Deutrostomen Flashcards
Phylum echinodermata (NL naam)
Stekelhuidigen
Phylum echinodermata lichaamsopbouw
- Komen voor in zeewater
- Deels sessiel
- Deuterostomia (blastophorus vormt anus)
- Endoskelet (kalklagen onder epidermis)
- Longitudinale & circulaire spieren
- Ambulacraal systeem
- Open bloedsomloop
- Geen hersenen
- Spijsvertering thv maag en spijsverteringsklieren
Ambulacraal systeem
Watervatenstelsel
Ringkanaal met 5 radiale kanalen
Zijkanalen met ambulacraalvoetjes
Papulae
Kieuwblaasjes
Phylum echinodermata ademhaling
Via ambulacraalvoedjes en papulae
Phylum echinodermata excretie
Via papulae
Autonomie
Verwijderen van lichaamsdelen in levensbedreigende situaties
Lichaamsdelen worden later terug gegroeid
Phylum echinodermata voortplanting
Sexueel: gescheide geslacht met interne bevruchting
Asexueel: via splitsing (bijna nooit)
Asterias embryologie
- 16 Cellig
- Ontstaat blastula
- Vroege gastula
- Uitstulpingen van de coeloomzakjes uit het endoderm
- Afsnoering van de coeloomzakjes
Ophiuroidea (slangsterren) kenmerken
- Geen anus
- Voetjes hebben geen locomotie-functie
- Nachtdieren
Echinoidea (NL soorten)
- Zeeegels
- Zanddollars
Zeelelies (crinoidea)
Calyx op lange flexibele steel die verankerd is in een substraat
Crinoidea veersterren
Enkel een steel in larve stadia
Verankerd en verplaatst zich met cirri
Kenmerken chordata (5)
- Dorsale zenuw
- Notochord
- Kieuwzakjes of kieuwspleten
- Postanale staart
- Myomeren
dorsale zenuwstreng
Vormt hersenen en ruggenmerg
Notochord
Verleent steun en maakt beweging mogelijk
Soms enkel in larval stadium
Vervangen door de wervelkolom
Kieuwspleten/kieuwzakjes
Instulping ectoderm maakt contact met endoderm (farynx)
Soms enkel in larval stadium
Myomeren
Spieren gerangschikt in somieten: gesegmenteerde banden
Tunicaten
Mariene dieren
De larven zijn vrijzwemmend en bezitten notochord en zenuwstreng enkel in staart gedeelte
Adulten verliezen de staart en notochord, zijn sessiel en lichaam is omgeven door tunica/mantel
Tunica
Cellulose wand om het lichaam van tunicaten
Lancetvisjes
Bezitten zenuwstreng en notochord over volledige lichaam
Hoofd niet goed onderscheiden
Voeden zich met plankton
Dichtsbijstaand bij de vertebraten
Vertebraten
Chordates met een wervelkolom
Wervelkolom
Omsluiten en beschermen van de dorsale zenuwstreng of neurale buis
Vertebraten kop/schedel
Onderscheid de kop
Beschermd de hersenen en sensorische organen
Neurale crestcellen
Unieke groep embryonale cellen
Vorming vele vertebraatstructuren
Interne organen vertebraten
- Leven
- Nieren
- Endocriene klieren
- Hart + gesloten bloedsomloop
endoskelet vertebraten
Bestaat uit kraakbeen of been
Mogelijk maken extreme groei en beweging
Eerste vissen
Maakloon en gewerveld of Agnatha
Slijmprikken
Een van de eerste vissen
Schedel
Geen wervels of kaken
Prikken
Een van de eerste vissoorten
Schedel en begin wervels
Geen kaken
Eigenschappen huidige vissen (5)
- Wervelkolom
- Kaken en gepaarde aanhangsels
- Inwendige kieuwen
- Enkelvoudige bloedsomloop
- Nutritionele deficienties
Nutritionele deficienties vissen
Het niet kunnen aanmaken van aromatische aminozuren zoals phenyl-alanine
Kenmerken kraakbeen vissen/ chondrichthyes
- Licht flexibel gecalcificeerd kraakbeenskelet
- Heterocercale staart
- Placoide schubben als huidbedekking
- Ventrale mond met tanden
- Kieuwen met uitwendig zichtbare kieuwspleten
- 2 spiracula (spuitgaten/ verbindingsbuisjes met buitenwereld)
- Lateraal lijnsysteem
- Geen zwemplaats
- Hart met 1 atrium en 1 ventrikel
Lateraal lijnsysteem
Sensorische organen onder de huid die verandering in drukgolven waarnemen
Kenmerken beenvissen
- Intern skelet opgebouwd uit been/ bot
- Basisbouw is spoelvormig
- Kieuwen bedekt door operculum
- Mond terminaal
- Gepaarde vinnen
- Homocercale staartvin
- Elasmoide schubben
- Hart met 1 atrium & 1 ventrikel
- Zwemblaas meestal aanwezig
Zwemblaas functie
Dient als een soort reddingsvest»_space; vergroot het drijfvermogen
Zijlijnsysteem
Kanaal met trilhaarcellen die trillingen in de omgeving detecteren
Actinopterygii (straalvinnigen) eigenschappen
- Parallel benige stralen ondersteunen de vinnen
- Vinnen hebben geen spieren
Sarcopterygii (waaier/kwastvinnigen)
- Gepaarde vinnen bestaat uit lange vlezige musculaire lob
- Vinnen ondersteund door centrale beentjes
- Platte zwemblaas of longen
Amfibieën kenmerken
- Tetrapoda
- Skelet verbeend
- Choanae
- Huid is naakt, vochtig en klierrijk
- Larven uitwendige kieuwen
- Adulten longademhaling
- Longvenen vervoeren zuurstofrijk bloed
- Hart is gedeeltelijk gecompartimentalizeerd
Choanae
Inwendige neusgaten
Anura kenmerken.
Amfibieën zonder staart
Gladde natte huid
Lange poten
Uitwendige bevruchting in water
Caudata
Amfibieën met Zichtbare staart
Lang lichaam, gladde natte huid
Interne bevruchting
Apoda
Amfibieën zonder poten
Hebben kake met tanden
Kenmerken reptilia (9)
- Tetrapoda
- Verhemelte tussen mond- & neusholte
- Verbeend skelet
- Droge huid met schubben
- Thoracale ventilatie, longademhaling
- Onvolledig gescheide atria (2 atria & 2 ventrikels)
- Inwendige bevruchting
- Rechtstreekse ontwikkeling
- Cleidoisch, amniotic ei
Ovipaar
Bevruchting met ontwikkeling van een ei
Vivipaar
Interne bevruchting en ontwikkeling
Aniota soorten (3)
- Reptielen
- Vogels
- Zoogdieren
Amnioot ei
Eieren met een vlies, het amnion
Amnion
Vlies dat extra bescherming geeft
Chorion
Zorgt voor de gasuitwisseling
Dooierzak
Afgeven van voedingsstoffen aan het embryo
Allantois
Opslag van de excretie stoffen van het embryo
Ectotherm / koudbloedig
Geen regeling van de eigen lichaamstemperatuur
Bevruchting reptielen
Intern
Bevruchting van het ei door sperma voordat de protectieve membranen worden gevormd
Anapsida
Uitgestorven behalve schildpadden
Hebben enkel een oogholte
Synapsida
Voorloper van de zoogdieren
Hebben een orbit (oogkas) en een laterale temporal opening
Diapsida
Hebben een orbit, dorsal temporal opening & lateral temporal opening
Meeste huidige reptielen
Aves (NL naam)
Vogels
Archaeopteryx
Eerste vogel soort
Had tanden & veren op vleugels & staart
Kenmerken vogels (7)
- Tetrapoda
- Schubben op achterpoten
- Stuitklier in de huid
- Longen met buizenstelsel en luchtzakken
- Hart met 2 atria & ventrikels
- Cleidoisch, amnioot ei
- Vliegskelet
Stuitklier
Opening in de huid waardoor water wordt afgegeven dat over de veren kan worden verspreid
Vliegskelet
Dunne holle beendere die vaan gefusioneerd zijn
Efficiënte ademhaling vogels
Lucht passeert doorheen longen in 1 richting
Efficiënte circulatie vogels
Snelle hartslag
Spieren krijgen volledig zuurstofrijk bloed
Endothermie
Hoge lichaamstemperatuur en hoog metabolisme
Kenmerken mammalia (11)
- Tetrapoda met nagels, klauwen of hoeven
- Skelet bijna volledig verbeent
- Heterodoxy gebied
- Diafragma aanwezig
- Hart met 2 atria en ventrikels
- Endotherm
- Klierrijke huid met haren
- Borstklieren voor merl secretie
- Inwendige bevruchting
- Amnioot ei met interne ontwikkeling
- Aanwezigheid placenta bij bevruchting
Haren
Lange, keratine-rijke filamenten»_space; groeien uit tot haarfollikels
Functie: warmte, camouflage, verdediging of sensorische waarneming
Hoeven
Gespecialiseerde keratine structuren
Hoornen
Centraal stukje been omgeven door keratinelaagje
Gewei
Gevormd vanuit been
Vertering herbivoren herkauwers
Langste verteringsstelsel met een aan die 4 kamers heeft en een dikke en dunne darm
Vertering herbivoren niet herkauwers
Eenvoudige maag
Groot caecum
Vertering insectivores
Korte darm en geen caecum
Vertering carnivore
Korte dunne darm
Colon
Kleine caecum
Prototheria
Meest primitieve zoogdieren
Monotremata
Ei leggende zoogdieren
Hebben geen tepels
Melk komt vanuit de vacht op de plaats van de melk klieren
Theria
Vivipare zoogdieren
Marsupialia
Buideldieren
Eieren hebben geen schaal
Na geboorte blijft embryo in de buidel en ontwikkeld verder
Eutheria
Zoogdieren met een placenta
Prosimians
Halfapen
Nachtdieren
Anthropoiden
Apen, mensapen & mensen