aardrijkskunde hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

hoe nomen we de gesteentes die aan het aardoppervlaktes liggen

A

oppervlaktegesteentes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe nomen we de bovenste laag van de aardkorst

A

bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe nomen we het deel onder de bodem

A

ondergronds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe word het uitzicht en de kleur pebaalt

A

door insnijding van het water en door inwerking van vors en dooi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uit wat bestaat de bodem

A

uit vaste bestanddelen en gedeeltelijk uit poriën die met water en lucht gevuld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is gesteente

A

is een natuurlijk materiaal waaruit de aardkorst is opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de bodem

A

de bovenste laag van de aardkorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is ondergrond

A

deel onder de bodem van de aardkorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is oppervlaktegesteente

A

gesteente dat op de aardoppervlakte ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is zand en aan wat kan je dat zien

A

een los gesteente
als het in ons hand ligt dan vloeit het van ons hand tussen de vingers af, we voelen de korrels en we kunnen de korrels zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is grind en aan wat kan je dat zien

A

een los gesteente

we kunnen de stenen zien (ze zijn groter dan 2 mm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is leem aan wat kan je dat zien

A

een los gesteente

leem zijn kleine steentjes die je niet meer kan voelen, niet boetseerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is klei aan wat kan je dat zien

A

een los gesteente

klei zijn kleinere steentjes die je niet meer kan voelen, boetseerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe onderscheid je leen en klei

A

eer droge gesteentes te verpulveren tot fijne poeder daarna bevochtigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zeg de 4 vaste gesteentes

A

kalksteen,conglomeraat,zandsteen,kleisteen of leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zeg de 4 losse gesteentes

A

leem, klei, zand, grind

17
Q

wat zijn losse gesteente

A

zijn gesteente bestaat uit losse afzonderlijke korrels

18
Q

wat zijn vaste gesteente

A

rotsen waarin de korrels sterk aankleven zij

19
Q

wat is de snelheid doorsnijding, graad van doorlatendheid en de korrel grote van grind, zand, leem, klei

A

grind: snelheid doorsnijding snel, de graad van doorlatendheid sterk en de korrel grote krijtjes

zand: snelheid doorsnijding matig, de
graad van doorlatendheid matig en de korrel grote grof

leem: snelheid doorsnijding traag, de graad van doorlatendheid zwak en de korrel grote fijn
klei: snelheid doorsnijding zeer traag, de graad van doorlatendheid zeer zwak de korrel grote zeer fijn