Musculo-skeletaal Stelsel Flashcards

1
Q

Musculoskeletale beweging wormen (soort)

A

Peristaltische bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Peristaltische bewegingen

A

Golf van circulaire en daarna longitudinale spiercontracties
Bewegen de lichaamsvloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soorten skeletten

A
  1. Hydroskelet
  2. Exoskelet
  3. Endoskelet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Exoskelet eigenschappen

A

Bescherming interne organen
Aanhechtingspunt voor spieren
Vorming cutiula bij geleedpotige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cuticula

A

Buitenste laag van Arthropoda bestaant uit chitine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ecdysis

A

Vervelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Calciet skelet

A

Ossicula + stekels van calciumcarbonaat
Bij echinodermata (stekelhuidige)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Axial skelet

A

Alle botten die de lichaamsas vormen (bijv skelet, ribben etc)
Versteviging van het lichaam en bescherming organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Appendiculair skelet

A

De ledenmaten
Geassocieerde pectorale gordel (bijv.schouder) & pelvische gordel (bekken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Axiaal skelet alle botten

A
  1. Schedel
  2. Ruggenwervels
  3. Ribben
  4. Sternum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigenschappen been (bot)

A

Hard, veerkrachtig bindweefsel
Uniek voor vertebraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intramembranaire ontwikkeling been

A

Eenvoudig complex
Vorming van de plate botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Endochondrale ontwikkeling been

A

Complexere ontwikkeling
Ontwikkeling van beenderen dieper in het lichaam (de ronde botten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intramembranaire been ontwikkeling stappen

A
  1. Osteoblasten tussen Collageenvezels secreteren enzymes
  2. Calcificatie van collageenmatrix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Canaliculi

A

Manier waarop cellen in het been met elkaar communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Osteoclasten functie

A

Afbreken van beenmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Fibroblasten functie

A

Vorming van collageen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Chondroblasten

A

Vorming van kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Endochondrale beenontwikkeling stappen

A
  1. Ontstaan van een klein kraakbeenmodel
  2. Toevoegen van been aan het kraakbeen
  3. Calcification kraakbeenlaag (gelijk aan Intramembranaire ontwikkeling)
  4. Inwendig kraakbeen vervangen door been
  5. Bloedvaten via periosteum in verbeningscentrum
  6. Calcificatie van het verbeningscentrum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Epifysale plaat

A

Bestaand uit kraakbeen
Been groeit vanuit hier in de lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Beendere groei breedte

A

Toevoegen been onder periosteum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Compact been

A

Buitenste dense laag van het bot

23
Q

Mergbeen

A

Omgeeft interne mergholte en bevat het beenmerg

24
Q

Sponsachtig bot

A

Vormt epifyses binnen omhulsel compact been
Honingraat structuur
Enkel aan been uiteindes

25
Endosteum
Dun weefsel dat mergholte omgeeft Bevat mesenchymcellen GEEN collagen vezels
26
Vasculaire beenderen
Komen voor bij de meeste zoogdieren Met osteocyten en kanalen van Havers
27
Avasculaire beenderen
In vogels & vissen Geen osteocyten Acellulaire beenderen
28
Osteoperosis
Ziekte waarbij de botafbraak gebeurd Hierdoor Brekingskans sterk vergroot
29
Articulaties
Plaats waar beenderen aan elkaar hechten
30
Onbeweegbare gewrichten
Naden in de beenderen van de schedel
31
Licht beweegbare gewrichten
Verbinding sacrale wervels en bekkengordel Verbindingen tussen kraakbeen of bindweefsels
32
Volledig beweegbare gewrichten
Gewrichten met een vloeistof voor de beweging
33
Periosteum
Aanhechtingsplaats op beenderen voor skeletspieren Soms verbonden via pezen
34
Agonist spieren
Veroorzaken dezelfde actie/ beweging
35
Antagonisten
Veroorzaken tegenovergestelde actie/ beweging
36
Opbouw skeletspieren van groot naar klein
Spierbundel > spiervezel > myofibrillen > myofilamenten
37
A band
Opeengestapelde dunne & dikke myofilamenten Donkere banden
38
H band
Centrum van de A-band Enkel dikke myofilamenten
39
Sarcomeer
Afstand tussen 2 Z-lijnen Kleinste eenheid van spiercontractie
40
Z lijn
Proteine schijf Verdeelt I-band in 2 helften
41
Spiercontractie principe
Myofibrillen contraheren & verkorten Dikke & dunne filamenten glijden over elkaar Myofilamenten blijven gelijke lengte
42
Glijdend filament mechanisme
Z lijnen dichterbij elkaar I & H banden verkorten A band blijft gelijke grootte
43
Myosine
Verschillende subunits vormen een dikfilament 2 rond elkaar gewonden polypeptideketens
44
Actine
Samenwikkeling van 2 actine ketens in een helix vormt een dun filament
45
Trompomyosine
Blokkeert aanhechtingsplaatsen van de myosinekoppen wanneer de spier in rust is Myosine kan niet binden met actine
46
Troponine
Verwijderd tropomyosine om spier contraheren te laten gebeuren
47
Lage Ca
Spier in rust
48
Hoge Ca
Ca bind aan troponine waardoor tropomyosine verplaats wordt en binding tussen Myosine & actine kan plaatsvinden
49
Contractie na stimulatie motorneuronen stappen
1. Acetylcholine komt in neuromusculaire junctie 2. Depolarisatie van sacrolemma (spiervezelmembraan) 3. T-tubuli lijdt depolarisatie tot diep in spiervezel 4. Vrijzetting Ca door sacroplasmatisch reticulum
50
Twitch
Snelle korte spiercontractie
51
Summatie
Cumulatieve respons wanneer tweede twitcht snel na de eerste volgt
52
Tetanus
Geen relaxatie tussen twitches Volgehouden contractie geproduceerd
53
Trage twitch / type I-vezels
Rode vezels Aerobe ademhaling & lang actie volhouden Rijk aan capillairen, mitochondrien & myoglobine
54
Snelle twitch type II-vezels
Witte vezels Anaerobe ademhaling >> snelle krachtige contracties Arm aan capillairen, mitochondrien & myoglobine