Diversiteit & Evolutie Van Bouwplan Flashcards
Dieren kenmerken (6)
- Meercellig
- Heterotroof
- Flexibel membraan
- Actieve voortbeweging
- Seksuele voortplanting
- Blastulastadium tijdens ontwikkeling
Herbivoren
Eten autotrofen
Carnivoren
Eten andere heterotrofen
Detrivoren
Eten decomposerende dode organisme
5 basiskenmerken dierlijke evolutie
- Weefsels
- Symmetrie
- Lichaamsholte
- Ontwikkeling
- Segmentatie
Parazoa (sponzen)
Geen gedefinieerde weefsels & organen
Celaggregaten
Geen symmetrie
Eumetazoa (alle andere dieren)
Gescheide weefsels
Irreversiebele differentiatie van vele celtypes
Symmetrie
Radiale symmetrie
Lichaamsdelen rond een centrale as
Bilaterale symmetrie
Spiegeling van linker en rechter helft
Cephalisatie
Evolutie van een specifieke hersenregio
Ectoderm
Buitenste kiemlaag
Vorming zenuwstelsel en huid
Mesoderm
Middelste laag
Vorming spieren & skelet
Endoderm
Binnenste laag
Vorming spijsverteringsstelsel
Lichaamsholte
Ruimte omgeven door mesoderm, vorming tijdens de ontwikkeling
Ondersteuning van weefsels
Verdeling materialen over het lichaam
Acoelomata
Geen Lichaamsholte
Ruimte tussen meso en endoderm gevuld met cellen & organisch materiaal
Pseudocoelomata
Bevatten psoedocoel tussen meso en endoderm
Coelomata
Bevatten een coeloom
» vloeistof/gas bevattende Lichaamsholte omgeven door mesoderm (aan alle kanten)
Open circulair systeem
Bloed stroomt via vaten in sinussen
Bloed vermengt met lichaamsvloeistoffen
Bloed komt op andere plaats terug in de vaten
Gesloten circulair systeem
Bloed beweegt voortdurend doorheen vaten
Bloed fysisch gescheiden van lichaamsvocht
Sneller en efficiënter transport
Blastula
Vorming holle bal van cellen door motorische celdelingen van het ei