Motormechanica - syllabus, slides en tekeningen CMD Flashcards

1
Q

big-end

A

niet zuigerpen maar andere einde van drijfstang

(pag. 7)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geheugensteun technische controle vóór motorrit

A

B : banden
R : remmen
A : accu
V : vering & verlichting
O : olie
K : ketting & koelvloeistof
S : spiegels

(‘KV’ zijn er twee)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ketting mag niet te strak of te los hangen.
Hoeveel speling is ideaal?

A

3 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

betekenis van codes op band

A

180 : breedte band (mm)
55 : hoogte band tov breedte (%)
Z : snelheidsindex
R : bouw band
17 : velgdiameter
73 : draagvermogen index
0917 : DOT (Department Of Transport) productiedatum, hier 9e week van 2017
.
hier niet aangegeven:
.
* Li : laadindex (van 0-99), steeds overeenkomstig maximumgewicht
* snelheidsindex :
J 100
K 110
L 120
M 130
N 140
P 150
Q 160
R 170
S 180
T 190
U 200
H 210
V 240
W 270
Y 300
ZR 240+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

maximale speling kinband helm

A

Tussen de kinband en de kin mag maximaal
twee vingers speling zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

banden en helm best vervangen na hoeveel tijd?

A

5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gebruikelijke aandrijving boven- en onderliggende nokkenassen

A

Het aandrijven van bovenliggende nokkenassen gebeurt meestal door een ketting, maar op sommige auto-motoren kan dit dmv een getande riem.

Onderliggende nokkenassen worden meestal door tandwielen direct aangedreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

elementen die cilinderinhoud bepalen + opsomming en verklaring drie soorten motoren naargelang ‘slag’

A

De cilinderinhoud wordt bepaald door de slag (= de op- en neergaande beweging) van de zuiger en de boring van de cilinder. De verhouding tussen boring en slag loopt sterk uiteen.

Bij een langeslagmotor is de slag groter dan de boring. Een ‘vierkante’ motor heeft een gelijke slag en boring en bij een korteslagmotor is de boring groter dan de slag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voor- en nadelen langeslagmotor tov korteslagmotor

A

Korte- en langeslagmotoren hebben ieder hun eigen voor- en nadelen.

Bij een langeslagmotor is de zuigersnelheid bij hoge toerentallen vrij groot. Dit zorgt voor een grotere slijtage, maar het voordeel van de langeslagmotor is de doorgaans hoge trekkracht bij lage toerentallen.

Bij de korteslagmotor is de zuigersnelheid lager, waardoor hoge toerentallen geen extreem hoge slijtage tot gevolg hebben. Nadeel is meestal wat geringere trekkracht bij lage toerentallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voor- en nadelen eencilinder

A

De eenvoudigste krachtbron is de eencilinder.

Voordelen van de eencilinder zijn de relatief eenvoudige constructie (minder onderdelen) en het geringe gewicht. Dat maakt de ‘eenpitter’ tot de ideale krachtbron voor (semi) off-roadmachines.

Trillingen vormen een duidelijk nadeel van de zware eencilinderviertakt, al komen ze in principe bij ieder motortype voor. Die trillingen ontstaan doordat de op en neer bewegende zuiger in het bovenste en onderste dode punt telkens tot stilstand wordt gebracht. De massa van één grote zuiger is groter dan die van meerdere, niet tegelijkertijd tot staan gebrachte kleine zuigers. Daardoor zijn trillingen duidelijker voelbaar.

Bij sommige machines worden de trillingen voor een deel gecompenseerd door een balansas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 soorten tweecilinders

A

Er zijn verschillende soorten tweecilinders (‘twins’).

Bij de staande twin zijn de twee cilinders naast elkaar geplaatst. De zuigers bewegen niet gelijktijdig op en neer.

Bij de paralleltwin staan de cilinders ook naast elkaar, maar ze bewegen wel gelijktijdig op en neer. De arbeidsslag van de ene zuiger gaat daarbij gepaard met de inlaatslag
van de andere. Balansassen compenseren de trillingen.

Daarnaast zijn er de V-Twins, waarbij de cilinders onder een bepaalde hoek van mekaar staan opgesteld.
De V-Twin met verschillende hoeken.

Motoren waarbij de cilinders in V-vorm staan tellen normaal 2 of 4 cilinders. Bij de V- twin staan beide cilinders opgesteld onder een hoek die varieert van 45° tot 120° ten opzichte van elkaar staan en waarbij beide drijfstangen een gezamenlijke kruktap hebben, bijvoorbeeld Ducati en Moto Guzzi.

Harley-Davidson heeft hier een bijzondere uitvoering van doordat de ene drijfstang als een vork over de andere valt, waardoor de beide cilinders recht achter elkaar staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voordeel V-4 tov viercilinder in lijn

A

smalle bouw => minder inbouwruimte nodig, reden:

  • gezamenlijke kruktap
  • cilinderkoppen kunnen van bovenaf gezien gedeeltelijk ‘overlappen’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voordelen driecilinder in lijn

A

Het meest gebruikelijke is de driecilinder lijnmotor.

BMW en Triumph bouwen trillinsvrij lopende driecilinders die de voordelen van dit motortype, een smalle bouw en een prachtig motorgeluid, uitstekend tot hun recht laten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voordelen viercilinder in lijn

A

Viercilinders

  • leveren veel vermogen in verhouding tot de cilinderinhoud
  • en zijn vrij gemakkelijk te balanceren. Trillingen ontbreken over het algemeen.

Hoogfrequente trillingen zijn echter geen uitzondering. Bij de meeste machines zijn ze vooral voelbaar in de handvaten en soms in de voetsteunen.

Viercilinder lijmotoren zijn het meest populair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zescilinders: voorkomen, voor- en nadelen

A

Zescilinders zijn tegenwoordig bijna alleen nog te vinden bij de Honda GL Goldwing (Flat Six).

Het blok is soepel, geruisloos, krachtig en trillingsvrij.

Door het hoge gewicht van het blok wordt het extra vermogen echter grotendeels teniet gedaan.

BMW, Honda, Kawasaki, Suzuki en Benelli hebben ook 6-Cilinder in lijn motoren gebouwd.
(Andere optie: 2x drie cilinders tegenover elkaar, op afbeelding cursus blijkbaar op 180° dus zoals boxermotor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mengverhouding benzine / lucht

  • ideaal
  • onevenwicht
  • meten
A

Een ideaal mengsel bevat 14,7 gewichtsdelen lucht vermengd met 1 gewichtsdeel benzine.

Indien er te weinig lucht in het mengsel aanwezig is spreekt men van een te RIJK mengsel.. .bijvoorbeeld 12 Lucht/ 1Benzine.

Indien er te veel lucht in het mengsel aanwezig is spreekt men van een te ARM mengsel… bijvoorbeeld 20 Lucht / 1Benzine.

Moderne motoren met brandstofinjectie meten de verbrande uitlaatgassen bij het verlaten van de motor in de uitlaat en voor de katalysator en regelen de juiste hoeveelheid lucht /Benzine mengsel.

De sensoren die de verbrande gassen meten noemt men een lambdasonde. Een “lambda” waarde geeft de waarde 1 terug als het mengsel OK is, een waarde kleiner dan 1 als het mengsel te rijk is => dan wordt er minder brandstof en of meer lucht aan het mengsel toegelaten en een waarde groter dan 1 als het mengsel te arm is => dan wordt meer brandstof en of minder lucht aan het mengsel toegevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Brandstof en compressieverhouding

verklaring + notatie compressieverhouding

A

De compressieverhouding duidt aan in welke verhouding het mengsel (van benzine en lucht) wordt samengeperst wanneer de zuiger van het ODP naar het BDP beweegt.

Eenvoudiger gezegd: het grootst mogelijke volume boven de zuiger / het kleinst mogelijke volume boven de zuiger.

Voorbeeld: een compressieverhouding van 9:1 betekent dat de hoeveelheid mengsel die zich in de cilinder bevindt als de zuiger in het ODP staat, samengeperst wordt ineen ruimte die 9 maal zo klein is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Brandstof en compressieverhouding

voor- en nadelen hoge compressieverhouding

A

De compressieverhouding kan gebruikt worden voor het voorspellen van de prestaties van een verbrandingsmotor. Hoe hoger de compressie des te meer energie kan de motor voor de omzetting naar beweging aan het brandstof/lucht mengsel onttrekken. De compressieverhouding is de bepalende factor voor het rendement.

Motoren met een hoge compressieverhouding zijn echter gevoeliger voor ‘pingelen’ (vroegtijdige ontsteking, zelfontbranding van de brandstof).

Hoe groter de compressieverhouding, hoe groter het rendement van de verbranding. Er zijn echter grenzen aan de compressieverhouding. Hoe groter deze immers is, hoe hoger ook de compressie-eindtemperatuur zal liggen en hoe meer weerstand de brandstof moet kunnen bieden aan zelfontbranding (detonatie of pingelen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

3 manieren ‘pingelen’ tegengaan

A

Detonatie kan worden vermeden door

  • de compressieverhouding
  • de vorm van de verbrandingskamer
  • het octaangehalte van de benzine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

octaangehalte

A

Eurosuper (95) heeft een lager octaangehalte dan superplus (98 of 99) of loodhoudende super.

Het lood in loodhoudende super verhoogt niet alleen het octaangetal, maar dient ook voor de smering van klepzetels.

Vanwege het pingelgevaar is de compressieverhouding van benzinemotoren meestal niet hoger dan 10:1, alhoewel er opgevoerde motoren zijn gebouwd met een hogere compressieverhouding, die alleen goed lopen op benzine met een hoog octaangetal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

verklaar ‘ademhaling’

A

Het rendement van een verbrandingsmotor is afhankelijk van de vulling van de cilinder.

Hoe meer brandbaar mengsel er in de verbrandingsruimte kan worden gebracht, des te groter is het vermogen dat de motor levert.

De toevoer van vers mengsel en de afvoer van de verbrande gassen wordt vaak aangeduid als ‘ademhaling’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wanneer benzinepomp nodig?

A

De benzinetank is normaal tussen stuur en zadel gemonteerd. Dat maakt een benzinepomp overbodig.

De benzinepomp is wel noodzakelijk wanneer de brandstof wordt opgeslagen onder het zadel.

Motoren met benzine-injectie hebben geen benzinekraan, en de electrische benzinepomp wordt meestal gestuurd door de ECU (motormanagement).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wanneer benzinekraan nodig?

A

Bij motorfietsen met een valtank is een benzinekraan verplicht.

Is er een defect aan de carburator of aan de leidingen, dan zou de benzine op de weg kunnen stromen. Om die reden is het aangeraden om bij het parkeren de benzinekraan te sluiten.

Motoren met benzine-injectie hebben geen benzinekraan, en de electrische benzinepomp wordt meestal gestuurd door de ECU (motormanagement).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

onderdrukkraan

A

Vaak wordt er een onderdrukkraan gemonteerd.

Een dergelijke kraan heeft drie standen: ‘on’, ‘res’ en ‘pri’.

In de positie on en res wordt door de onderdruk van de carburator de kraan automatisch geopend en bij stilstand van de motor weer gesloten.

De positie pri wordt enkel gebruikt om een droge carburator te vullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

functies luchtfilter

A

Er is 12.000 liter lucht nodig voor verbranding van 1l benzine.

Het doel van de luchtfilter is dan ook om de luchtverontreiniging tegen te houden, zodat stof, zand of gruis niet doordringen tot in de verbrandingskamer.

Een tweede doel is het dempen van het aanzuigruis dat ontstaat door het aanzuigen van lucht door de neerwaarts gaande zuiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

functie carburator

A

De carburator moet aan
de motor een lucht-benzinemengsel leveren

  • van juiste samenstelling
  • in de juiste hoeveelheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

onderdelen carburator

A

Een carburator bestaat uit een

  • vlotterkamer
  • doseur
  • stijgbuis
  • sproeier
  • zuigbuis
  • venturi (verstuiver)
  • smoorklep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

doel en werking venturi

A

doel
benzine aanzuigen

werking
verbreding na versmalling geeft onderdruk waardoor benzine uit de stijgbuis komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

carburator

doel en werking vlotterkamer

A

doel
zorgen voor een constant benzineniveau in de stijgbuis

werking
vlotter opent en sluit de toevoer afhankelijk van het benzinepeil in de vlotterkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

carburator

doel en werking doseur

A

doel
de mengverhouding lucht / benzine (gewichtdelen 14,7 / 1) bepalen

werking
vernauwde doorgang tussen vlotterkamer en stijgbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

carburator

doel en werking gasklep

A

doel
hoeveelheid mengsel doseren

werking
vlinderklep na (onder) de venturi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

aandachtspunt tekenen carburator

A

benzinepeil in vlotterkamer gelijk aan dat in de stijgbuis / sproeier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

carburator

Hoe gebeurt benzinetoevoer naar vlotterkamer?

A

De toevoer van benzine van de benzinetank naar de vlotterkamer gebeurt door ofwel:

  • zwaartekracht (valtank)
  • benzinepomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

carburator

Waarom benzine in kleine druppeltjes uit sproeier?

A

Door het verstuiven van de benzine in heel kleine druppeltjes, kan de benzine al voldoende warmte opnemen om al grotendeels te verdampen.

Dat is belangrijk want alleen verdampte benzine verbrandt. In vloeibare vorm verbrandt benzine niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

werkingsprincipe carburator

A

Het werkingsprincipe van de carburator is vrij eenvoudig:

Wanneer de motor loopt, wordt via de carburator lucht aangezogen. Die luchtstroom veroorzaakt een zekere onderdruk in de doorlaat van de carburator.

In de carburator is er een vernauwing: de venturi. Bij het stuwen of zuigen van lucht door een buis die voorzien is van een vernauwing, zien we dat op de plaats van de vernauwing, de luchtsnelheid groter is. De luchtversnelling gaat gepaard met een drukvermindering.

Door de onderdruk wordt brandstof aangezogen uit de sproeier, een soort ventieltje met een zeer kleine doorlaatopening.

Die brandstof is afkomstig uit de vlotterkamer. Bij een snelle doorstroming van lucht (hoger toerental) wordt meer brandstof aangezogen dan bij een relatief lage doorstroomsnelheid.

Het niveau van de brandstof in de vlotterkamer is even hoog als het niveau in de sproeier. De vlotter in de vlotterkamer drijft op de benzine. Als door de onderdruk benzine in het inlaatkanaal (= de zuigbuis) wordt gezogen, daalt het niveau in de vlotterkamer. De vlotter zakt dan een stukje en de vlotternaald opent tegelijk de benzinetoevoer vanuit de tank. Zodra het brandstofpeil weer normaal is, wordt de toevoer weer even afgesloten door de vlotternaald.

De toevoer van benzine van de benzinetank naar de
vlotterkamer gebeurt ofwel door zwaartekracht (valtank) ofwel door de benzinepomp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

carburator

twee mogelijke manieren om doorlaatopening doseur aan te passen

A

Om de hoeveelheid brandstof nauwkeurig te kunnen regelen, kan de doorlaatopening van de doseur van de sproeier traploos groter of kleiner gemaakt worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een conische naald die op twee manieren kan worden bewogen:

1) Door een cilindervormige schuif die via de gashendel wordt bediend: er is dan sprake van een schuifcarburator.
De schuifcarburateur is herkenbaar aan de afwijkende constructie boven de doorlaat. De cylindervorminge schuif wordt door het gashendel bediend dmv gaskabel.

2) Door een zuiger die reageert op het vacuüm in de doorlaat: men spreekt over een constant-vacuüm carburator (= ‘CV carburator’).
De luchtdoorlaat wordt dan geregeld d.m.v. een smoorklep die op een as in de doorlaatopening is gemonteerd. De klep kan worden verdraaid via het gashendel en regelt dan de luchtdoorlaat. Hoe verder je het gas opendraait, hoe groter de luchtsnelheid en hoe groter de onderdruk.
–> m.a.w:
* De doorlaatopening van de doseur van de sproeier wordt door een zuiger bewogen.
* De zuiger beweegt op en neer dmv vacuüm.
* Het gashendel beweegt een gasklep die de luchtdoorlaat regelt.
* Hoe meer de gasklep opent, hoe meer onderdruk en hoe meer de zuiger wordt omhooggezogen.
*De sproeiernaald komt mee omhoog met de zuiger.
Een eenvoudige video over de werking van de CV carburator :
https://www.youtube.com/watch?v=wyspAHrMbb8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

werking viercilinder

verspreiding vier slagen

A

Bij een viercilinder motor is in elke cilinder steeds een ander deel van het vierslagproces aan de gang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Waarom kan een 4-Takt motor niet met poorten werken en een 2-Takt motor wel?

A

De 4 verschillende slagen hebben allen en aparte functie waarbij de ene keer de toegang tot de cylinder open en dan gesloten moet zijn.. Bij een 2-Takt heeft elke slag dezelfde functie (neer = arbeid + uitlaat en spoelen), opwaarts = comprimeren en inlaat via carter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waar en waarom wordt mengsmering toegepast?

A

Bij een 2-Takt motor
De carter ruimte dient als aanzuigruimte voor de mengsmering en hierin kan geen druksmering (olie in carter) worden toegepast zoals bij een 4-Takt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Waarom is de klassieke 2-Takt motor bij auto’s verdwenen?

A

Grote 2-takt motoren zijn niet economisch en milieuvervuilend doordat er onverbrande gassen in de atmosfeer terrecht komen en verbrande olie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe meet je de inhoud van een cilinder?

A

R2 x pi (3,1416) x h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Hoe meet je het volume in een cilinder ?
(praktisch)

A

1) Zuiger in BDP
(door ofwel te checken op de krukas timing indicator, ofwel voelen met staafje in opening van bougie tot zuiger bovenaan staat)

2) Bovenop cilinder/bougieopening een doorzichtige maatbuis te vullen met benzine en zuiger naar ODP brengen.. Verschil in vloeistof in buis meten = volume in cilinder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

soorten veren op zuiger

A
  • compressieveren
  • olieschraapveer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

werking brandstofinjectie

A

Benzine wordt ingespoten
* in de aanzuigkanalen (indirecte injectie)
* ofwel rechtstreeks in de verbrandingskamer (directe injectie)

Een elektrisch bediende benzinepomp brengt de benzine onder druk naar de injectors (verdeelpunten)
* één sproeier ofwel eenpuntsinjectie
* meerdere sproeiers (multipoint injectie)

Inspuiting kan permanent of intermitterende injectiesysteem zijn.
Kan mechanisch of computergestuurd worden.

Directe injectie in de verbrandingskamer wordt minder gebruikt omdat er een hoge(re) druk (meer druk dan de samengeperste lucht) in de verbrandingskamer moet worden gespoten.

Wordt meestal aan de inlaatklep ingespoten om snelle vermenging en koeling van de klep te verzorgen.

Luchtinlaat kanalen zorgen voor een wervelend effect om de vermening van lucht/vernevelde benzine zo optimaal te vermengen.

Injectie zorgt voor een gering mogelijk verbruik en schonere uitlaatgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

voordelen brandstofinjectie tov carburator

A

Benzine inspuitsysteem heeft dezelfde taken als een carburator, maar

  • werkt nauwkeuriger bij het samenstellen van de juiste mengverhouding
  • is vlugger in het aanpassen van deze verhouding aan de wisselende bedrijfsomstandigheden
  • kan met meer elementen rekening houden om de juiste verhouding te bepalen

=> resultaat:

  • zuiniger (minder verbruik)
  • schonere samenstelling van de uitlaatgassen
  • hoger motorvermogen
  • beter rendement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

functie ECU

A

Electronic Control Unit

  • regelt juiste hoeveelheid brandstof te injecteren via de verstuivers (injectors) om een zo optimal verbranding en motorrendement te bekomen
    Gebruikt parameters zoals motortemp, toerental, hoeveelheid lucht, gevraagd vermogen, luchtdichtheid, etc…
  • Via lambdasonde meet de ECU de verbrandingsgassen in de uitlaat en stuurt de hoeveelheid lucht/benzine aan.
  • Injectoren zijn electromagneetkleppen die door ECU geactiveerd worden en alzo de hoeveelheid benzine inspuiten (welk moment en tijdsduur)
  • regelt het ontstekingstijdstip
  • regelt het juiste programma voor de juiste brandstoftoevoer (koude start, warm draaien afhankelijk van de temp van de motor, stand gaskleppen, toerental, luchtdichtheid.

Lambda =1 => mengsel OK
Lambda <1 => te rijk mengsel => minder brandstof toevoegen
Lambda >1 => te arm mengsel => meer brandstof toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

accu

Waarom stroomvoorziening nodig?

A
  • S : starten
  • A : accessoires
  • V : verlichting
  • O : ontsteking
  • I : injectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

verklaring CAN-bus

A

De CAN-bus (Controller Area Network) is een serieel bussysteem, waarbij alle aangesloten stations gelijkberechtigd zijn, d.w.z. elke regeleenheid kan zowel zenden als ook ontvangen.

Eenvoudig uitgedrukt kunnen de aangesloten
regeleenheden via de kabels met elkaar “communiceren” en onder elkaar informatie uitwisselen.

Bus-technologie (alle stuurappatuur, sensoren en verbruikers via een zelfde netwerk met mekaar verbonden) & SWS (Single wiring system)

voordelen (staan ook op Journey-route):
* reduceert hoeveelheid kabel
* gewichtsbesparing
* vereenvoudigt diagnoses eenvoudiger, digitaal uitleesbaar en uitgebreid
* smeltzekeringen overbodig want component wordt uitgeschakeld bij fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

accu

eenvoudige opsomming soorten

A
  • conventional (Classic)
  • maintenance free (AGM = Absorbed Glass Mat))
  • sealed lead acid (SLA)
  • GEL
  • Lithium ION

(Onderhoud en onderhoudsvrije accu’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

accu

relatie startvermogen vs temperatuur

A

Startvermogen daalt naarmate de omgevingstemperatuur daalt.

  • 21graden = 100%
  • 0 graden =60%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

accu

bouw en werking

A

Een cel bevat positieve en negatieve platen die gescheiden zijn door een niet-geleidend materiaal. Al deze platen zijn ondergedompeld in een vloeistof, ELECTROLYT genaamd => verdund zwavelzuur
Positieve en negatieve platen eindigen beiden in een pool.. De spanning tss deze polen is 2V … dus 6 cellen in serie = 12v

Een Accu moet opgeladen worden -> door alternator
Het laden van een accu door de alternator is een chemisch process in de cellen van de accu
Bij het ontladen van een accu gebeurt het tegenovergestelde en wordt het chemisch process omgezet in energie (stroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

accu

notatie capaciteit

A

De capaciteit van een Accu wordt uitgedrukt in Ah (Ampere per uur)

bv. bij 60Ah kan een accu 6A leveren gedurende 10 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

accu
spanning, weerstand, stroomsterkte

formule, relatie, componenten, eenheden en notaties

A

volt / ohm = ampère

(potentiële spanning van de bron wordt verkleind door weerstand en resulteert in uiteindelijke stroomsterkte)

De eenheid van … is … en wordt genoteerd als…

  • spanning –> volt (U)
  • weerstand –> ohm (R)
  • stroomsterkte –> ampère (I)

=>

  • Volt is de waarde voor de elektrische spanning genoemd naar de Italiaanse natuurkundige Alessandro Volta. Het is dus eigenlijk de spanningsbron en wordt gevormd in de: batterij, accu, dynamo, generator.
  • Ohm is een aanduiding voor de elektrische weerstand.
  • Ampère wordt gebruikt om de grootte van een elektrische stroom aan te geven. Uitgedrukt in A.

“Wanneer een elektrische spanning van 1 volt aangelegd wordt over een geleidend voorwerp (een draad) dat een weerstand heeft van 1 ohm, is het resultaat een stroom van 1 ampère.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

accu

vloeirichting van de stroom

A

Op schema’s steeds van +pool naar -pool.

Natuurkundig gezien had het echter beter andersom beslist kunnen worden aangezien elektronen een negatieve lading hebben. De stroom vloeit van de pool met de meeste elektronen naar de pool met de minste elektronen. Wat wij de +pool noemen, had dus beter de -pool geheten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

accu
twee types schakelingen
+ gevolg voor spanning en stroomsterkte in de stroomkring
+ vb. met schakeling batterijen (vraag)

A

serieschakeling
* spanning is verdeeld
* stroomsterkte blijft gelijk

parallelschakeling
* spanning blijft gelijk
* stroomsterkte is verdeeld
=>
Dus als je 2x 12V batterijen in serie met mekaar in verbinding stelt, dan is de totale U = ? volt
En als je 2x 12V batterijen parallel met mekaar verbindt dan is de totale spanning U= ? volt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

ontsteking

doel van de ontsteking
(incl. tekening)

A
  • opwekken van een zeer hoge spanning om een sterke vonk te kunnen leveren aan de bougie
  • het verdelen van de spanningsimpulsen over de cilinders
  • de spanningsimpulsen leveren op het moment dat de daaruit voorkomende vonk het meeste effect sorteert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

ademhaling

tekening

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

ontsteking

werking klassieke ontsteking
(incl. tekening)

A
  1. 12v stroom vloeit van de + pool van de batterij over de ontstekingsschakelaar naar de bobine
  2. De stroom vloeit over een primaire kring (primaire wikkeling gewonden om een ijzeren kern, vormt een electromagneet) naar de contactpunten.
  3. Contactpunten zijn gesloten -> de stroom kan terug via de massa van de motor naar de – pool van de batterij vloeien
  4. Gaan de contactpunten open houdt de stroom op en verdwijnt het magnetisch veld rond de primaire kring
  5. -> wijziging in magnetisch veld veroorzaakt een inductiestroom !
  6. In bobine is er een secudaire wikkeling – heeft 100x meer wikkelingen
    dan de primaire en heeft als effect een inductiespanning van duizenden
    volts
  7. Deze hoogspanningstroom wordt via de stroom verdeler naar de
    bougie in de juiste cylinder gebracht en een vonk springt over de elektroden van de bougie.
  8. Een primaire wikkeling wekt een inductiestroom op van +/- 200Volt…
    De secundaire wikkelingen kunnen een inductiestroom van 20000 volt genereren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

ontsteking
doel van de condensator
(incl. tekening)

A
  1. Fungeert als buffer.
  2. Zorgt voor het snel wegvallen van het magnetisch veld in de primaire wikkeling
  3. Voorkomt vonkvorming aan de contactpunten indien aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

ontsteking
doel van de onderbreker

A

zorgt voor het onderbreken van de accustroom en genereert hierdoor een inductiespanning in de primaire kring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

ontsteking
werking van de onderbreker
(incl. tekening)

A
  1. Wordt geopend door een of meerdere nokken op de krukas, afhankelijk van het aantal cylinders
  2. De nokverhoging duwt tegen het sleepblokje om de contactpunten te openen (contacthamer)
  3. De onderbreker is aangebracht op een plaat aan het carter rondom het uiteinde van de krukas.
  4. Bij een elektronische onsteking worden de contactpunten vervangen door een impulsgenerator, die aangestuurd worden door een rotor met magneet op de krukas..
  5. Deze magneet passeert een impulsschakelaar die fungeert als contactpunt en alzo de primaire kring onderbreekt.

___________________________

https://nl.wikipedia.org/wiki/Stroomverdeler

De verdeler leidt de hoge vonkspanning naar de bougies in de juiste volgorde. De verdeler bestaat uit een metalen behuizing met twee voor de verdeling relevante onderdelen: de rotor en de verdelerkap.

De rotor is een ronddraaiende kunststof arm die doorgaans via de nokkenas wordt aangedreven en daarmee synchroon draait. Midden boven op de rotor bevindt zich een messing plaatje dat elektrisch is verbonden met een contact aan het uiteinde van de arm. In sommige typen verdelers is in dit messing plaatje nog een weerstand opgenomen om radiostoring te voorkomen.

De eveneens van een isolerende kunststof vervaardigde verdelerkap heeft aan de buitenzijde één centrale aansluiting die de hoogspanning van de bobine ontvangt en (uitgaande van een viercilinder motor, zoals de kap die hiernaast is afgebeeld) vier aansluitingen voor de bougiekabels.

Aan de binnenzijde van de verdelerkap is de centrale aansluiting verbonden met een verende koolstift. Deze stift wordt door de veer tegen het centrale plaatje van de rotor gedrukt en geleidt zo de hoogspanning van de bobine naar de draaiende rotor. Aan de omtrek van de binnenzijde van de verdelerkap bevindt zich voor iedere bougie een messing contact dat door de rotor steeds wordt gepasseerd. Op dat moment van passeren (niet raken!) wordt de vonkspanning doorgegeven aan de kabel van de juiste bougie.

Omdat de rotor (uitgaande van een viertaktmotor) door de nokkenas wordt aangedreven, is het toerental daarvan de helft van dat van de krukas, zodat alleen een vonk wordt opgewekt op het moment dat een zuiger zich aan het einde van de compressieslag bevindt en niet tijdens de uitlaatslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

ontsteking
principe, doel en timing voorontsteking

A
  • Een mengsel dat door een vonk ontstoken wordt heeft enige tijd nodig om maximaal te expanderen…
  • Daarom moet het mengsel iets vroeger dan BDP ontstoken worden… dit noemt men de voorontstekeing.
  • Het ontstekingstijdstip wordt vervroegd naarmate de motor sneller draait.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

ontsteking
mechanische werking voorontsteking
(incl. tekening)

A

De plaat met de contactpunten wordt verdraaid zodat het ontstekingstijdstip vroeger komt.

Dit kan via

  • vacuumvervroeging
    mechanisch
  • centrifugaalvervroeging
    via gewichtjes die uitzetten naarmate de rotatie sneller wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

ontsteking
Engelse en Nederlandse term CDI

A
  • Capacitor Discharge Ignition (CDI)
  • condensator-ontlaadonststeking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

ontsteking
theoretisch principe CDI-ontsteking

A

De primaire wikkeling van de bobine wordt gevoed door middel van een 300 a 400 Volt spanning afkomstig van een condensator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

ontsteking
Engelse benaming voor ‘condensator’

A

capacitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

ontsteking
praktische werking CDI-ontsteking
(incl. tekening + link YouTube)

A
  1. De condensator (capacitor) kan op drie manieren worden opgeladen:
    * dmv een spoel (Excitor Coil), dmv magneten in het vliegwiel
    * door een alternator (AC CDI)
    * via de batterij en transformator in de CDI module (DC CDI)
    -
  2. Via een pulse generator (of trigger coil) wordt een schakelaar geactiveerd
    –> Silicon Controller Rectifier (SCR) of Thyristor
    waardoor de opgeslagen stroom in de condensator ontlaadt naar de primaire wikkeling van de bobine.
    -
  3. ## Daar wordt in de secundaire wikkeling een sterkte stroom opgewekt richting bougie die het mengsel tot ontbranding brengt.https://youtu.be/0yK3Opq_i0M?si=EUEROF0MGrOZToJK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

ontsteking
kenmerken volledig elektronische ontsteking

A
  • 2-vonken bobines ipv verdeler/rotor
  • verschillende sensoren om het ontstekingstijdstip te bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

ontsteking
volledig elektronische ontsteking
vergelijking meervonken bobines vs stroomverdelers

A

Bij meervonken bobines
* typisch gebruik bij even aantal meervoudige cylinder motoren (bv. 2, 4 cylinders)
* krijgen beide bougies van cilinder 1 en 4 tegelijk een vonk en de bougies van cilinders 2 en 3 daarna tegelijk een vonk
* Cilinder 1 voert dan bv. de arbeidsslag uit terwijl cilinder 4 de uitlaatslag uitvoert.
* Volgende cyclus krijgen opnieuw bougies van cilinders 1 en 4 een vonk, maar nu is het cilinder 4 die aan de arbeidsslag en cilinder 1 aan de uitlaatslag zijn begonnen.
* Het tijdstip dat de ontsteking dient plaats te hebben wordt adhv
- een impulsgever
- of krukaspositiesensor
- en enventueel nokkenaspositiesensor
doorgegeven aan de ECU, dat voor de aansturing van de bobine zorgt alsook voor het voorontstekingstijdstip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

ontsteking
volledig elektronische ontsteking
onstekingsvolgorde (incl. tekening)

A

In de eerste omwenteling zal bougie/cylinder 1 arbeidsslag uitvoeren en volgt er een ontbranding in de cylinder, terwijl er ook een vonk naar cylinder 4 gaat, maar die heeft pas de arbeidsslag in de 2e omwenteling van de krukas enz..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

bougie
synoniem

A

ontstekingskaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

bougie
doel

A

vonk overbrengen tussen de electroden in de verbrandingskamer om het mengsel tot ontbranding te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

bougie
soorten (+ tekening)

A
  • warme bougie
    bougie werkt op lagere temperaturen en de isolator van de bougie draagt nauwelijks warmte af (naar het metaal van de cilinderkop)
    -
  • koude bougie
    bougie werkt op hogere temperaturen en de warmte wordt sneller afgevoerd (naar het metaal van de cilinderkop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

bougie
onderdelen (+ tekening)

A
  1. centrale elektrode
  2. massaelectrode
  3. elektroden afstand
  4. isolatorneus
  5. schroefdraad
  6. isolator
  7. ringen (voorkomen kruipen van vonken)
  8. metalen omhulsel
  9. koperen kern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

bougie met geïntegreerde bobine
voorkomen + synoniem + opbouw

A
  • Tegenwoordig heeft elke bougie zijn bobijn geïntegreerd in de bougiedop, dit wordt weleens Coil on Plug (COP) genoemd.
  • De bobine zit vervat in de bougiekop en de werking geldt als een oudere bobine; deze bobine heeft ook een primaire en secundaire spoel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

bougie met geïntegreerde bobine
herkennen defect

A
  • Een falende bobine kan vaak worden herkend aan het feit dat de motor onregelmatig draait.
  • bv. motormanagement lampje gaat branden (al kan het branden van dit lampje ook nog andere talloze oorzaken hebben).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

bougie met geïntegreerde bobine
voor- en nadelen

A
  • Voordeel van dit systeem is dat de stroom van de ECU via laagspanning naar de bougie kan overgebracht worden (=> veiliger om aan te werken?).
    De hoogspanning wordt in de bougiekop/bobine tot stand gebracht, waardoor er een betere vonk dmv de kortere afstand naar de bougie elektroden kan opgewekt worden.
  • Nadeel van dit systeem is dat de bougiekop/bobine in de cilinderkop schacht vertoeft, wat enorme hitte kan veroorzaken en waardoor het systeem wellicht gevoeliger is aan falen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

volledig elektronische ontstekingen
algemeen nadeel (extra vereiste)

A

Het is duidelijk dat met de komst van electronische ontstekingen de accu in optimale conditie moet vertoeven om de electronica aan de praat te krijgen.
Met een lege accu komt er geen vonk tot stand en start de motor niet, in tegenstelling tot de traditionele ontstekingen waar de stroom wordt opgewekt door middel van mechanische delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

smering bij viertaktmotoren
doel en werkingsprincipe (+ tekening)

A

De smering moet voorkomen dat bewegende delen over elkaar glijden, warm worden en daardoor slijten.

Tussen de raakvlakken komt een dunne film olie die tegelijk ook een goede afdichting vormt (tussen zuiger, zuigerveren en cilinderwand).

De olie die terug naar het oliecarter stroomt, neemt een gedeelte van de warmte van de gesmeerde onderdelen mee. Daardoor zal ze afkoelen door de rijwind.

Sommige motoren zijn voorzien van een oliekoeler in de vorm van een radiator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

smering bij viertaktmotoren
twee Engelse termen voor ‘carter’

A
  • sump
  • oil pan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

smering bij viertaktmotoren
opsomming twee soorten
(incl. Engelse termen en synoniemen)

A
  • wet-sumpsmering = druksmering (waarbij ook spatsmering gebeurt)
  • dry-sumpsmering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

smering bij viertaktmotoren
werking wet-sumpsmering (+ tekening)

A
  • Het carter is tot een bepaalde hoogte met olie gevuld.
  • Een oliepomp
  • in het carter geplaatst
  • en door de krukas aangedreven,
    perst de olie door de leiding naar de lagers van de krukas en de drijfstangen.
  • De olie wordt door de lagers weggeslingerd en vormt in het carter een nevel die de zuigers smeert (spatsmering).
  • Bij de neerwaartse beweging van de zuiger schraapt een ring (olieschraapveer) het grootste deel van de olie van de cilinderwand af. Slechts een zeer klein deel verbrandt in de cilinder en wordt dus verbruikt.
  • Een andere olieleiding zorgt voor de smering en koeling van de nokkenas. Het heetste deel van de motor, de cilinderkop, wordt afgekoeld door er veel olie naar toe te pompen.
  • De oliecirculatie in de motor. Een oliepomp zuigt via een zeef olie uit het carter en perst het via een filter naar de oliegalerij. Van hieraf lopen kanalen naar de hoofd- en nokkenaslagers en de tuimelaars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

smering bij viertaktmotoren
werking dry-sumpsmering (+ tekening)

A

De smeerolie wordt niet in het carter meegevoerd maar wel in
* een aparte tank
* de framebuizen
* een aparte ruimte voor de olie in het motorblok (Yamaha) –> oplossing om de motor lager in het frame in te bouwen en toch nog voldoende grondspeling te voorzien
-
Een eerste oliepomp zuigt de olie van het carter naar de olietank.
Een tweede oliepomp perst de olie in de smeerkringloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

smering
soorten olie

A

monograde (= ‘singlegrade’) olie
1 viscositeitsgetal bvb SAE60
-
mulitgrade olie
* geschikt voor alle seizoenen, blijft dik in de zomer en dun in de winter
* SAE aanduiding met twee getallen, gescheiden door de letter W
* bv. SAE 10W40 vervangt de single grade oliën SAE 10 (winter) en SAE 40 (zomer)
* wordt tegenwoordig algemeen toegepast, althans in het motorblok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

smeerolie
afkorting en betekenis ‘SAE’

A
  • Society of Automotive Engineering
  • aanduiding voor de viscositeit (stroperigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

smeerolie
afkorting en betekenis ‘API’

A
  • American Petrolium Institute
  • aanduiding voor de kwaliteit volgens de normen van de Amerikaanse constructeurs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

smeerolie
afkorting en betekenis ‘ACEA’

A
  • voorheen ‘CCMC’
  • Association des Constructeurs Européens d’Automobiles
  • aanduiding voor de kwaliteit volgens de normen van de Europese constructeurs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

smeerolie
afkorting en betekenis ‘JASO’

A
  • Japanese Automotive Standards Organisation
  • aanduiding voor de kwaliteit volgens de normen van de Japanse constructeurs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

smeerolie
alle functies

A

geheugensteun ‘KoeGRAS’:

  • Koeling
  • Geluidsdemping
  • Reiniging/ corrosiebescherming
  • Afdichting (tussen zuiger en cilinderwand)
  • Smering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Wat betekent viscositeit?

A
  • maat van vloeibaarheid
  • drukt de dikte, stroperigheid, van de olie uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Noem 2 taken van de oliepomp.

A
  • zorgt voor druk in het smeersysteem
  • pompt olie naar alle te smeren delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Welke olie heeft het breedste bereik ?

  • SAE 5W40
  • SAE 60
  • SAE 10W40
  • SAE 20W50
A

SAE 5W40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Welke soorten olie gebruikt men in een 4-Takt?

A

Vooral multigrade olie, dewelke is afhankelijk van verschillende factoren
* Welke is de vereiste homologatie voor een bepaald type voertuig? dat is terug te vinden in het onderhoudsboekje.
* Voor de keuze van motorolie wordt vaak gekeken naar de homologatie die een bepaalde motorolie draagt. Een homologatie is de officiële goedkeuring van een motorconstructeur dat een bepaalde olie aan zijn vereisten voldoet.
* Schrijft de constructeur monograde, multigrade olie voor, half- of volsynthetische olie
* Welke temperaturen moet de olie aankunnen?
(bv. Finland <> Afrika )
* Wordt de motor sterk belast?
- ja (bv. circuit): full-synthetische olie
- nee (bv. tour, custom): half-synthetische olie (goedkoper)
-
monograde
* voor machines of onderdelen van voertuigen waarbij temperatuurverschillen minder groot zijn of minder problemen opleveren, bv:
* versnellingsbakken: vaak SAE 90
* voorvork (vering): speciale voorvorkolie SAE 15 of 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

twee soorten bouw oliepompen (+ tekening)

A
  • tandwielpomp
  • sikkelpomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

waarom koelsysteem nodig?

A
  1. ontstaan van hoge temperaturen in motor
    * verbrandingsproces tot 2.000 °C
    * uitlaatgassen bij verlaten verbrandingsruimte ca. 500° C
    -
  2. reeds aanwezige koeling volstaat niet
    * brandstofmengsel
    * smeerolie
    -
  3. dus extra koeling nodig voor
    * cilinderkop en -wanden
    * voorkomen slijtage
    * spontane ontbranding brandstofmengsel te voorkomen (kan gebeuren vanaf 800° C)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

gedetailleerde tekening koelsysteem

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

koelsysteem
3 soorten koeling

A
  • lucht-
  • water- (of ‘vloeistof-‘)
  • olie-

koeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

luchtkoeling
voorkomen

A

vooral bij oudere en/of kleinere motoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

luchtkoeling
werkingsprincipe (+ foto)

A

cilinder en cilinderkop zijn voorzien van koelvinnen die warmte afdrijven en door rijwind verder gekoeld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

luchtkoeling
voordelen

A
  • goedkoop
  • eenvoudig
  • lichtgewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

luchtkoeling
nadeel

A

minder efficiënte afkoeling
* oververhitting bij extreme externe temperaturen en traag rijden
* extra groot probleem indien motor niet direct in rijwind (bv. scooters)
=> dan vaak extra ventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

waterkoeling
belangrijkste componenten (+ tekening)

A
  • waterpomp
  • watermantel met kanalen
  • thermostaat
  • radiator
  • ventilator met thermoschakelaar
  • radiatorvuldop
  • expansievat (= ‘overloopreservoir’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

waterkoeling
bouw watermantel

A

In de cilinderwanden zijn kanalen uitgeboord waardoor het koelvloeistof dmv de waterpomp doorgestuwd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q

waterkoeling
functie radiator

A

De koelvloeistof draagt de warmte van het motorblok over naar de radiator waar het door een kanalenstelsel door de rijwind gekoeld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

waterkoeling
functie waterpomp

A

Een waterpomp is nodig om het koelvloeistof sneller door het circuit te laten stromen (normaal stijgt warm water uit zichzelf en vloeit het via de bovenste slang naar de radiator, maar dit stroomt niet snel genoeg).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

waterkoeling
werking en functie ventilator

A

Een ventilator achter de radiator zorgt voor extra aanzuigkracht van de rijwind alsook doorstroming van wind als er niet gereden wordt. (thermocontact > 100 graden ).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
107
Q

waterkoeling
bouw, werking en functie thermostaat

A
  • Een thermostaat is een soort kraantje dat in gesloten positie zorgt dat de koelvloeistof niet meteen door de motor vloeit, maar dat de motor eerst op bedrijfstemperatuur komt (90 graden).
  • Eenmaal op bedrijfstemperatuur gaat de thermostat open en laat koelvloeistof door….
  • Een te lage motor temperatuur zorgt namelijk voor energieverlies en werkt condensatie in de hand als de motor niet op temperatuur komt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
108
Q

waterkoeling
werking en functie radiatorvuldop

A

De radiatorvuldop heeft een kleppensysteem/veer dat zorgt voor een overdruk in het koelsysteem zodat het water niet op 100 maar pas op 110 graden gaat koken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
109
Q

waterkoeling
functie expansievat

A

Het expansievat dient om het “overkokende” water op te vangen die door de radiatorvuldop wordt doorgelaten bij een temp van > 115 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
110
Q

oliekoeling
werking (+ tekening en foto)

A

smeerolie wordt onder druk gestuwd naar
* cilinderkop => koelen van nokkenassen en kleppen
* radiator (‘oliekoeler’) => afkoeling door rijwind
.
cilinders blijven doorgaans luchtgekoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

oliekoeling
nadeel

A

motor kan nog steeds oververhit geraken bij extreme temperature en geen rijwind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
112
Q

oliekoeling
voordelen

A

gekoelde olie
* verlengt de levensduur van de motor en andere onderdelen, vooral bij motoren dewelke veel hitte / prestaties genereren (bv. circuit)
* houdt de natte platenkoppeling koel => minder slijtage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
113
Q

transmissie
doel

A

kracht van motor overbrengen naar achterwiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
114
Q

transmissie
eenvoudige opsomming onderdelen (+ tekening)

A
  1. primaire aandrijving/transmissie
  2. koppeling
  3. vernellingsbak
  4. secundarie aandrijving/transmissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
115
Q

transmissie
functie en werking primaire aandrijving

A
  • verbinding van krukas naar koppeling
  • dmv ketting, tandwiel of getande riem
116
Q

transmissie
functie koppeling

A
  • koppelen en ontkoppelen van de krukas met de ingaande as van de versnellingsbak
  • zorgt voor soepel vertrek vanuit stilstand
117
Q

transmissie
functie en werking versnellingsbak

A
  • keuze bieden tussen verschillende overbrengingsverhoudingen
  • schakelvorken schakelen de verschillende versnellingen IN/UIT
118
Q

transmissie
functie en werking secundarie aandrijving

A
  • verbinding tussen uitgaande as van versnellingsbak en het achterwiel
  • dmv ketting, cardan of getande riem
119
Q

koppeling
onderdelen (+ tekening + link YouTube)

A
  • koppelingshuis
  • butenste deel = koppelingskorf, verbonden met de koppelingsplaten (= frictieplaten)
  • binnenste deel = koppelingsnaaf, verbonden met tussenplaten
  • drukplaat
  • koppelingsveren

https://www.youtube.com/watch?v=JhTf7cBeGcs&pp=ygUpaG9lIHdlcmt0IGRlIGtvcHBlbGluZyB2YW4gZWVuIG1vdG9yZmlldHM%3D

120
Q

koppeling
werking (+ link YouTube)

A
  • Motor draait aan bepaald toerental (bvb 1500 rpm) en achterwiel staat stil
    —>kracht moet geleidelijk aan van motor naar achterwiel overgezet worden
  • Koppeling dient om het onderbreken van kracht van de motor (primaire transmissie) met de versnellingsbak en het achterwiel (secundaire transmissie) alsook om van versnelling te kunnen veranderen
  • Bij het intrekken van het koppelingshendel worden de koppelingsplaten van mekaar getrokken en wordt de verbinding tss motor en versnellingsbak verbroken (ontkoppelen) – beide sets van platen draaien onafhankelijk van mekaar
  • Bij het loslaten van het koppelingshendel worden de koppelingsplaten door middel van koppelingsveren terug tegen mekaar aangedrukt en komt de verbinding tss motor en versnellingsbak tot stand (koppelen)
  • Buitendeel van het koppelhuis (koppelingskorf) wordt aangedreven door de primaire aandrijving (motor/krukas) en het binnenste deel van het koppelingshuis (koppelingsnaaf) staat vast op de primaire as van de versnellingsbak.

https://www.youtube.com/watch?v=JhTf7cBeGcs&pp=ygUpaG9lIHdlcmt0IGRlIGtvcHBlbGluZyB2YW4gZWVuIG1vdG9yZmlldHM%3D

121
Q

koppeling
Gevolg indien geen speling op koppelingshendel?

A

de koppelingsplaten worden dan niet 100% tegen mekaar gedrukt
=> ‘slippen’ gedeeltelijk
=> snellere slijtage van de koppeling

122
Q

koppeling
eenvoudige opsomming vier soorten

A
  • meervoudige droge platenkoppeling
  • meervoudige natte platenkoppeling
  • enkelvoudige platenkoppeling
  • dubbele koppeling (Dual Clutch Transmission = DCT)
123
Q

meervoudige platenkoppeling
* bouw en werking
* twee soorten

A

meervoudige platenkoppeling
* meest gebruikte koppeling
* twee sets van bvb 6 ringvormige platen
* een set haakt in op de koppelingskorf (van het
koppelingshuis) dat in verbinding staat met de krukas
(motor/ primaire aandrijving)
* andere set haakt in op de kopplingsnaaf dat verbonden staat
met de ingaande as van de versnellingsbak
* Beide sets zijn gemonteerd volgens sandwish methode
(eerst een frictieplaat, dan een tussenplaat, frictieplaat,
tussenplaat, enz)
* frictiemateriaal van frictieplaten bestaat uit ofwel

  • remvoeringsmateriaal (meervoudige droge platenkoppeling)
  • kurk (meervoudige natte platenkoppeling)
124
Q

enkelvoudige platenkoppeling
voorkomen, bouw en werking (+ tekening)

A
  • BMW, Moto-Guzzi
  • krukas en transmissie in 1 rijrichting + cardanas
  • koppelingsplaat aan beide zijden bekleed met remvoeringsmateriaal
  • koppelingsplaat tussen vliegwiel en drukplaat
  • vliegwiel is in verbinding met motor, koppelingsplaat in
    verbinding met versnellingsbak
  • bij intrekken van het koppelingshendel wordt een
    diafragmaveer op de drukgroep ingeduwd die op zijn beurt de druk op de koppelingsplaat afneemt en de verbinding met het vliegwiel verbroken waardoor motor en drukplaat afzonderlijk van mekaar draaien
125
Q

dubbele koppeling (Dual Clutch Transmission = DCT)
voorkomen, bouw en werking (+ tekening)

A
  • bv. Honda VFR, Africa Twin
  • een geautomatiseerd koppelings- en versnellingssysteem waarbij zowel manueel als automatisch rijden mogelijk is
  • sneller schakelen zonder onderbreking van de aandrijving
  • biedt comfort, sportiviteit en veiligheid
  • versnellingsbak met 2 transmissies, als de 1e transmissie actief
    is wordt de 2e transmissie in de volgende versnelling ‘klaar’
    gezet.
  • schakelen gebeurt door de ene koppeling (van eerste
    transmissie) te ontkoppelen en de andere koppeling (van tweede transmissie) te koppelen, terwijl het gas open kan blijven.
  • een versnellingspedaal , geen koppelingshendel
    .
    automatisch schakelen of manueel adh flippers op het stuur –> hoe?
  • 1e koppeling toegepast op de 1e, 3e en 5e versnelling
  • 2e koppeling op de 2e, 4e en 6e versnelling
126
Q

versnellingsbak
gebruikelijke inbouwplaatsen

A

Bij de meeste 4-takt motoren is de versnellingsbak opgenomen in het carter en wordt gesmeerd door de motorolie
.
Sommigen hebben een aparte versnellingsbak met aparte smering (bv. 2-takt motor)

127
Q

versnellingsbak
doel

A
  • Een versnellingsbak brengt het vermogen van de verbrandingsmotor op een efficiënte manier naar de wielen.
  • Een verbrandingsmotor levert zijn maximale vermogen en koppel slechts in een beperkt toerentalgebied. Een versnellingsbak zet het optimale toerental van de motor om naar een ander doorgaans lager toerental van de secundaire transmissie (kettingtandwielen / cardanas)
  • Verhoudingen worden overgebracht dmv tandwielparen met verschillende diameters.
128
Q

versnellingsbak
componenten (+ tekening)

A
  • Ingaande as (staat in verbinding met de koppeling (koppelingsnaaf)
  • Uitgaande as (staat in verbinding met het tandwiel (ketting) of cardanas naar het
    achterwiel
  • Hak-teen schakeling (schakelhendel dat toelaat om slechts 1 versnelling per keer in te schakelen)
  • Schakelvorken (schakelen een versnellingenpaar IN of UIT)
  • Schakeltrommel (As met sporen in die zorgen dat de schakelvorken links of rechts bewegen om een versnelling in of uit te schakelen)
129
Q

versnellingsbak
werking (+ tekening + 2x YouTube)

A
  • Op de ingaande en uitgaande as zijn steeds de tandwielen in paren verbonden met verschillende overbrengingsverhoudingen
    .
  • Als beide tandwielen van 1 paar ‘ingeschakeld” zijn beiden verbonden met de in en uitgaande as en wordt de kracht van de motor over beide assen gebracht
    .
  • Andere tandwielparen draaien constant mee maar slechts 1 van de 2 is “geschakeld” / verbonden met de in- of uitgaande as
    .
  • Sommige tandwielen kunnen niet over de as “schuiven” en blijven vast op de as zitten.. Het tegenovergestelde tandwiel zal vrij over de andere as draaien tot dit ‘ingeschakeld” wordt door een schakelvork
    .
  • Andere tandwielen zijn door middel van spiebanen verbonden met de as en kunnen vershuiven op de as om andere versnellingen in of uit te schakelen.. Het andere tandwiel van dit paar staat ook los op de andere as

  • https://www.youtube.com/watch?v=g8xnIFf4id4
  • https://www.youtube.com/watch?v=vq11CusULlk
130
Q

secundaire transmissie
functie O-ringen op moderne ketting

A

O-ringen vormen barrière
.
=> houdt
* vuil buiten
* smering (vet) binnen
.
=> langere
* smering
* levensduur

131
Q

secundaire transmissie
levensduur ketting

A
  • met O-ringen
    tot 30000km
    .
  • oudere kettingen
    tot 6000 km
132
Q

secundaire transmissie
opletten keuze onderhoudsproducten ketting

A

Opgelet voor reinigingsproducten (ketting cleaner) die de rubbertjes
aantasten.

133
Q

secundaire transmissie
Wanneer ketting best smeren?

A

Smeren van de ketting gebeurt na de rit, reden:

  • ketting warm => kettingspray dringt gemakkelijker door de schakels heen
  • meer tijd om kettingspray te laten inwerken
134
Q

secundaire transmissie
eenvoudige opsomming vier soorten aandrijving

A
  • ketting
  • riem
  • cardan
  • CVT (constant variable transmission)
135
Q

secundaire transmissie
aantal benodigde tandwielen cardan

A
  • Bij motoren in lengterichting (bv. BMW) liggen krukas en cardan op een zelfde lijn, rechtstreeks aangedreven door de versnellingsbak, en is er maar 1 conische tandwielenset nodig aan het achterwiel.
    .
  • Bij motoren waar motor en krukas dwars in het frame gemonteerd zijn is een extra set conische tandwielen nodig: 1 aan de uitgaande as van de versnellingsbak en 1 aan het achterwiel)
136
Q

secundaire transmissie
oplossing bewegingen cardanas

A

Kruiskoppeling en schuifstuk is noodzakelijk omdat bij het in- en uitveren, de positie van het achterwiel verandert en er tevens een lengteverschil van de cardanas ontstaat.

137
Q

secundaire transmissie
werkingsprincipe CVT (+ tekening)

A

CVT = constant variable transmission
.
* V-riem aandrijving
* Aandrijving bij meeste scooters
* Rolt tussen 2 in diameter veranderlijke schijven
* Voorste schijf vergroot in diameter naarmate omwentelingen van de krukas verhogen en trekt via de v-riem de achterste schijf open waardoor de diameter van de riem achteraan verkleint
* Zo heeft men alsdusdanig enorm veel versnellingsverhoudingen tussen voorste en achterste schijf zonder dat er hoeft geschakeld te worden.

https://youtu.be/9cKbzUgFdS0

138
Q

wielophanging
balhoofdhoek: synoniemen

A

Balhoofdhoek = Caster = Rake

139
Q

wielophanging
beschrijving balhoofdhoek (+ tekening)

A
  • Balhoofdhoek is de hoek van de motorfietskop van het frame.
    .
  • De voorvork draait in het balhoofd op (kogel)lagers. Doordat de voorvork niet loodrecht maar schuin geplaatst
    is, veroorzaakt dat naloop van het voorwiel.
    .
  • De balhoofdhoek is de hoek die de balhoofdas maakt met de horizontale lijn (of loodrechte lijn, is dan alternatieve meetmethode)
140
Q

wielophanging
balhoofdhoek voor verschillende types motorfietsen

A
  • choppers hebben een grote hoek
  • sportmotoren hebben een kleinere hoek
141
Q

wielophanging
gevolgen grotere balhoofdhoek

A
  • langere wielbasis
  • grotere naloop (trail)
  • verhoogt de rechtuitstabiliteit
142
Q

wielophanging
synoniem voor naloop

A

trail

143
Q

wielophanging
beschrijving naloop (+ tekening)

A
  • Daar waar het verlengde van het balhoofd, de balhoofdlijn, het wegdek raakt voor het punt waar het voorwiel de grond raakt. Of dit is de afstand tussen het snijpunt van de balhoofdas met het wegdek en het punt dat ontstaat wanneer vanuit de wielas een loodlijn naar het wegdek wordt getrokken.
144
Q

wielophanging
algemene invloed naloop

A

bepalend voor de koersvastheid van het wiel, zowel bij rechtdoorrijden als bij het schuinliggen in bochten
.
=> grote invloed op de stuureigenschappen

145
Q

wielophanging
concrete invloed kleine naloop + vb. twee types motorfietsen

A

hoe kleiner de naloop, hoe
* kleiner de rechtuitstabiliteit
* groter de wendbaarheid
.
bv.
* customs: grote naloop
* off-road machines: kleine naloop

146
Q

wielophanging
tekening met aanduiding A-F

A

A: Balhoofdhoek
B: Balhoofdhoek (andere meetmethode)
C: Naloop
D: Wielbasis
E: Grondspeling
F: Veerweg

147
Q

wielophanging
verklaring (on)afgeveerde massa (+ tekening)

A

afgeveerde massa is alles wat met de motorfiets mee veert:
* chassis
* motor
* tank
* stuur
* bestuurder + passagier + bagage

onafgeveerde massa is alles wat NIET met de motorfiets mee veert
* wielen
* achterbrug
* verend gedeelte van voorvork
* remschijf en -klauw
Deze delen zullen mee stuiteren op hobbels en maken dezelfde bewegingen als de wielen.

148
Q

wielophanging
relatie onafgeveerde massa vs rijeigenschappen

A

Onafgeveerde massa moet zo licht mogelijk gehouden worden omdat de wielen met grotere massatraagheid meer moeite hebben op het wegdek oppervlak te volgen dan met een lager onafgeveerde massa…

=>
Hoe lager het onafgeveerde gewicht, hoe beter de rijeigenschappen.

149
Q

voorwielophanging
twee types telescopische voorvorken (+ foto’s)

A
  • conventionele
  • upside down (UPSD)
150
Q

voorwielophanging
bouw en werking telescopische voorvorken

A
  • De telescopische voorvork heeft twee vorkpoten, die met twee zogenaamde kroonplaten met elkaar en met de balhoofdas zijn verbonden.
    .
  • Lange schroefveren zorgen voor de vering
    .
  • Demping gebeurt dmv van een zuiger-cylinder systeem waarbij olie door (regelbare) ventielen van de ene cylinder naar de andere geperst wordt
  • Demping (en olie) zorgen ervoor dat de veer zo spoedig mogelijk tot rust komt en dat het contact van de band met het wegdek zo permanent mogelijk blijft.
151
Q

voorwielophanging
bouw en nut progressieve veren (+ tekening)

A
  • De uiteinden van de lange schroefveren zijn korter bij mekaar wat zorgt voor een stijvere vering naarmate deze verder ingedrukt worden
  • De Vering is progressief, i.e. wordt straffer naarmate de vork sterker belast wordt om te voorkomen dat de vering doorslaat.
152
Q

voorwielophanging
bouw en doel upside down voorvork (+ foto)

A
  • Hierbij is het dunne gedeelte op de wielas bevestigd, terwijl de dikke buizen in de kroonplaat bevestigd zijn
  • heeft een grotere stijfheid (dikkere vorkpoten bevestigd in de kroonplaten)
  • onafgeveerd gewicht is lichter, dus betere rijeigenschappen dan conventionele telescopische voorvork
153
Q

voorwielophanging
eenvoudige opsomming soorten

A
  • telescopische voorvork
  • conventioneel
  • UPSD (upside down)
    .
  • schommelarmvork
    .
  • enkelzijdige ophanging met fuseebesturing
    .
  • telelever
154
Q

voorwielophanging
schommelarmvork - bouw en voorkomen (+ foto)

A
  • Het voorwiel is aan de vork bevestigd via 2 scharnierende afgeveerde stangen.
  • Vooral gebruikt bij zijspannen.
155
Q

voorwielophanging
schommelarmvork - voordelen (+ foto)

A
  • grotere torsiestijfheid
  • reageert snel op oneffenheden -> meer comfort
  • verhindert het induiken tijdens remmen

–> ook op Journey (slaapkamer PW)

156
Q

voorwielophanging
enkelzijdige ophanging met fuseebesturing - voordelen en vb. voorkomen (+ tekening)

A
  • stuurkarakter wordt niet beïnvloed door de verticale veerbewegingen en blijft neutraal
  • laag zwaartepunt
  • bv. Yamaha GTS1000
157
Q

voorwielophanging
telelever - bouw en werking (+ tekening)

A
  • combinatie van telescopische voorvork met triangel vanop het blok
  • vering en schokdemping gebeurt door 1 centrale unit
158
Q

achterwielophanging
verbinding wiel en frame : naam + beschrijving

A

‘getrokken schommelarm”
* via lagers aan het frame bevestigd en trekt het wiel achter zich aan
* 1 been of 2
* veranderlijke kettingspanning (ketting speling)
* veranderlijke cardanas afstand (kruiskoppeling + schuifstuk)

159
Q

achterwielophanging
veerelement

A

zorgt voor de vering alsook de demping, beiden regelbaar:
.
* veer (veervoorspanning) dmv stelring waardoor de veer korter of langer wordt
* demping dmv meer of minder doorstroming van de olie

160
Q

achterwielophanging
schokdemper

A
  • Demping gebeurt, en kan geregeld worden, door een hoeveelheid olie van de ene naar andere kamer te laten doorstromen via een tweezijdig werkend ventiel. Zo kan apart de ingaande als uitgaande demping geregeld worden.
  • Sommige veerelementen hebben een aparte oliekamer, welke ervoor zorgt dat de olie niet te heet wordt bij zware belasting.
  • Een gasdrukdemper wordt voorzien van een van olie gescheiden gaskussen wat voor extra progressiviteit van het veren en dempen zorgt.
161
Q

achterwielophanging
eenvoudige opsomming soorten achterveringen

A
  • monovering, hefboomsystemen
  • stereovering
  • vering met driehoeksconstructie
162
Q

achterwielophanging
monovering - beschrijving en voordelen tov stereovering (+ tekening)

A
  • Hefboomsysteem met 1 centraal geplaatste veerelement dat een schaarbeweging maakt (pro-link) of tuimeleffect (uni-trak)
    .
  • Biedt meer wieluitslag en progressievere vering dan stereovering
163
Q

achterwielophanging
stereovering - beschrijving

A
  • conventionele vering met 2 veerelementen aan weerszijde van het achterwiel
    .
  • bevestigd tussen de achterbrug ter hoogte van de achteras en schuin naar voren bevestigd op het frame
164
Q

achterwielophanging
vering met driehoeksconstructie - beschrijving (+ tekening)

A

achtervork is een soort van 3-hoek met een bijna horizontaal in het frame geplaatst veerelement

165
Q

achterwielophanging
eenvoudige opsomming twee soorten achterbruggen voor cardan

A
  • monolever
  • paralever
166
Q

achterwielophanging
beschrijving monolever-achterbrug (+ tekening)

A

Monolever is een achterbrug (achterwielophanging)
.
* met monovering
* enkelvoudig uitgevoerd
* met geïntegreerde cardanaandrijving
* scharnierend bevestigd in de versnellingsbak of frame

167
Q

achterwielophanging
beschrijving paralever-achterbrug (+ tekening)

A

Paralever is als achterbrug (achterwielophanging) een doorontwikkeling van monolever.
.
* misschien uitsluitend of toch zeker vooral bij BMW
* met monovering
* vermindert bij geintegreerde cardanaandrijvingen de storende cardanreactie (omhoog komen van de motorfiets bij versnellen en zakken bij vertragen)
.
* dmv de reactiestang (onderaan of bovenaan de cardanaandrijving)
.
* ziet er dus uit als een semi- parallellogram-constructie van de achtervork

168
Q

remsysteem
basisprincipe remmen + beschrijving toepassing bij motorfiets

A
  • omzetten van bewegingsenergie in warmte dmv wrijving
    .
  • We drukken een stilstaand onderdeel (remblokje) tegen een draaiend deel (remschijf), hierdoor onstaat wrijving die warmte opwekt.
169
Q

remsysteem
relatie tussen gewicht motorfiets en vrijgekomen warmte

A

Hoe zwaarder de motorfiets hoe meer warmte kwijt moet bij dezelfde snelheid en remweg.

170
Q

remsysteem
relatie tussen snelheid motorfiets en vrijgekomen warmte

A

Snelheid telt kwadratisch:
bij dubbel zo snel rijden wekt het remmen 4x meer warmte op

171
Q

remsysteem
eenvoudige opsomming regelmatig uit te voeren controles

A
  • remvloeistof
  • remdruk
  • remleidingen
  • remblokjes
  • remschijven
172
Q

remsysteem
regelmatig uit te voeren controles - remvloeistof

A

niveau
* Is er voldoende remvloeistof in het reservoir?
* motor rechtop, niveau moet boven minimum

.
kleur
* moet helder, mag niet donker
* remvloeistof trekt namelijk condens aan (waterdruppels in olie) en verkleurt donkerkleurig naarmate ouderdom
* vervangen om de x-1000 km of om de 2 jaar

173
Q

remsysteem
regelmatig uit te voeren controles - remdruk

A
  • voldoende remdruk op remhendel en rempedaal?

  • sponzig aanvoelen => remvloeistof bevat lucht
174
Q

remsysteem
regelmatig uit te voeren controles - remleidingen

A

lekkages?

175
Q

remsysteem
regelmatig uit te voeren controles - remblokjes

A
  • voldoende remvoering?
  • min. 1,5 mm (groeven als slijtage-indicator)
176
Q

remsysteem
regelmatig uit te voeren controles - remschijven

A
  • niet ingesleten? (verdund of groeven in)
  • minimale dikte nodig om niet te vervormen door hitte
177
Q

remsysteem
verklaring DOT-code op remvloeistof

A

Remvloeistof is hygroscopisch (behalve DOT 5), neemt water op uit de lucht, hierdoor kan er roest onstaan in het hydraulisch systeem, dus moet regelmatig vervangen worden.

  • DOT 3 remvloeistof absorbeert minder vocht uit de lucht, waardoor deze minder frequent ververst hoeft te worden.
    .
  • DOT 4 remvloeistof bezit hogere droge en natte kookpunten, en is dus beter bestand tegen hogere temperaturen.
    .
  • DOT 5 is een remvloeistof op siliconenbasis. Het heeft een brede temperatuurrange van -40°C tot over +260°C en geeft een optimale werking van het remsysteem bij lage temperaturen.DOT 5 is een remvloeistof op siliconenbasis die daardoor geen vocht opneemt en bijgevolg minder snel veroudert.
178
Q

remsysteem
eenvoudige opsomming twee soorten remuitvoeringen

A
  • trommelrem
  • schijfrem
179
Q

remsysteem
trommelrem - werking

A

Als het remhendel of de rempedaal wordt ingedrukt, worden beide remschoenen uit elkaar en tegen de binnenwand van de trommel gedrukt dmv

één nok
* simplex-principe
* meestal bij achterrem

of

twee nokken
* duplex-principe = 2-leading-shoe
* meestal bij voorrem
.
* De warmte wordt afgevoerd dmv koelribben aan de buitenkant van de wielas.
.
* Bij het lossen van het remhendel trekken krachtige veren de remschoenen opnieuw naar mekaar toe en wordt er geen contact met de trommel meer gemaakt.
.
* Men spreekt over zelfbekrachtigende trommelremmen omdat de remschoen door het draaiend wiel als het ware tegen de remtrommel getrokken wordt.

180
Q

remsysteem
teken het remsysteem van een hydraulische schijfrem

A
181
Q

remsysteem
eenvoudige opsomming onderdelen remsysteem hydraulische schijfrem

A

12 onderdelen:
.
* remhendel
* zuiger
* remvloeistofreservoir
* remvloeistof
* hoofdremcilinder
* remleiding
* remklauw
* zuiger(s)
* keerring
* remblokje
* remvoering
* remschijf

182
Q

remsysteem
teken het remsysteem van een hydraulische trommelrem

A
183
Q

remsysteem
eenvoudige opsomming onderdelen remsysteem hydraulische trommelrem

A

10 onderelen:
.
* rempedaal
* zuiger
* remvloeistofreservoir
* remvloeistof
* hoofdremcilinder
* remleiding
* zuigers
* remschoen
* remvoering
* remtrommel

184
Q

remsysteem
schijfrem - werking

A
  • remblokjes worden in een remklauw gemonteerd aan weerszijden van de remschijf
  • de remschijf is aan het wiel bevestigd en de remklauw aan de voorvork
  • Via het remhendel wordt aan het remhendel een (MASTER) pomp in beweging gebracht die in de remklauw (SLAVE) 1 of meerdere zuigers doet uitzetten tegen het remblokje
  • Deze remblokjes worden door zuigers tegen de remschijf gedrukt om alzo de rembeweging uit te voeren
  • Door wrijving onstaat warmte, door warmte zet de schijf uit waardoor de wrijving en remkracht nog groter wordt
  • Als het remhendel losgelaten wordt drukken de remblokjes niet meer tegen de remschijf en worden enerzijds door een keerring deels van de remschijf terug getrokken, anderzijds, als de remschijf afkoelt krimpt deze waardoor het contact met de remblokjes nog verder verbroken wordt.
185
Q

remsysteem
soorten uitvoeringen remschijf

A

volle schijfremmen
op lichtere motorfietsen die niet vaak of hard moeten remmen
.
geventileerde schijfremmen
* 2 dunne schijven die met tussenruimte aan mekaar bevestigd zijn
of
* geperforeerde remschijven waardoor gaatjes zijn gemaakt om beter af te koelen en beter water af te drijven bij natte weersomstandigheden

186
Q

remsysteem
twee upgrades om remkracht te verhogen

A
  • stalen remleidingen kunnen door opbouwende druk tijdens het remmen niet uitzetten (=> betere remkracht én -dosering)
  • remklauwen met meerdere zuigers
187
Q

remsysteem
werking integraal remsysteem

A
  • voor- en achterrem zijn aan elkaar gekoppeld
    .
    vb:
    .
  • Door het bedienen van het rempedaal worden één schijf op het voorwiel (of slechts 2 of 3 van de vier zuigers op de linker- of rechterschijf) en één op de achterrem geactiveerd.
  • Als extra remkracht nodig is, wordt met behulp van de remhendel de tweede schijf op het voorwiel te hulp geroepen.
    .
    andere combinaties mogelijk, bv:
    .
  • MotoGuzzi: (S/D)CBS (Single/Dual Combined braking system) : indrukken rempedaal bedient 1 zuiger vooraan en
    bij DCBS (Honda) bedient de voorrem ook een zuiger in de achterremklauw
  • YAMAHA : Achterrem wordt vanaf bepaalde druk van voorrem mee bediend, tenzei men eerst de achterrem neemt,
    dan werken beiden onafhankelijk (eerst indrukken achterrem sluit een kanaal afkomstig van voorrem af)
188
Q

remsysteem
Engelse term integraal remsysteem

A

combined braking system (CBS)

189
Q

remsysteem
voordelen integraal remsysteem

A
  • bij paniekreacties denkt men er niet altijd aan beide remmen te gebruiken, hoewel dat resulteert in meer remkracht en dus een korte remweg
  • beter doseren van voor- en achterrem, vooral bij stevig remmen
  • extra stabiliteit door gebruik van beide remmen tegelijkertijd
190
Q

remsysteem
doel en werking ABS

A
  • sensoren op het wiel geven aan als het wiel tijdens het rijden blokkeert en verminderen de remdruk op de remschijf (tot ca. 60x / seconde)
  • in de rempomp wordt dan een klepje open gezet zodat er op dat moment niet meer geremd wordt
  • voorkomt blokkeren van het wiel
  • draagt bij tot de actieve veiligheid van de motorfiets
191
Q

remsysteem
betekenins afkorting ABS

A

Anti-BlokkeerSysteem

192
Q

remsysteem
ABS tijdens hellingshoek

A

Gewone ABS heeft geen nut als de motor op hellingshoek hangt

  • nieuwe technologie (i.e. BMW HP4, KTM) zorgt ervoor dat het systeem van hellingshoeksensoren etc.. nu ook gebruikt wordt om het gecombineerde ABS remsysteem aan te sturen, om de remkracht aan te kunnen passen aan de hellingshoek.
  • Talrijke sensoren, zoals bijvoorbeeld die van de remdruk in de remhendel,
    geven de data aan een boordcomputer door, die dit in milliseconden in opdrachten omzet. Zo berekent het systeem de van hellingshoek en bandengrip afhankelijke fysieke grens van rem- en acceleratiekrachten en laat slechts deze toe.
  • Hierdoor reduceert het systeem het gevaar van een wegschuivend voorwiel bij het remmen onder hellingshoek.
193
Q

remsysteem - moderne technologieën
traction control - meetinstrumenten

A
  • Het traction control systeem maakt gebruik van dezelfde meetindicatoren als dat van het ABS systeem.
    .
  • Door middel van een tandenkrans of van een van inkepingen voorziene schijf in het voorwiel en het achterwiel wordt de draaisnelheid van beide wielen met elkaar vergeleken (traction control).
    .
  • Het ABS systeem vergelijkt deze draaigegevens met een sensor die aangeeft dat je rijdt.
194
Q

moderne technologieën
tractiecontrole: verklaring + vergelijking vroeger en nu

A
  • veiligheidssysteem
  • ontworpen om tractie van aangedreven wielen te verbeteren
  • voorkomt het doordraaien van de wielen zodra de bestuurder gas geeft
  • grotere bestuurbaarheid van het voertuig
  • vergelijkbaar met ESP maar dient niet hetzelfde doel

eerste traction-controlsystemen :
* kabelbediende gasklep
* ontsteking werd bruutweg onderbroken

nu:
* elektronische bediening gasklep (Ride-By-Wire)
* ontsteking wordt niet onderbroken, enkel de gaskleppen worden iets minder geopend
=> nog steeds tractie (aandrijving) op het achterwiel
=> onderbreking werkt niet als een rem.
.
* In combinatie met een hellingshoeksensor maakt deze verfijning ook traction control mogelijk onder een hellingshoek.
.
* Nu alle signalen via een computer lopen, zijn verdere aanvullingen eenvoudig te realiseren, bv.
.
* launch control
* wheelie control
* stoppie control
* cruise control

195
Q

moderne technologieën
tractiecontrole : synoniemen + afkortingen

A
  • tractiecontrole
  • Tractie Controle Systeem (TCS)
  • Anti Slip Regeling (ASR)
196
Q

moderne technologieën
Ride-By-Wire - principe

A

elektronische bediening gasklep

197
Q

moderne technologieën
traction control - reden eerste systemen alleen bij rechtdoor rijden

A
  • Bij de eerste traction control systemen werd de ontsteking onderbroken.
  • De systemen hadden een vrij grote marge omdat er een verschil in omtrek bestaat tussen het voorwiel en achterwiel.
  • Dit verandert nog meer als er onder hellingshoek wordt gereden, vandaar dat de eerste TC systemen alleen goed functioneerden wanneer er rechtuit werd gereden.
198
Q

moderne technologieën
motor mappings : dankzij + synoniem

A

Dankzij de Ride-by-Wire technologie, kunnen we via motormappings zelf een rijmodus instellen.

199
Q

moderne technologieën
motor mappings : voorbeelden + gevolg

A

Mappings die u kunt kiezen zijn bijvoorbeeld
* Street
* Rain
* Offroad
* Sport
* Circuit
.
Afhankelijk van uw keuze worden de gasreactie en de vermogensafgifte automatisch aangepast.

200
Q

moderne technologieën
wheelie control : doel + werking

A
  • Met de optie wheelie control kan je gemakkelijker een stukje op uw achterwiel rijden.
  • Het systeem is namelijk in staat om te berekenen wanneer een wheelie begint en eindigt.
  • Het systeem zorgt er bovendien voor dat u niet te ver achterover gaat, maar helpt u weer veilig op twee wielen te landen..
201
Q

moderne technologieën
slipper koppeling : doel + werking (+ tekening)

A
  • De slipkoppeling moet er voor zorgen dat het achterwiel niet blokkeert bij het hevig remmen op de motor (terugschakelen).
  • Dit type koppeling is ontworpen om gedeeltelijk te ontkoppelen of te ‘glijden’ (slipping) wanneer het achterwiel probeert om de motor sneller te laten lopen dan hij op eigen kracht zou doen.
202
Q

moderne technologieën
Adaptive Cruise Control : doel

A

Sommige merken zijn reeds bezig te experimenteren met Adaptive Cruise Control, dwz dat de afstand tot de voorganger constant wordt gehouden, de motorfiets zal dus vertragen en terug versnellen indien nodig.

203
Q

moderne technologieën
Blindspot Detection : nut

A
  • ook hier zijn reeds merken begonnen dit te integreren in hun prototypes
  • blindspot of dodehoek zou een echte meerwaarde zijn vanwege de toch relatief grote dodehoek die we in onze spiegels hebben
204
Q

moderne technologieën
Launch control : werking

A
  • an electronic aid to assist riders from a standing start
  • The rider can open the throttle fully and simply releases the clutch, while engine management keeps the RPM in the ideal range for maximum acceleration.
205
Q

banden
Wat is het verschil tss auto en motorband ? Waarom ?

A
  • Kromming van het loopvlak – overhellen in bochten en toch nog contact met wegdek houden
    In tegenstelling tot bij een autoband komt bij een motor niet voortdurend hetzelfde gedeelte van het loopvlak van de band met de weg in aanraking. Op rechte einden komt alleen het middelste deel van het profiel in contact met het wegdek, in bochten zijn het de zijkanten (het loopvlak is dus gekromd).
  • Het raakvlak is daarbij kleiner dan bij autobanden.
  • Op de band worden verschillende krachten uitgeoefend: in de lengterichting de versnellings- en remkracht, in de dwarsrichting de zijdelings duwende kracht (in bochten).
206
Q

banden
Wat is het verschil tss voor-en achter motorband? Waarom ?

A

Voor-en achterband hebben verschillend profiel
* voorband veeleer lijnmotief om de koersvastheid te garanderen
* achterband meer blokmotief om de tractiekrachten over te brengen

207
Q

banden
benodigde bandenspanning - factoren die mee bepalen

A

http://www.luiemotorfiets.nl/techniek/bandenspanning/

Niet iedereen gebruikt z’n motor op dezelfde manier
De getallen uit het instructieboekje, en die 2 voor en 2,5 achter, zijn richtlijnen. Iedereen gebruikt z’n motor op een andere manier, en verschillende omstandigheden vragen om verschillen in bandenspanning.

Gewicht
hoe hoger het gewicht,
hoe hoger de bandenspanning

Snelheid
hoe hoger de snelheid,
hoe hoger de bandenspanning.

Ondergrond
Voor de ondergrond waar je op rijdt klinkt het net zo logisch:
hoe harder de ondergrond, hoe hoger de bandenspanning (en dus hoe harder de band moet zijn).

Temperatuur
hoe hoger de temperatuur,
hoe hoger de bandenspanning

208
Q

banden
winterbanden: principe + aanbod

A

Het principe is gebaseerd op het de technologie die we kennen van de winterbanden voor auto’s, namelijk
* het profiel van de band wordt gelamelleerd (zie foto)
* de rubbersamenstelling is geschikter voor lagere temperaturen (< 8 graden)
.
Op dit ogenblik is er al wat aanbod in het winterbanden segment.
Het aanbod is weliswaar nog beperkt, doch dit zal zich verder ontwikkelen.

209
Q

banden
diagonaalband (+ tekening)

A
  • Eén of meer koordlagen in het karkas worden kruiselings, met een hoek van 25 tot 35°, over elkaar gelegd.
    .
  • Bij sommige diagonaalbanden wordt nog een aparte gordel over het karkas aangebracht, die ongeveer net zo breed is als het loopvlak.
    Deze gordel bestaat uit kunststof- of staaldraden, die net als bij het karkas elkaar onder een hoek kruisen.
    Men spreekt dan van (diagonaal)gordelbanden.
210
Q

banden
radiaalband

A
  • De koordlagen van het karkas liggen niet meer onder een hoek over elkaar, maar lopen van hiel tot hiel naast elkaar.
    .
  • Over deze lagen ligt een gordel met koordlagen die elkaar kruisen.
211
Q

banden
voorkomen diagonaalband vs radiaalband

A

diagonaalband
eerder geschikt voor voertuigen
* met kleine tot gemiddelde cilinderinhoud
* die met gemiddelde snelheden rijden
* en een enigszins flexibel chassis hebben.
* ook geschikt voor zware of zwaarbelaste motoren
.
radiaalband
* noodzaak voor krachtige voertuigen
* met een stijf chassis
* en voor sportieve doeleinden.
Deze band kan snelheidsindexen tot ZR hebben, voor snelheden boven de 240 km/u.

212
Q

uitlaat
doel (+ foto)

A

Bij de uitstoot van verbrande gassen ontstaat een drukgolf die in de uitlaat wordt teruggekaatst. De drukgolf zal meehelpen de verbrandingsruimte leeg te maken. Men zal daar een expansieuitlaat gebruiken, zodat de onderdruk nog vergroot wordt en de verbrandingsruimte leeggezogen kan worden.
.
dempen van het geluid van de uitgestoten verbrande gassen die met de buitenlucht botsen

213
Q

uitlaat
eenvoudige opsomming soorten naargelang type geluiddemping

A
  • absorbtiedemper
  • reflectiedemper
  • resonantiedemper
214
Q

uitlaat
absorbtiedemper: werking + voorkomen (+ foto)

A
  • teveel aan geluidstrillingen wordt door een laag geluiddempend materiaal (staal-, steen- of glaswol) geabsorbeerd
  • veroorzaakt weinig tegendruk
  • sportuitlaten
215
Q

uitlaat
reflectiedemper: werking (+ foto)

A
  • De uitlaatgassen worden in een grote kamer geleidt en de geluidsgolven botsen hierdoor tegen mekaar en dempen alzo het geluid.
  • Door verschillende kamers in de demper te maken worden verschillende geluidsfreqenties gedempt.
  • Dit is de eenvoudigste manier om geluid te dempen.
216
Q

uitlaat
resonantiedemper: werking (+ foto)

A
  • variant op de reflectiedemper
  • niet alleen kamers maar ook holle pijpen van verschillende lengtes doorheen de kamers
  • Deze holle pijpen zorgen ervoor dat er nog meer verschillende geluidsfrequenties worden gedempt.
  • meest dempende knalpot maar ook zwaar omwille van constructie
217
Q

uitlaat
doel katalysator

A
  • katalysator zet een groot deel van schadelijke onverbrande stoffen die vrijkomen via uitlaatkleppen (bv. roetdeeltjes, koolmonoxide, kooldioxide, koolwater) om in minder schadelijke stoffen
  • Het dempen van het geluid van de uitgestoten verbrande gassen die met de buitenlucht botsen
218
Q

uitlaat
bouw en werking katalysator (+ tekening)

A
  • Een katalysator is een materiaal dat een chemische reactie tussen stoffen veroorzaakt zonder daarbij zelf verloren te gaan.
    .
  • Het reageren van bepaalde stoffen met andere neutraliseert het schadelijke en zet het om in minder schadelijke stoffen, bv.
  • stikstofoxide wordt afgebroken als het in contact komt met rhodium
  • koolmonoxide (CO) en koolwaterstof (O2) reageren als ze in contact komen met palladium of platina
    .
  • Een katalysator zoals wij die aan onze motorfiets hebben hangen, is daarom een verzamelkamer vol katalysatormaterialen. Zorgvuldig samengesteld, zodat er zoveel mogelijk schadelijke stoffen worden opgeheven.
  • Vaak is hiervoor extra zuurstof nodig, waardoor je op moderne motoren een secundaire luchtinlaat hebt. Hier wordt lucht bijgespoten ná de verbranding, zodat het scheikundige proces in de katalysator efficiënter is.
219
Q

Euro emissienormen
jaar en nummer laatste norm (+ schema)

A

Euro 5 vanaf 2020

220
Q

Euro emissienormen
gevolgen steeds strengere maatregelen?

A

5 te voorziene gevolgen:
.
* tweetakt met benzine-injectie (KTM/ Husqvarna)
* vele modellen zullen verdwijnen en vervangen worden door nieuwe
* meer (dure) ontwikkeling van motorblokken met nieuwe schonere technologieën, bv. shiftcam (variabele klepsystemen) system BMW
* minder variatie van motorblokken (vaker dezelfde blok in verschillende motorfietsen)
* technische keuring voor motorfietsen ??

221
Q

Waaraan kan het remsysteem falen?

A
  • lucht in het remsysteem
    oorzaak: te weinig remvloeistof in het reservoir en of leiding
    oplossing: remleiding ontluchten
    .
  • vervuild remsysteem
    oorzaak: oude sterk verontreinigde remvloeistof
    .
  • lekkende of doorgeroeste remleidingen
    .
  • oude ‘sponzige’ remleidingen
    oplossing: vernieuwen remleidingen (i.e. stalen remleidingen)
    .
  • olie of vet op de remschijf/remblokjes
    oorzaak: opsporen
    oplossing:
  • remblokjes en remschijf reinigen
  • remblokjes vernieuwen
  • oorzaak van olie of vet opsporen
    .
  • te ver versleten remvoeringen
    oplossing: remvoeringen vervangen
    .
  • slingerende remschijven
  • oorzaak: niet meer de min. dikte door slijtage
222
Q

Welk verschil is er in ‘remmen’ met ABS en ‘remmen’ zonder ABS?
Hoe moet je remmen met een motor met ABS?
Hoe met je remmen met een motor zonder ABS?

A

met ABS kan je veel sneller de remmen krachtiger gebruiken. je kan als het ware de remmen heel snel en hard inknijpen.. abs zorgt ervoor dat (vooral) het voorwiel niet blijft doorslippen met als mogelijk gevolg dat, als de motorfiets niet 100% rechtop en het stuur rechtdoor staat, je onderuit gaat als het wiel volledig blokeert.
zonder ABS moet je meer geleidelijk aan de remkracht opbouwen. Je neemt een fractie van een seconde eerst de achterrem, waardoor het gewicht van de motorfiets al gedeeltelijk naar het voorwiel gebracht wordt. de voorrem moet je geleidelijk aan ‘aanzetten’ en de kracht opbouwen van zodra het gewicht meer en meer op het voorwiel drukt.
Zonder ABS moet je dus ervoor zorgen dat je (vooral) het voorwiel niet blokkeert, en mocht het gebeuren dat het voorwiel toch blokkeert, dan moet je inderdaad de voorrem opnieuw lossen en opnieuw nemen (pompend remmen).
Als het achterwiel blokkeert riskeer je een uitschuiver. Een wiel dat bijna geen tractie meer heeft (blokkerend achterwiel) is sneller dan een wiel met frictie (voorwiel) en dus tracht het blokkerende achterwiel het voorwiel als bij wijze ‘in te halen’… of uitbreekt, met een schuiver en valpartij als gevolg

223
Q

Wat is de taak van een thermostaat?

A

De motor snel op temperatuur brengen
Sluit de doorstroom van koelvloeistof af bij koude temperaturen (thermostaat = dicht) Laat de doorstroom van koelvloeistof door bij warme temp (open)

224
Q

Waarvoor dient een waterpomp / koelvloeistofpomp ?

A

Moet koelvloeistof rond pompen. De natuurlijke circulatie door stijging van warmte in het systeem zou onvoldoende werken

225
Q

Waarom wordt er geen water maar koelvloeistof gebruikt ?

A

Gewoon water
• bevat kalk
• bevriest
• verdampt

In koelvloeistof zit
• antivriesmiddel en diverse middelen om
• corrosieschuim en
• roestvorming te voorkomen

226
Q

Welke taken heeft smeerolie in de motor?

A

K = koeling
G = geluidsdemping
R = Reiniging
A = Afdichting
S = Smering

227
Q

Wat betekent multigrade olie?

A

Olie die geschikt is voor alle seizoenen. Blijft in de zomer dik (vb SAE 10W50) en in de winter dun

228
Q

Wat betekent viscositeit?

A

Is de maat van vloeibaarheid en zegt iets over de dikte van de olie, stroperigheid

229
Q

Noem 2 taken van de oliepomp?

A

Zorgt voor “druk” in het smeersysteem
Pompt de olie naar de smeren onderdelen

230
Q

Leg uit: dry-sump en omschrijf de werking?

A

Zie les1 – Smering soorten – 2. Dry-sump

231
Q

Een olie-dope die de eigenschap heeft te vookomen dat roet- en lakdeeltjes samenklonteren noemen we ………….?

A

Dispergent of dispergerende dope

232
Q

De drijfstang zorgt voor de verbinding tussen de ….. en de ……..?

A

Tss de zuiger en de krukas

233
Q

Het magnetisch veld in de bobijn valt weg omdat de ……………………….
worden onderbroken door een ……………………….. En zodoende de stroom ophoudt te vloeien.
Aangezien er nu een wijziging in het magnetisch veld is onstaat er een …………… spanning.

A

contactpuntjes
nok (nokkenas)
inductie

234
Q

Welke dope vookomt het verzuren van de olie?

A

antioxidant

235
Q

Met welke vloeistof is een accu gevuld?

A

Mengsel van verdund zwavelzuur en gedistilleerd water = electrolyt

236
Q

Hoe wordt de capaciteit van een accu aangegeven en geef een voorbeeld?

A

In Ah (Ampere uren). Een Accu van 60Ah laat gedurende 10u een stroom van 6A door

237
Q

Geef 2 verschillende manieren betreffende de schakeling van accu’s en vermeld het resultaat van elk?

A
  • serieschakeling (van + naar -) : spanning verdubbelt
  • parallel schakeling (van + naar + ) : stroomsterkte verdubbelt
238
Q

Wat is de functie van een dynamo / alternator?

A

Levert stroom aan de accu om deze op te laden
Levert stroom aan de verbruikers eenmaal motor draait

239
Q

Waarvoor dient een zekering?

A

Is een zwakke schakel in het systeem dat het doorbranden van kabels of verbruikers vookomt als de stroomsterkte (A) te hoog wordt.

240
Q

Welke kabel Koppel ik eerst los van de batterij (+ of -) en waarom?

A

De zwarte massakabel (-) omdat er nog verbruikers stroom bevatten (condensators = capacitors) die kunnen kortsluiten als je de rode + kabel per ongeluk tegen zou het chassis/massa zou laten komen.

241
Q

Wat is een alternator, wat is een condensator?

A

alternator
* stroomleverancier
* zorgt voor het opladen van de accu
* levert stroom aan de verbruikers bij draaiende motor
.
condensator
* buffer die stroom opslaat
* zorgt voor het snel wegvallen van het magnetisch veld in de primaire wikkeling
* voorkomt vonkvorming aan de contactpunten indien aanwezig

242
Q

Geef de werking van de trommelrem en verduidelijk met een schets?

A

Remhendel/pedal wordt ingedrukt.. In de remcylinder (MASTER) verplaatst zich een zuiger die druk op de remvloeistof uitoefent.

Via de remleiding drukt deze remvloeistof in de remklauw (SLAVE) tegen de zuiger die de remblokjes tegen de binnenkant van de remtrommel in het wiel duwen.

243
Q

Wat is compressieverhouding en hoe wordt deze uitgedrukt?

A

Het verschil in volume boven de zuiger als deze respectievelijk zijn laagste en hoogste stand inneemt in de cilinder (ODP <> BDP).

244
Q

Wat is de voorontsteking?

A
  • Het tot ontbranding brengen van het mengsel enige tijd (graden) vooraleer de zuiger op Bovenste Dode Punt komt.
  • Dit is nodig omdat er enige tijd verloopt tussen het tot ontbranding brengen van het mengsel en vooraleer deze tot zijn maximale kracht expandeert.
  • Het onstekingstijdstip wordt vervroegd naarmate de motor sneller draait.
  • Deze vervroeging kan op twee manieren gebeuren:
  • vacuümvervroeging (mechanisch)
  • **centrifugaalvervroeging* via gewichtjes die uitzetten en de onstekingsplaat vervroegen ten opzichte van de nok
    .
    Moderne motoren….(ECU regelt voorontsteking adh van sensoren zoals toerental, krukaspositie, throttle position sensor…)
245
Q

Beschrijf en teken een boxermotor?

A
246
Q

Wat zijn de voordelen van een boxermotor?

A

Voordelen:
Evenwicht en Laag zwaartepunt
Koeling van de cylinders
Uitgebalanceerde motor doordat de ene zuiger de zijwaartse krachten opvangt / opheft van de andere => minder trillingen of trillingsvrij.

247
Q

Geef 4 voorwaarden om een ketting en tandwielen een langer leven te geven?

A
  • ketting **reinigen* met ketting reinigingsmiddel en borstel om verhard kettingsmeermiddel te verwijderen zodat nieuw ketting smeermiddel beter tussen de schakels kan
  • ketting smeren
  • aan de binnenkant van de ketting
  • op regelmatige intervallen (500km)
  • na de rit (als de ketting warm staat) ipv voor de rit zodat het smeermiddel beter in de schakels kan dringen en zich kan vasthechten
  • Kettingspanning moet correct zijn volgens voorschriften van fabricant (typisch 20-30mm speling te meten aan onderkant te midden van de kettingtandwielen)
  • Nakijken op vroegtijdige slijtage van de tandwielen en bij het vervangen van versleten ketting of tandwiel de volledige set (ketting + 2 tandwielen) veranderen
248
Q

Wat controleer je aan je motor voordat je vertrekt?

A

Banden (profieldiepte > 1.6mm adh de slijtageindicatoren, bandendruk, ouderdom van de band adh DOT code, algehele staat van de band (scheuren, spijkers, schroeven?)
.
Remmen (Remschoenen op de remblokjes nog minstens 1.5mm ?, druk op de remhendel/rempedaal, remvloeistof boven het min.niveau, lekkages van remleidingen?)
.
Olie en koelvloeistof op het correcte niveau
.
Vering en verlichting (stand-,dim-grootlichten, remlichten, richtingsaanwijzers)
.
Aandrijving/ketting spanning en smering, slijtage van de tandwielen
.
Spiegels goed afgesteld
.
Bij het aanzetten van de motor of er geen waarschuwingslampjes branden (oranje of rood)

249
Q

Wat zijn desmodromische kleppen?

A
  • Desmo bij kleppen betekent dat de kleppen worden geopend (ingedrukt) door een kleptuimelaar, maar ook worden gesloten (terug getrokken) door een onderarm (soort vork) aan de kleptuimelaar.
  • bij Desmodromische kleppen is er geen klepveer die de klep dicht drukt, maar een onderarm aan de kleptuimelaar die de klep terug dicht trekt.
    .
    Dit heeft als voordeel dat men niet afhankelijk is van de veer (die een bepaalde traagheid heeft) om de klep te sluiten (het fenomeen van zwevende kleppen), en dus het toerental veel hoger kan liggen bij een motor met desmodromische kleppen.
    .
    Zie slide 13 van de presentatie (Les 1) en https://nl.wikipedia.org/wiki/Desmodromie
250
Q

De ophanging – Hoe wordt ze gebouwd?

A

telelever (voor)
https://youtu.be/Cfrvd5FyWSs?si=eUDfpZ-UDXsfkg9g

pro-link (achter)
https://youtu.be/SgvTD27w3II?si=XZUj_i_wG_6k0p3O

Ophanging vooraan wordt gevormd dmv een voorvork dat bevestigd is driehoekige kroonplaten en
draait in het balhoofd. De voorvork is schuin geplaatst onder een bepaalde hoek (balhoofhoek)
afhankelijk van het type motorfiets.
* Hoe groter de hoek (gemeten tss de balhoofdas met een horizontale lijn onderaan het balhoofd) hoe schuiner de voorvork, hoe groter de naloop en hoe stabieler het rechtuit gedrag van de motor (bvb Chopper).
* Hoe groter de balhoofdhoek, hoe rechter de voorvork, hoe kleiner de naloop, hoe minder de rechtuitstabiliteit maar hoe beter de behendigheid van de motor( i.e. lussen, keren)
* De naloop is het punt waar het verlengde van de balhoofdlijn de grond raakt voor het punt waar het wiel de grond raakt.
* In de meeste gevallen is de voorvork uitgevoerd als conventionele telescopische voorvork , maar andere uitvoeringen zijn er zoals de UPSD vork, telelever van BMW, schommelarmvork, etc.
* De vering wordt verzorgd door veren in de vorkpoten en de demping gebeurt door olie die ervoor zorgt dat de veer zo snel mogelijk tot rust komt
.
Ophanging achteraan kan verwezenlijkt worden dmv
* Een achterbrug met ofwel dubbele veerelementen aan beide brugbenen (stereovering)
* Een achterbrug met 1 enkel veerelement als
* Hefboomsysteem
* Driehoeksconstructie
* Pro-link
* Enkele achterbrug met evt paralever (BMW)
* Het achterste veerelement omvat eveneens de veer en schokbreker die de demping verzorgt (kan via olie of gas)

251
Q

De ophanging – Hoe wordt ze afgesteld?

A

Een ophanging of vering kan met verschillende instellingen geregeld worden

veervoorspanning
 Dit is de afstelling van de veer op het achterste veerelement. Men gaat de veervoorspanning hoger zetten als er meer lading op de motorfiets is (bagage, duo persoon).
 Door deze strakker te zetten zakt de achterkant minder diep in (sag), Inzakken van de motorfiets achteraan heeft invloed op de geometrie (balhoofdhoek) en rijgedrag van de motor, dus wordt dit
gecompenseerd door de voorspanning harder te zetten bij hogere belasting.
 Verder zorgt dit ervoor dat de koplamp de tegenliggers niet verblindt door het inzakken achteraan
.
demping
 In- en uitgaande demping kunnen worden stugger of zachter ingesteld worden
 Het instellen kan manueel gebeuren (draaiknop aan achterste veerelement of stelschroeven op
voorvork elementen) of electronisch (rider modi/road/offroad modi)
 Het instellen van de demping heeft een invloed op enerzijds de baanligging alsook het comfort van de
rijder.
 Een stuggere demping zorgt voor een minder induiken van de voorvering van de motor bij hevig remmen en hogere grip van de banden met het wegdek en minder snel zal inveren in bochten
 Een zachtere demping zorgt voor meer comfort voor de rijden maar ook meer inveren in bochten (grondspeling), meer induiken bij remmen

252
Q

Hoe kan je speling / slijtage op het balhoofd zien?

A

Slijtage of speling op het balhoofd ga je merken aan volgend rijgedrag
.
* Het bij het licht loslaten van de stuurhendels gaat dit vibreren > 60km/u
* De motorfiets volgt de rijlijnen in bochten niet correct
* De motorfiets heeft de neiging om de bocht IN te vallen bij lage snelheden
* Men kan een licht geklop waarnemen als men in putten of hobbels rijdt
.
Hoe kan je slijtage verifieren?
.
1. Door naast de motorfiets te staan, stuur volledig L of R te draaien, voorrem in te houden en motorfiets in de voorste veren in te drukken, daarbij met een vinger tussen het balhoofd deel aan het chassis en de kroonplaten houden en de speling voelen.
.
2. Door op de motorfiets te zitten, voorrem in te houden en motorfiets vooruit te duwen
.
3. motorfiets op middenbok plaatsen, iemand zit op motorfiets met voorwiel los van de grond. Neem beide vorkbenen onderaan het wiel vast en beweeg naar achter/voor om speling te voelen en horen ter hoogte van het balhoofd

253
Q

Wat is CASTER? (+ tekening)

A

CASTER of RAKE
.
Dit is de balhoofdhoek.
.
De hoek tussen de voorvork en een loodrechte lijn doorheen de wielas

254
Q

Wat is TRAIL? (+ tekening)

A

TRAIL
.
Naloop.
.
De afstand tussen het snijpunt van de balhoofdas met het wegdek en het punt dat ontstaat wanneer vanuit de wielas een loodlijn naar het wegdek wordt getrokken

255
Q

Tekenen van balhoofdhoek en uitleggen? (+ tekening)

A

Zie slide “de wielophanging”

256
Q

Wat zijn de gevolgen als er iets wijzigt aan het caster?

A

Zie slide 18 les 2 voor de uitleg.
.
hoe schuiner de voorvork staat, hoe beter de motor stuurt als men rechtuit rijdt (rechtuitstabiliteit), maar hoe moeilijker het is om maneuvres of korte bochtjes te nemen (i.e. chopper / harleys)
.
hoe kleiner die hoek is, des te wendbarer de motorfiets is voor korte bochtjes, maneuvres, maar minder stabiel bij rechtuit rijden (bvb naked bikes, racers)
.
dus als men iets wijzigt aan het caster (of BALHOOFDHOEK ! belangrijk dat je balhoofdhoek linkt aan CASTER en NALOOP linked aan TRAIL om het in zulke termen te zeggen) heeft dat invloed op de NALOOP (Trail) en dus het rijgedrag van de motorfiets

257
Q

Wat zijn de gevolgen van een te lage bandenspanning?

A

De band warmt wel sneller op wat de grip bevordert, maar de band kan oververhitten en het rubber kan vervormen/losraken of in slechtste geval een klapband..
.
Het verbruik ligt hoger omdat er meer wrijvingsweerstand is tss band en wegdek
.
Vroegtijdige en verkeerde slijtage van de band
.
Banden met een te lage spanning gaan minder strak het spoor in een bocht volgen, gaan wazig aanvoelen en in extreme gevallen zou de band wel zodanig kunnen vervormen dat hij van de velg raakt in bochten.
.
Een te lage bandenspanning creert eveneens onderstuur in bochten, waarbij het voorwiel uitbreekt en zijn lijn door de bochten niet aanhoudt

258
Q

Hoe kan je zien dat een veer gebroken is en een schokdemper kapot is?

A

een veer die stuk is is werkelijk gebarsten.. de motor zal hierdoor wellicht inzakken uit eigen gewicht.
.

een schokdemper die stuk is kan je op 2 manieren checken

.a) er lekt olie uit de schokdemper
.
b) als je motor een “dansende” beweging maakt bij het nemen van een buil of put, of als je de motor indrukt en de motor niet in één of max. twee bewegingen (maar op en neer dansend) terug komt in oorspronkelijke toestand.
het gevoel van een kapotte demper bij het rijden merk je door dat ofwel de motorfiets gemakkellijk volledig door de vering gaat, ofwel dat de motor moeilijk te beheren valt in bochten (dansende bewegingen in bochten)

259
Q

Welke zijn de soorten overbrengingen?

A
  • ketting en tandwiel
  • cardanas
  • getande riem (harley)
  • V-riem (bromfietsen met CVT aandrijving)
    .
    les 2, slides 14,15,16
260
Q

Hoe regelt men de speling op de ketting?

A
  • men kan het best de motor op middenbok plaatsen.
  • daarna gaat men eerst de schroef van de achteras lossen (niet verwijderen) zodat het wiel naar voor of achter kan verschoven worden.
  • Via spanners en stelschroeven die aan weerszijde van de achterbrug drukken en de achteras achteruit trekken gaat men de kettingspanning aanpassen.
  • men kijkt na in de handleiding of de informatie die zich veelal op een sticker op de kettingbeschermer bevindt hoeveel speling er op de ketting mag zijn en past de spanning aan via de stelschroeven achteraan de achterbrug/achteras
  • men meet de spanning op de ketting in het midden tussen het voorste en achterste tandwiel door met de hand de ketting op en neer te bewegen. de afstand tussen het hoogste en laagste punt moet overeenstemmen met de informatie van de constructeur (handleiding of info op de sticker)
  • het is belangrijk dat de stand van de indicatoren aan de achterbrug ter hoogte van de as (die de afstand van de achteras in de achterbrug weergeven) gelijk zijn aan weerszijden van de achterbrug zodat het tandwiel recht tov het voorste tandwiel gericht is (maw dat het ook het wiel recht zit in de achterbrug).
261
Q

Leg uit Schakelblokkering?

A

Een versnellingsbak van een motorfiets werkt serieel en bestaat uit een hak-teen systeem dat verhindert dat je een versnelling overslaat, bvb van 2 naar 4 of van 4 naar 2. Dit systeem verhindert echter niet dat je toch een te lage versnelling kan inschakelen terwijl de snelheid en het motor toerental te hoog ligt, bvb 4-3-2…aan 100km/u.
.
_____________________________
.
Schakelblokkering is een hak-teen mechanisme dat ervoor moet zorgen dat je ongewild en slechts 1 versnelling per keer kan op en afschakelen,
Als veiligheisaspect kan je dus niet van bvb 5e naar 2e versnelling schakelen zonder eerst naar 4e, 3e terug te schakelen.
Als men van 5e in 1x zou kunnen neerschakelen wordt er een zodanig hoog Koppel op het achterwiel opgebouwd dat dit zal blokkeren met als gevolg een mogelijke valpartij door slippend achterwiel.

262
Q

Verklaar en hoe herken je ze : Mono, twin, boxer, in lijn, v-motor

A
  • Zie soorten motoren
  • Geef eigenschappen van de type motoren
  • Bij twin kan je 2 soorten onderscheiden, staande twin, parallel twin
  • Geef aan hoe de cilinders opgesteld staan, hoeveel cilinders een type motor kan hebben
  • geef de voordelen en nadelen
263
Q

Hoe controleer je de bandenspanning?

A

Bandenspanning controleer je bij een koude band. Je plaatst een bandendrukmeter op het ventiel en meet de spanning in bar. Hoeveel spanning er in de band moet staat vermeld in de handleiding van de motorfiets en veelal ook op een sticker op de kettingbescherming of onder het zadel.

264
Q

Hoe controleer je de bandenslijtage?

A

De bandenslijtage kan je visueel controleren adh slijtageindicatoren die in de groeven van de band zijn verwerkt. Als het bandoppervlak afgesleten is tot gelijk met deze indicatoren, is de minimale vereiste profieldiepte van 1.6mm bereikt en is de band versleten.

265
Q

waarvoor staat DOT code 2417 op een band?

A

DOT (department of transport) code 2417 betekent dat de band gefabriceerd is in week 24 van 2017. de maximale ouderdom van een band is 5 a 6 jaar. Bij banden ouder dan 5 jaar verhardt de rubber samenstelling en heeft deze niet meer de nodige elasticiteit en grip om je motorfiets veilig op het wegdek te houden.

266
Q

Hoe kan je de levensduur van de accu verlengen?

A

Indien je de motor lange tijd niet meer gebruikt, best de accu aan een druppellader hangen zodat deze in optimale conditie blijft

267
Q

Wat betekent 100Ah?

A

100Ah geeft de capaciteit van de accu weer in Ampere per uur. In dit geval betekent dat de accu een stroom (I) kan leveren van 1 ampere gedurende 100uren of 10 ampere gedurende 10 uren.

268
Q

Geef enkele redenen waarom de accu leeg kan zijn?

A
  • Verbruikers die niet afgesloten worden als men het contact uitzet (bvb alarmsystemen, klok, handvatverwarming, parkeerlichten)
  • Verouderde accu’s die hun spanning niet kunnen behouden
  • Accu’s die te diep ontladen zijn geweest en daardoor interne schade hebben opgelopen
  • Te laag vloeistof niveau in conventionele Accu’s waar men het niveau van gedistilleerd water/zwavelzuur moet onderhouden.
  • Lekkage in het electrisch systeem
  • Falende alternator die de accu niet oplaadt tijdens draaiende motor.
269
Q

Wat betekent ABS en welke impact heeft het op het remmen?

A
  • ABS Staat voor Anti Blokkeer Systeem, dat verhindert dat het wiel blokkeert tijdens het remmen.
  • Bij motoren uitgerust met ABS voorkomt dit systeem dat de wielen blokkeren bij het hard remmen en dat de motor onderuit schuift.
  • Via een sensor aan een wielkrans meet het systeem tientallen keren per seconde of het wiel blokkeert..
  • Indien het wiel blokkeert zorgt de ABS pomp ervoor dat de druk in het remsysteem een fractie van een seconde (vele malen per seconde) wordt verminderd zodat de wielen terug even draaien en contact met het wegdek kunnen houden.
  • Met ABS blijft het wiel dus afwisselend draaiend/remmend tijdens het remmen, hoe hard men ook knijpt of duwt.
  • Men voelt het ABS Systeem in werking treden aan de pompende bewegingen in het remhendel/rempedaal, het is van belang dat men de remdruk blijft behouden en de remhendel/pedaal niet los laat in zulks geval.
  • Standaard ABS werkt echter als de motor rechtop/rechtdoor rijdt. In geval van te hard remmen op hellingshoek (in een bocht) kan men nog steeds onderuit schuiven omdat de wielen en de krachten erop op een andere hoek op het staan.
  • Met motoren uitgerust met ABS kan met heel snel de maximale kracht van de remmen benuttigen bij een noodstop zonder hierbij het risico op een blokkerend wiel en uitschuiver te maken.
270
Q

Verklaar adh een schets de werking van schijfremmen

A
  • Zie tekening remsystem met schijfremmen.
  • Bij het intrekken van het remhendel of indrukken van het rempedaal wordt er in de rempomp hydraulische druk opgebouwd die via de remleiding in de remklauw zuigers uitzet die de remblokjes tegen de remschijf drukken. Deze wrijving veroorzaakt warmte waardoor de remschijf enigzins uitzet en also de remkracht vergroot. * Bij het loslaten van de rem worden de zuigers enigzins terug van de schijf getrokken door een keerring rondom de zuiger, en door afkoeling gaat de remschijf krimpen zodat de remblokjes niet constant tegen de remschijf aan slepen.
271
Q

Waarom zijn er gaatjes in schijfremmen?

A

De gaatjes in de remschijven
.
* zijn er voor de afvoering van water, stof, vuil zodat het contact van de remblokjes met de remschijf optimaal blijft
* en dienen eveneens als koeling

272
Q

Wat zijn de vereiste eigenschappen van remolie (remvloeistof)?

A
  • Remvloeistof heeft in de eerste plaats de vereiste dat het een hoog kookpunt moet hebben omwille van de hitte die vrijkomt bij het remmen.
  • Verder moet de remvloeistof bestand zijn tegen vorst maar remvloeistof (behalve dot 5) is hygroscopisch, wat betekent dat het vocht/water opneemt uit de lucht, wat dan weer kan leidt tot het verlagen van het koopunt, tot bevriezen, roestvorming en dus is het noodzakelijk de remvloeistof zeker om de 2 jaar te vervangen.
273
Q

Wat is het risico van een motorrem?

A

“Als men van 5e in 1x zou kunnen neerschakelen wordt er een zodanig hoog Koppel op het achterwiel opgebouwd dat dit zal blokkeren met als gevolg een mogelijke valpartij door slippend achterwiel.”
.
Risico van motorrem is 2-voudig:
.
* Bij het terugschakelen naar een te lage versnelling kan zoals hierboven beschreven het achterwiel blokkeren indien men de koppeling te snel lost
* Enkel motorrem gebruiken zonder voor- of achterrem zorgt ervoor dat je motor afremt, maar het achterliggend verkeer merkt dit niet tijdig of totaal niet op omdat je remlicht niet werkt

274
Q

Banden – tubeless uitleggen

A

Tubeless banden
.
* hebben een luchtdichte rubberlaag aan de binnenzijde om te beletten dat de lucht kan doorsijpelen.
* hebben een tube-type velg nodig die geen lucht kan doorlaten en een binnenband overbodig maakt
* Een perforatie zal niet groter worden omdat die rubberlaag samentrekt rond het voorwerp om luchtontsnapping te verminderen
* Hebben een hardere hielkern die nauw aansluit op de velg

275
Q

Kunnen tubeless banden ook op een chopper?

A

Ja, op twee manieren:
.
* als de chopper is uitgerust met tube-type velgen (dus geen velg met spaken die aan de binnenzijde van de velg zijn bevestigd)
.
* In principe kan men een tubeless band op een met spaken uitgeruste velg monteren door een binnenband te gebruiken

276
Q

Bravoks uitleggen?

A

Bravoks is de afkorting voor
.
Banden
Remmen
Aandrijving/Accu
Vering/vloeistoffen
Olie,
Ketting
Spiegels
.
… en zijn de regelmatige controles die je moet uitvoeren aan je motorfiets om in optimale staat te vertoeven.

277
Q

Hoe kan je een versleten ketting herkennen?

A
  • visueel checken aan het achterste kettingwiel tanden.. Als deze puntig en gebogen zijn is de kettingset versleten en aan vervanging toe
  • probeer de ketting achteraan het kettingwiel weg te trekken en als er 2 a 3 schakels meebewegen past de ketting niet meer op het kettingwiel en dus is de set versleten
  • schakels die vast en gedraaid blijven zitten op het rechte stuk wijst op slecht onderhouden ketting en heeft zeker slijtage als gevolg
278
Q

Voor- en nadelen van verschillende aandrijvingen (ketting, getande riem, cardan)

A

Zie slides en syllabus aandrijvingen

279
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een tweetaktmotor uit.

A
280
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een viertaktmotor uit.

A
281
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een vijfversnellingsbak uit.

A
282
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een schokdemper uit.

A
283
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een boxermotor uit.

A
284
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een carburator uit.

A
285
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking van een hydraulische schijfrem uit.

A
286
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking uit van een meervonken bobine bij een tweecilindermotor.

A
287
Q

Leg aan de hand van een tekening de werking uit van het koelsysteem.

A