Musculo-skeletaal Stelsel Flashcards
Musculoskeletale beweging wormen (soort)
Peristaltische bewegingen
Peristaltische bewegingen
Golf van circulaire en daarna longitudinale spiercontracties
Bewegen de lichaamsvloeistof
Soorten skeletten
- Hydroskelet
- Exoskelet
- Endoskelet
Exoskelet eigenschappen
Bescherming interne organen
Aanhechtingspunt voor spieren
Vorming cutiula bij geleedpotige
Cuticula
Buitenste laag van Arthropoda bestaant uit chitine
Ecdysis
Vervelling
Calciet skelet
Ossicula + stekels van calciumcarbonaat
Bij echinodermata (stekelhuidige)
Axial skelet
Alle botten die de lichaamsas vormen (bijv skelet, ribben etc)
Versteviging van het lichaam en bescherming organen
Appendiculair skelet
De ledenmaten
Geassocieerde pectorale gordel (bijv.schouder) & pelvische gordel (bekken)
Axiaal skelet alle botten
- Schedel
- Ruggenwervels
- Ribben
- Sternum
Eigenschappen been (bot)
Hard, veerkrachtig bindweefsel
Uniek voor vertebraten
Intramembranaire ontwikkeling been
Eenvoudig complex
Vorming van de plate botten
Endochondrale ontwikkeling been
Complexere ontwikkeling
Ontwikkeling van beenderen dieper in het lichaam (de ronde botten)
Intramembranaire been ontwikkeling stappen
- Osteoblasten tussen Collageenvezels secreteren enzymes
- Calcificatie van collageenmatrix
Canaliculi
Manier waarop cellen in het been met elkaar communiceren
Osteoclasten functie
Afbreken van beenmatrix
Fibroblasten functie
Vorming van collageen
Chondroblasten
Vorming van kraakbeen
Endochondrale beenontwikkeling stappen
- Ontstaan van een klein kraakbeenmodel
- Toevoegen van been aan het kraakbeen
- Calcification kraakbeenlaag (gelijk aan Intramembranaire ontwikkeling)
- Inwendig kraakbeen vervangen door been
- Bloedvaten via periosteum in verbeningscentrum
- Calcificatie van het verbeningscentrum
Epifysale plaat
Bestaand uit kraakbeen
Been groeit vanuit hier in de lengte
Beendere groei breedte
Toevoegen been onder periosteum
Compact been
Buitenste dense laag van het bot
Mergbeen
Omgeeft interne mergholte en bevat het beenmerg
Sponsachtig bot
Vormt epifyses binnen omhulsel compact been
Honingraat structuur
Enkel aan been uiteindes
Endosteum
Dun weefsel dat mergholte omgeeft
Bevat mesenchymcellen
GEEN collagen vezels
Vasculaire beenderen
Komen voor bij de meeste zoogdieren
Met osteocyten en kanalen van Havers
Avasculaire beenderen
In vogels & vissen
Geen osteocyten
Acellulaire beenderen
Osteoperosis
Ziekte waarbij de botafbraak gebeurd
Hierdoor Brekingskans sterk vergroot
Articulaties
Plaats waar beenderen aan elkaar hechten
Onbeweegbare gewrichten
Naden in de beenderen van de schedel
Licht beweegbare gewrichten
Verbinding sacrale wervels en bekkengordel
Verbindingen tussen kraakbeen of bindweefsels
Volledig beweegbare gewrichten
Gewrichten met een vloeistof voor de beweging
Periosteum
Aanhechtingsplaats op beenderen voor skeletspieren
Soms verbonden via pezen
Agonist spieren
Veroorzaken dezelfde actie/ beweging
Antagonisten
Veroorzaken tegenovergestelde actie/ beweging
Opbouw skeletspieren van groot naar klein
Spierbundel > spiervezel > myofibrillen > myofilamenten
A band
Opeengestapelde dunne & dikke myofilamenten
Donkere banden
H band
Centrum van de A-band
Enkel dikke myofilamenten
Sarcomeer
Afstand tussen 2 Z-lijnen
Kleinste eenheid van spiercontractie
Z lijn
Proteine schijf
Verdeelt I-band in 2 helften
Spiercontractie principe
Myofibrillen contraheren & verkorten
Dikke & dunne filamenten glijden over elkaar
Myofilamenten blijven gelijke lengte
Glijdend filament mechanisme
Z lijnen dichterbij elkaar
I & H banden verkorten
A band blijft gelijke grootte
Myosine
Verschillende subunits vormen een dikfilament
2 rond elkaar gewonden polypeptideketens
Actine
Samenwikkeling van 2 actine ketens in een helix vormt een dun filament
Trompomyosine
Blokkeert aanhechtingsplaatsen van de myosinekoppen wanneer de spier in rust is
Myosine kan niet binden met actine
Troponine
Verwijderd tropomyosine om spier contraheren te laten gebeuren
Lage Ca
Spier in rust
Hoge Ca
Ca bind aan troponine waardoor tropomyosine verplaats wordt en binding tussen Myosine & actine kan plaatsvinden
Contractie na stimulatie motorneuronen stappen
- Acetylcholine komt in neuromusculaire junctie
- Depolarisatie van sacrolemma (spiervezelmembraan)
- T-tubuli lijdt depolarisatie tot diep in spiervezel
- Vrijzetting Ca door sacroplasmatisch reticulum
Twitch
Snelle korte spiercontractie
Summatie
Cumulatieve respons wanneer tweede twitcht snel na de eerste volgt
Tetanus
Geen relaxatie tussen twitches
Volgehouden contractie geproduceerd
Trage twitch / type I-vezels
Rode vezels
Aerobe ademhaling & lang actie volhouden
Rijk aan capillairen, mitochondrien & myoglobine
Snelle twitch type II-vezels
Witte vezels
Anaerobe ademhaling»_space; snelle krachtige contracties
Arm aan capillairen, mitochondrien & myoglobine