aardrijkskunde hoofdstuk 4-5-6-7 (reliëf) Flashcards

1
Q

Hoe noem je de kniklijn waar het water van twee kanten naar toe loopt

A

dallijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de hoogtezone boven 2000 noemen we

A

hoogland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lijnen die punten met eenzelfde hoogte verbinden

A

hoogtelijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het bijna vlak gebied tussen twee dalflanken noemen we

A

een dalbodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

om het reliëf in het landschap te herkennen en te beschrijven let je op de reliëfelementen

A

de horizon, de hoogteverschillen, de hellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom lopen hoogtelijnen min of meer parallel?

A

als ze elkaar zouden kruisen dan zou de helling twee verschillende hoogtes hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt de 0 meter

A

in verschillende Europese landen gebruiken ze een andere referentiehoogte België is de hoogte het gemiddeld zeeniveau bij eb in Oostenrijk TAW

in Nederland is is de nulmeter de NAP deze ligt 2,3m hoger dan de TAW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de reliëfvorm heuvel

A

de horizonlijn is gebogen vanaf de kamlijn dalen de hellingsvlakken in alle richtingenµhet geheel steekt duidelijk boven de omgeving uit het hoogteverschil bedraagt meestal enkele tientallen meters maar zeker niet meer dan 500m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bespreek de reliëfvorm berg

A

de horizonlijn is sterk getand de hellingsvlakken zijn zeer steil het hoogteverschil met de omgeving is heel groot en bedraagt minstens 500m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eenvormig groene tinten voor lage zones gele voor middelhoge zones bruine voor hoge delen

A

kleurenschaal hoogtezone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

steilere hellingsvlakken noemen we

A

dalflanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer spreek je van een gebergte

A

horizonlijn is scherp en hoekig grote hoogteverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kleurenschaal hoogtezone

A

eenvormig groene tinten voor lage zones gele voor middelhoge zones bruine voor hoge delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ingekleurd gebied tussen twee hoogtelijnen handiger en geeft een duidelijker beeld van het reliëf van een gebied

A

hoogtezone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

indien er sommige punten zich onderscheiden van andere in de omgeving doordat hun hoogteligging verschilt dan geven we deze aan met

A

hoogtecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kaart die gevormd wordt door punten van dezelfde hoogte met elkaar te verbinden

A

hoogtekaart of reliëfkaart

17
Q

horizon

A

recht, golvend, kantig

18
Q

kamlijn

A

de kniklijn waar het water van twee kanten wegloopt

19
Q

hoogtelijnen

A

lijnen die punten met eenzelfde hoogte verbinden

20
Q

wanneer spreek je van een vlakte

A

horizonlijn is zo goed als recht hellingsvlakken zijn zwak en bijna geen hoogteverschillen

21
Q

hoogteverschil

A

bijna geen, klein, matig, groot, zeer groot

22
Q

dallijn

A

de kniklijn waar het water van twee kanten naar toe loopt

23
Q

Hoogtezone

A

ingekleurd gebied tussen twee hoogtelijnen handiger en geeft een duidelijker beeld van het reliëf van een gebied

24
Q

hoogtecijfer

A

indien er sommige punten zich onderscheiden van andere in de omgeving doordat hun hoogteligging verschilt dan geven we deze aan met

25
Q

bespreek de reliëfvorm dal of vallei

A

merk je een langgerekte laagte in het landschap? twee hellingsvlakken dalen af naar een dallijn waar een natuurlijke waterloop vookomt het hoogteverschil is soms heel groot en in andere gevallen nauwelijks merkbaar er strekt zich aan weerskanten van de rivier een bijna vlak daldomein uit

26
Q

de hoogtezone tussen 200 en 2000m noemen we

A

middelland

27
Q

Hoe noem je de kniklijn waar het water van twee kanten wegloopt

A

kamlijn

28
Q

wanneer spreek je van een heuvelland

A

horizonlijn is recht tot licht golvend hellingsvlakken golven en je kan hoogteverschillen waarnemen

29
Q

dalflanken

A

steilere hellingsvlakken

30
Q

een dal of een

A

vallei

31
Q

hellingen

A

bijna geen, zacht, steil, heel steil

32
Q

wanneer spreek je van een plateau

A

horizonlijn is recht steile hellingsvlakken aan weerskanten van de rivier grote hoogteverschillen tussen rivier en bovenvlak maar weinig hoogteverschillen in bovenvlak

33
Q

Worden de hoogtezones steeds met hetzelfde hoogte-interval ingekleurd?

A

neen

34
Q

hoe vorm ik een hoogtekaart of reliëfkaart

A

wordt gevormd door punten van dezelfde hoogte met elkaar te verbinden

35
Q

de hoogtezone tussen 0 en 200m noemen we

A

laagland

36
Q

reliëfelementen

A

horizon, hellingen en hoogteverschil

37
Q

Hoe bepaal je het hoogteverschil

A

hoogte tussen het punt en het zeepeil uitgedrukt in meter

38
Q

een dalbodem

A

het bijna vlak gebied tussen twee dalflanken