3. Overtredingen per graad Flashcards
1
Q
art. 2.
overtredingen van de 2de graad
voorbeelden
A
- veiligheidsgordel niet (correct) gebruiken
- draagbare telefoon in de hand gebruiken wanneer niet stilstaat of parkeert
- door oranje licht rijden indien toch nog veilig had kunnen stoppen
- stilstaan of parkeren op
- trottoir
- fietspad
- auto(snel)weg
- met foutieve nummerplaat rijden
- geen voorrang verlenen bij uitvoeren manoeuvre
2
Q
art. 3.
overtredingen van de 3de graad
voorbeelden
A
- rood licht negeren
- doorlopende streep overschrijden
- niet onmiddellijk gevolg geven aan bevelen van bevoegd persoon
- snelheid opvoeren wanneer ingehaald wordt
- op onbewaakte overweg links inhalen van
- gespan
- tweewielig motorvoertuig
- voertuig met meer dan twee wielen
- niet gebruiken van dim- of grootlichten
- tussen vallen avond en aanbreken dag
- zichtbaarheid minder dan 200 m
- op zitplaats voorin kind vervoeren
- jonder dan 18 jaar
- kleiner dan 135 cm
3
Q
art. 4.
overtredingen van de 4de graad
voorbeelden
A
- zich op overweg begeven
- slagbomen in beweging of gesloten
- rode knipperlichten branden
- geluidssein werkt
- bestuurder aansporen of uitdagen om overdreven snel te rijden
- een van volgende twee bevelen van een bevoegd persoon negeren:
- overdwars zwaaien met rood licht
- arm(en) horizontaal gestrekt