A

zelf voedsel prodiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de voedsel verzamelaars-jagers veranderde in… (vul aan)

A

in landbouwers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe bepaalde ze waar en welke planten groeien

A

gekozen planten zelf zaaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe verzorgde de landbouwers dat ze niet steeds hun prooi moesten achtervolgen

A

de dieren in gevangenschap houden

17
Q

hoe verzorgde de landbouwers dat ze niet voortduren moeten bezig houden met hun voedselvoorziening

A

voedselvoorraden opslaan

18
Q

wanneer bestond landbouw

A

in 8500 v.C.

19
Q

wat produceerde de akkerbouw en de veeteelt

A

akkerbouw: tarwe en gerst
veeteelt: geiten, schapen, runderen,…

20
Q

wat betekend domesticatie en

landbouw

A

ingrijpen in de natuur

voedsel produceren

21
Q
ik zeg een par landen en ij zegt welk wereld deel en tijd
China:
 vrucht bare halvemaan:
Anders-en Amazonegebied:
Mexico:
A

Azië, 7500 v.C.
Azië, 8500 v.C.
Amerika, 3500 v.C.
Amerika, 3500 v.C

22
Q

hoe was de nederzetting

A

klein

23
Q

welke dieren fokte ze

A

schapen, geiten, runderen, varkens, ……..

24
Q

waarvoor gebruiken ze het bos nog

A
  • soms om te jagen
  • nieuwe landbouw grond
  • bouwmateriaal
  • brandstof