3. METHODIEK Flashcards
aanpassingsvermogen
De instructeur past zich aan aan de leerling door spiegelen (sfeer, niveau, introvert / extrovert, …).
Waarom stiptheid lesgever belangrijk?
respect, rijschool kost leerling 67 €/u
Wanneer ‘goede bestuurder’?
1) alle technische handelingen quasi automatisch (onbewust) uitvoeren
2) vrijgekomen aandacht besteden aan wisselende verkeerssituaties
profiel van de lesgever
(volgens eerste infobrochure Edulogia)
- zelfbeheersing
- enthousiasme
- geduld
- alertheid
- stiptheid (tijd + administratie)
- stressbestendigheid
- kledij
- aanpassingsvermogen
- stem
- tact
betere methode dan ‘vertel en vergeet’
eerst fout laten maken, daarna samen bespreken en corrigeren
besluitend “Is alles duidelijk?”
leerling automatisch sterke neiging tot “Ja”
=>
-
niet
“OK dan, tot volgende les.” -
best
specifieke controlevraag stellen en complimenteren als correct
complimenteren
elke gelegenheid aangrijpen
want
positieve aandacht, loven, prijzen is waarvoor iedereen grootendeels leeft
Bordcode: B5
leerling: “Ja maar, toch niet nodig als rijbaan leeg?”
antwoord lesgever:
- “Bord betekent stoppen, volledig tot stilstand komen. Is kwestie van houding. Wat zou je doen als je aan een leeg kruispunt aankomt met een rood licht?”
- “Ja, dan natuurlijk stoppen!”
- “Is eigenlijk identieke situatie. Als hier rood licht zou staan, moet je stoppen en wachten tot groen. Stop-bord is een rood licht dat groen wordt wanneer je volledig tot stilstand bent gekomen.”
snelheid leerling + vb.
- niet te traag rijden!
- bv. niet stoppen voor lege rotonde, is gevaar voor achterliggers
visueel
visualiteitsprincipe,
handige techniek
10 basisprincipes lesgeven
-
aansluiting
- van het reële naar abstracte
- van het gekende naar het niet-gekende
-
motivatie
- de wil om iets te kennen/kunnen
- kan geremd worden vanuit de leerling zelf (intrinsiek/extrinsiek) of kan plaatsvinden in de leeromgeving (bv. door de leerkracht, leermiddelen,…).
- Opgelet, tracht als monitor zelf motivatie te ‘sturen’ door verschillende technieken rond het motiveren toe te passen (belonen, variatie,…).
-
aanschouwelijkheid
- het verhogen van het waarnemings- en voorstellingskarakter.
- Zorg ervoor dat je onderwijs zoveel mogelijk berust op zintuiglijke waarneming (cf. demo).
-
activiteit
- het streven om de aktiviteit in een leerling zoveel mogelijk te stimuleren.
- Opgelet: aktiviteit staat in relatie met motivatie en belangstelling.
-
socialisatie
- door in contact te komen met anderen
- sociale inzichten verwerven
-
integratie en herhaling
- de ziel van het onderwijs
-
beperking
- beperking aan het leren, de leerstof
-
totaliteit
- overschouw het geheel om dan in delen te leren
-
stap voor stap
- verwerk de globaliteit van het geheel in kleine, bevattelijke onderdelen
-
evaluatie
- zeer belangrijk want hier wordt afgemeten of de doelstelling wel correct was opgesteld
- van toepassing op zowel leerling als monitor
hoe noodstop uitvoeren?
(gebruik koppeling en rem)
-
lage snelheid
- bv. 20 km/u
- eerst koppeling, dan rem
-
hoge snelheid
- bv. 70 km/u
- eerst rem, helemaal op einde koppeling
wanneer koppeling induwen?
- wijzigen van versnelling
- helemaal op einde van remmen tot stilstand