1. Verkeersreglement - Titel 3 - Verkeerstekens (art. 60 - 80) Flashcards

1
Q

Bestuurders moeten enkel rekening houden met lichten die waar opgesteld zijn?

A
  • rechts opgesteld
  • behalve indien het ‘verkeerslichten boven de rijstroken of andere delen van de openbare weg’ betreft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Art. 60.1.

Algemene bepaling

hiërarchie verkeersvoorschriften

A
  • bevelen van een bevoegd persoon
  • verkeerstekens
    • verkeerslichten
    • verkeersborden
    • wegmarkeringen
  • verkeersregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

art. 61-62.

verkeerslichten

verschillen tussen soorten groene pijlen?

bijkomende pijl - vorm en betekenis

A
  • vorm
    is steeds groen want brandt samen met rood of oranje cirkelvormige licht
  • betekenis
    geeft toelating om kruispunt op te rijden maar moet wel voorrang verlenen aan voetgangers en andere bestuurders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

art. 61-62.

verkeerslichten

verschillen tussen soorten groene pijlen?

ontruimingspijl - kenmerken

A
  • vorm
    • groen
    • naar links gericht
    • afzonderlijk geplaatst aan overkant kruispunt
  • betekenis
    tegenliggers steeds rood licht teneinde ontruimen van kruispunt te vergemakkelijken

exacte bewoordingen

Een naar links gerichte groene pijl afzonderlijk geplaatst bij het uitrijden van een kruispunt, betekent dat het tegenliggend verkeer op de rijbaan die de bestuurders bij het links afslaan gaan verlaten, tegengehouden wordt door een rood licht teneinde het ontruimen van het kruispunt te vergemakkelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

art. 61-62.

verkeerslichten

eenvoudige opsomming soorten groene pijlen

A
  • vervangingspijl
  • bijkomende pijl
  • ontruimingspijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

art. 61-62.

verkeerslichten

verschillen tussen soorten groene pijlen?

vervangingspijl - vorm en betekenis

A
  • vorm
    bestaan in 3 kleuren want vervangen cirkelvormige lichten
  • betekenis
    idem als cirkelvormige lichten maar beperkt tot richting van de pijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

art. 61-64.

verkeerslichten

eenvoudige opsomming soorten (6+)

A
  • driekleurige verkeerslichten
    • cirkelvormig
    • vervangingspijlen
  • ontruimingspijl op een kruispunt
  • verkeerslichten boven de rijstroken of andere delen van de openbare weg (= pechstroken)
  • bijzondere verkeerslichten voor het regelen van het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer
  • tweekleurige verkeerslichten
  • verkeersknipperlichten
    • rood
      • twee beurtelings aan overweg
    • oranje
      • alleen geplaatst licht
      • twee beurtelings (in één toestel of apart)
      • driekleurig systeem
        • midden (niet in werking)
        • onder (in speciale gevallen)
    • maanwit
      • één aan overweg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

art. 61.1.

driekleurige verkeerslichten

betekenis

A
  • rood licht
    verboden voor elke bestuurder de stopstreep of, als er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf, voorbij te rijden
  • vast oranjegeel licht
    • verboden de stopstreep of, als er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf voorbij te rijden
    • tenzij de bestuurder bij het aangaan van dat licht het teken zo dicht genaderd is, dat hij niet meer op voldoende veilige wijze kan stoppen
    • kruispunt slechts oversteken zonder andere weggebruikers in gevaar te brengen
  • groen licht
    • mag voorbijgereden worden
    • is dus geen verplichting:
      bij gevaar of belemmering moet er toch gestopt worden en mag het kruispunt niet worden opgereden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

art. 61.1.4°

vervangingspijlen

plaatsing

A

rechts of boven de rijstroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

art. 61.1.4°

vervangingspijlen

vorm en betekenis

A

In het driekleurige systeem mogen het

  • rode licht
  • vast oranjegeel licht
  • groene licht

vervangen worden door één of meer pijlen van respectievelijk dezelfde kleur.

Deze pijlen hebben dezelfde betekenis als de lichten maar het verbod of de toelating is beperkt tot de richtingen die door de pijlen aangegeven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Art. 61.1.5°

bijkomende lichten

betekenis

A
  • mag voortrijden
  • maar alleen in de richtingen die door de pijlen worden aangeduid
  • moet voorrang verlenen aan
    • voetgangers
    • bestuurders die op regelmatige wijze uit andere richtingen komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Art. 61.1.5°

bijkomende lichten

plaatsing

A

onder of naast het groene licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art. 61.1.5°

bijkomende lichten

vorm

A
  • één of meer bijkomende lichten
  • in de vorm van één of meer groene pijlen
  • branden tegelijk met een rood of oranjegeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 61.1.6°

verkeerslicht met verlicht silhouet van een fiets

draagwijdte

A

geldt alleen voor

  • fietsers
  • bestuurders van tweewielige bromfietsen

(driekleurig want alleen voetgangerslichten zijn tweekleurig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

art. 61.1.7°

fietssilhouet omringd door pijltjes

betekenis + draagwijdte

A

Wanneer het groene, oranjegele of rode fietssilhouet omringd is door pijltjes betekent dit dat

gelijktijdig groen, oranjegeel of rood geldt voor de dwarsrichting.

__________________________________________

Deze lichten gelden uitsluitend voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen indien ze op het fietspad mogen rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

art. 61.1.8°

silhouet fiets + voetganger omringd door pijltjes

draagwijdte

A
  • fietsers
  • bestuurders van tweewielige bromfietsen
    (indien op fietspad mogen rijden)
  • voetgangers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

art. 61.1.9°

samen branden:
* rood of oranjegeel licht
* bijkomend oranjegeel knipperend licht met fietssilhouet + pijl

betekenis

A
  • fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen
  • mogen verder rijden
  • in de richting die door de pijl wordt aangeduid
  • op voorwaarde dat voorrang verleend wordt aan
    • bestuurders die op regelmatige wijze uit andere richtingen komen
    • voetgangers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Art. 61.3.2.

Wanneer mogen verkeerslichten vervangen worden door B5?

A

Op een openbare weg voorzien van verkeersbord

  • B9 (voorrangsweg) of
  • B15 (voorrang op volgend kruispunt)

mogen de verkeerslichten op de dwarswegen vervangen worden door verkeersborden B5 (Stop) indien de verkeerslichten geplaatst zijn

  • om een oversteekplaats voor voetgangers te beschermen die in de nabijheid van een kruispunt ligt
  • ter hoogte van een kruispunt gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een ander kruispunt met driekleurige verkeerslichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Art. 61.4.1.

driekleurige cirkelvormige verkeerslichten

plaatsing

A
  • standaard
    rechts van de rijbaan
  • mogen worden herhaald
    • op dezelfde paal op ooghoogte van de bestuurder
    • links
    • boven de rijbaan
    • waar het verkeer het rechtvaardigt
    • op kruispunten:
      • links of boven de rijbaan aan de andere kant van het kruispunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Art. 61.4.2-3.

driekleurige pijlvormige verkeerslichten
(vervangingspijlen)

plaatsing

A
  • standaard
    • rechts of
    • boven de rijstroken
  • mogen herhaald worden
    • op dezelfde paal op ooghoogte van de bestuurder
    • links
    • links aan de andere kant van het kruispunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Art. 61.5.

driekleurige verkeerslichten

welke verkeersborden wijzigen hun betekenis?

A

De betekenis van de driekleurige verkeerslichten kan ten behoeve van de fietsers worden gewijzigd door middel van een verkeersbord van model

  • B22
  • B23

(betekenis wordt beschreven in artikel 67.3.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Art. 62bis.1°

Verkeerslichten boven de rijstroken of andere delen van de openbare weg

rode licht - vorm en betekenis

A
  • vorm
    rood kruis
  • betekenis
    verboden richting op de rijstrook of het deel van de openbare weg, behalve in de gevallen bedoeld in artikel 9.7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Art. 62bis.2°

Verkeerslichten boven de rijstroken of andere delen van de openbare weg

groene licht - vorm en betekenis

A
  • vorm
    naar onder gerichte groene pijl
  • betekenis
    toegelaten richting op de rijstrook of het deel van de openbare weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Art. 62bis.3°

Verkeerslichten boven de rijstroken of andere delen van de openbare weg

oranje licht - vorm en betekenis

A
  • vorm
    schuin naar onder gerichte oranje pijl,
    eventueel knipperend
  • betekenis
    verboden richting, behalve
    • om de rijstrook of het deel van de openbare weg te verlaten in de richting die door de pijl wordt aangegeven
    • in de gevallen bedoeld in artikel 9.7.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Art. 62ter.

Bijzondere verkeerslichten voor het regelen van het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer

komen waar voor?

A
  • F17 (busstrook)
  • F18 (bijzondere overrijdbare bedding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Art. 62ter.

Bijzondere verkeerslichten voor het regelen van het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer

vormen en betekenis

A

witte lichten op een zwarte achtergrond

  • horizontale balk
    • betekent rood licht
  • cirkel
    • vastbrandend
      betekent oranjegeel licht
    • knipperend
      betekent oranjegeel knipperlicht:
      wijzigt de voorrangsregels niet, wel dubbel voorzichtig zijn
  • omgekeerde driehoek
    • betekent groen licht
  • verticale balk
    • betekent alleen rechtdoor rijden toegestaan
  • 45°schuin links of rechts
    • betekent alleen verder rijden in de richting die de (bovenkant van de) balk aanduidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Art. 63.

Tweekleurige verkeerslichten

vorm en betekenis

A
  • vorm
    • tweekleurig
    • rode licht staat boven het groene
    • rode licht verlichte silhouet van onbeweeglijke voetganger,
      groene licht verlichte silhouet van voetganger in beweging
  • betekenis
    • voetgangerslichten, tellen enkel voor voetgangers
    • rode licht betekent verboden zich op rijbaan te begeven
    • groen licht betekent toegelaten zich op rijbaan te begeven,
      einde van toelating kan worden aangekondigd door knipperen van groene licht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Art. 64.1.

Verkeersknipperlichten

oranjegeel knipperlicht - algemene betekenis

A
  • wijzigt voorrangsregeling niet
  • mag met dubbele voorzichtigheid voorbijgereden worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Art. 64.3.

Verkeersknipperlichten

maanwit knipperlicht aan overweg - betekenis

A

signaal mag voorbijgereden of -gegaan (!) worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Art. 65.1.

Verkeersborden - algemene bepalingen

welke categorieën?

A
  • A.
    Gevaarsborden.
  • B.
    Verkeersborden betreffende de voorrang.
  • C.
    Verbodsborden.
  • D.
    Gebodsborden.
  • E.
    Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren.
  • F.
    Aanwijzingsborden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Art. 65.2.

Verkeersborden - algemene bepalingen

onderborden - functie

A

Bijkomende info verschaffen over één, vlak erboven geplaatst, verkeersbord.

  • aanvullen
  • beperken
  • nader bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Art. 65.2.

Verkeersborden - algemene bepalingen

onderborden - welke soorten (uiterlijk)?

A
  • blauwe rechthoek met wit opschrift of symbool
    • standaard-uitzicht voor onderborden
  • witte rechthoek met zwart opschrift of symbool
    voor onderborden betreffende
    • fietsen en tweewielige bromfietsen,
      bv. M2 tot M5 onder
      • C1 (verboden richting voor iedere bestuurder)
      • F19 (openbare weg met eenrichtingsverkeer)
    • gevaarlijke goederen
      • C24a (verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren)
      • D4 (verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen)
    • beperking draagwijdte verkeersbord,
      bv. 70 km/u op afrit
  • keuze één van beide (blauw met wit OF wit met zwart) voor onderborden betreffende tijdsbeperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

art. 65.2.

draagwijdte nieuwe onderborden

A

voortbewegingstoestellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

art. 65.2.

draagwijdte nieuwe onderborden

A

deelvoortbewegingstoestellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

art. 65.2.

draagwijdte nieuwe onderborden

A

deelfietsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

art. 65.3.

Signalisatie met veranderlijke informatie

mogelijk voor welke categorieën verkeersborden?

A
  • A (gevaarsborden)
  • B (verkeersborden betreffende de voorrang)
  • C (verbodsborden)
  • D (gebodsborden)
  • F (aanwijzingsborden)

=> alle categorieën behalve E
(verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

art. 65.3.

Signalisatie met veranderlijke informatie

betekenis

A

De verkeersborden behouden hun betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

art. 65.3.

Signalisatie met veranderlijke informatie

uiterlijk

A

elektronische borden, uiterlijk inhoud mag gewijzigd worden omwille van zichtbaarheid:

  • symbolen en opschriften
    met donkere kleur mogen weergegeven worden in lichte kleur
  • achtergronden
    met lichte kleur worden vervangen door donkere achtergronden
  • rode kleur
    van symbool en rand verkeersbord wordt niet gewijzigd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Art. 65.4.

Rijstrooksignalisatie en signalisatie van toepassing op delen van de openbare weg

mogelijk voor welke verkeersborden?

A

deze kunnen boven rijstrook geplaatst worden

  • A (gevaarsborden)
  • B (verkeersborden betreffende de voorrang)
  • C (verbodsborden)
  • D (gebodsborden)
  • F (aanwijzingsborden)

=> alle categorieën behalve E
(verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Art. 65.4.

Rijstrooksignalisatie en signalisatie van toepassing op delen van de openbare weg

gevolg plaatsing voor draagwijdte?

A

De aanwijzing die door het bord gegeven wordt, geldt alleen voor die rijstrook of voor het betrokken gedeelte van de openbare weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Art. 65.4.

Rijstrooksignalisatie en signalisatie van toepassing op delen van de openbare weg

hoe weet betreft rijstrooksignalisatie?

A
  • plaatsing boven rijstrook of ander deel van openbare weg
    • A (gevaarsborden)
    • B (verkeersborden betreffende de voorrang)
    • C (verbodsborden)
    • D (gebodsborden)
    • F (aanwijzingsborden)
    • => alle behalve E (stilstaan en parkeren)
  • specifieke rijstrookborden
    • F89
    • F91
    • => gelden altijd voor rijstrooksignalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Art. 65.5.

Signalisatie met zonale geldigheid

betekenis en draagwijdte?

A
  • betekenis
    van deze borden blijft ongewijzigd
  • draagwijdte
    reglementering geldt in gans de afgebakende zone
  • 2 uitzonderingen draagwijdte
    • snelheidszones
      plaatselijke afwijkingen snelheid mogelijk
      (zie aparte flashcard)
      • ander snelheidsbord C43
      • begin zone met eigen snelheidsregel
        • voetgangerszone (stapvoets)
        • (woon)erf (20 km/u)
        • bebouwde kom (50 km/u)
    • parkeerzones
      wanneer in een “parkeerzone” een ander verkeersteken betreffende het parkeren een andere regeling oplegt.
      Bv. u bevindt zich in een zone met beperkte parkeertijd
      * ‘blauwe zone’
      * parkeerschijf verplicht
      <-> MAAR binnen die zone kunnen er plaatsen zijn waar men “betaalparking” verplicht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Art. 65.5.10°

Signalisatie met zonale geldigheid

snelheidszone: aanduiding en betekenis

A
  • Deze zones worden aangeduid door het verkeersbord C43 waaraan een zonale geldigheid wordt gegeven.
  • Vanaf het zonebord tot het einde zonebord is het verboden sneller te rijden dan aangeduid op het zonebord. De snelheid geldt dus niet van kruispunt tot kruispunt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Art. 65.5.10°

Signalisatie met zonale geldigheid​

plaatselijke afwijkingen binnen snelheidszones

A
  • andere snelheidszone
    • zonebord moet opnieuw geplaatst worden op het einde van de andere snelheidszone
  • bebouwde kom
    • zonebord moet opnieuw geplaatst worden op het einde van de bebouwde kom
  • (woon)erf of schoolomgeving
    • zonale snelheid geldt opnieuw vanaf het einde van het (woon)erf of schoolomgeving
    • zonebord wordt niet herhaald
  • bord C43
    • met lagere snelheid (hogere mag nooit)
    • zonale snelheid geldt opnieuw vanaf het volgende kruispunt
    • zonebord wordt niet herhaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Art. 65.5.1°

Signalisatie met zonale geldigheid

mogelijk voor welke categorieën?
+ telkens twee voorbeelden

A
  • C
    • verbodsborden
    • bijvoorbeeld
      • C43 => ‘snelheidszone
      • C35 => Begin van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
  • E
    • borden betreffende het stilstaan en parkeren
    • bijvoorbeeld
      • Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) –> art. 65.5.3
      • Begin van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton –> art. 65.5.3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

uiterlijk

A

Ze komen voor op een bord met witte achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Begin van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Einde van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Begin van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Begin van een zone waar de toegang verboden is voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Art. 65.5.3°

Signalisatie met zonale geldigheid

A

Begin van een zone waar de snelheid beperkt is tot de aangeduide snelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Art. 65.5.4°

Signalisatie met zonale geldigheid

begin zone - plaatsing bord?

A

Het verkeersbord betreffende het begin van een zone waar

  • een bijzonder verbod of
  • een bijzondere regel inzake parkeren

van toepassing is, wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot deze zone.

Het mag links herhaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Art. 65.5.5°

Signalisatie met zonale geldigheid

einde zone - plaatsing bord?

A
  • Het verkeersbord betreffende het einde van een zone wordt geplaatst aan elke uitgang;
  • het mag aan de achterzijde van het verkeersbord betreffende het begin van een zone bevestigd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Art. 65.5.7°

Signalisatie met zonale geldigheid

hoe vroege aankondiging?

A
  • Het verkeersbord dat het begin van een verbodszone aangeeft,
  • mag aangekondigd worden door
  • een gelijkaardig verkeersbord
  • aangevuld met de vermelding van de afstand,
    • bij benadering,
    • waarop de verbodszone begint.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Art. 65.5.8°

Signalisatie met zonale geldigheid

herhaling

A

De reglementering die in de zone van toepassing is mag herhaald worden door

  • een bord gelijkaardig aan dat geplaatst bij het begin van de zone
  • aangevuld met het woord “Herhaling”.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Art. 65.5.9°

Signalisatie met zonale geldigheid

hoe aanduiding extra info?

A

elk zonaal bord

betekenis kan worden

  • aangevuld
  • nader bepaald
  • of beperkt

door zwart opschrift of symbool

verkeersbord E9a

opschrift of symbool mag in het wit op de blauwe achtergrond van het bord aangebracht worden

(met uitzondering van snelheidszone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Art. 65.6.

Beperking van de draagwijdte van de verkeersborden

betekenis en uiterlijk

A

betekenis
* Er is slechts één bord dat de draagwijdte van een verkeersbord beperkt.
* Verkeersbord heeft slechts betrekking op een uitrit rechts van de rijbaan die in rijstroken is verdeeld.

uiterlijk
* wit onderbord type XI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

art. 66.1-2

Gevaarsborden

plaatsing

A
  • tov rijbaan
    • standaard: rechts
    • indien rechts niet mogelijk (plaatsgesteldheid):
  • boven rijbaan
    • mogen herhaald worden op plaatsen waar verkeer het rechtvaardigt
  • tov gevaarlijke plaats
    • standaard: op ongeveer 150 m
    • bijzondere omstandigheden: op kleinere of grotere afstand, aangeduid door onderbord
    • uitzondering: verkeersborden A45 en A47 aan of in onmiddellijke nabijheid van overweg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

art. 66.1-2

Gevaarsborden

uiterlijk

A
  • driehoekige vorm met rode rand
  • uitzondering:​
    • A45 (overweg voor enkel spoor)
    • A47 (overweg voor twee of meer sporen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

art. 66.3

Gevaarsborden

gevaarlijk gedeelte

A

De lengte van een gevaarlijk gedeelte van de openbare weg kan aangeduid worden door een onderbord van volgend model:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A11

A

Uitweg op een kaai of een oever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A13

A

Uitholling overdwars of ezelsrug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A14

A

Verhoogde inrichting(en).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A15

A

Glibberige rijbaan.

Het onderbord van volgend model mag gebruikt worden om aan te duiden dat de weg glad kan zijn ten gevolge van ijzel of sneeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A17

A

Kiezelprojectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A19

A

Vallende stenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A1a

A

Gevaarlijke bocht.

Bocht naar links.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A1b

A

Gevaarlijke bocht.

Bocht naar rechts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A1c

A

Gevaarlijke bocht.

Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten,

de eerste naar links.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A1d

A

Gevaarlijke bocht.

Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten,

de eerste naar rechts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A21

A

Oversteekplaats voor voetgangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A23

A

Plaats waar speciaal veel kinderen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A25

A
  • Oversteekplaats voor
    • fietsers en
    • bestuurders van tweewielige bromfietsen
  • of plaats waar die bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A27

A

Doortocht van groot wild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A29

A

Doortocht van vee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A3

A

Gevaarlijke daling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A5

A

Steile helling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A31

A

Werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A33

A

Verkeerslichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A35

A

Overtocht van vliegtuigen op geringe hoogte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A37

A

Zijwind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A39

A

Verkeer toegelaten in twee richtingen na een gedeelte van de rijbaan met eenrichtingsverkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A41

A

Overweg met slagbomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A43

A

Overweg zonder slagbomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A45

A

Overweg voor enkel spoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A47

A

Overweg voor twee of meer sporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A49

A

Kruising van een openbare weg door een of meer in de rijbaan aangelegde sporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A5

A

Steile helling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A50

A

file

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A51

A

Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald.

Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A7a-c

A

Rijbaanversmalling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

art. 66.4.

gevaarsborden

A9

A

Beweegbare brug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Art. 67.1.

Verkeersborden betreffende de voorrang

plaatsing

A
  • standaard: rechts
  • mogen herhaald worden
    • boven rijbaan
    • links
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Art. 67.2.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B0

betekenis + combo’s

A
  • onderbord
  • duidt het tracé van de weg aan
  • waarop de bestuurders aan het volgend kruispunt
  • voorrang hebben

kan voorkomen als onderbord bij B…

  • jij moet voorrang verlenen
    • 1
    • 3
    • 5
    • 7
  • jij moet voorrang krijgen
    • 9
    • 15
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B1

A

Voorrang verlenen.

(indien nodig stoppen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B11

A

Einde van voorrangsweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B13

A

Verkeersbord dat

  • het verkeersbord B11 aankondigt
  • op de bij benadering aangeduide afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B15

A

Voorrang.

(op volgend kruispunt)

De horizontale streep van het symbool mag worden gewijzigd om duidelijker plaatsgesteldheid weer te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B17

A

Kruispunt waar de voorrang van rechts geldt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B19

A

Smalle doorgang.

Gebod voorrang te verlenen aan de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B21

A

Smalle doorgang.

Voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.

Bestaat alleen met witte pijl rechts!
Als ondersteboven hangt

  • niet geldig
  • examentruuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B22

A

Fietsers mogen de driekleurige verkeerslichten voorbijrijden

  • om rechts af te slaan
  • wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat
  • op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B23

A

Fietsers mogen de driekleurige verkeerslichten voorbijrijden

  • om rechtdoor te rijden
  • wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat
  • op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan vanaf het rode of oranjegele licht.

Het voorrangsbord B23 mag alleen worden gebruikt op voorwaarde dat de fietsers geen verkeersstroom moeten dwarsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B3

A

Verkeersbord dat

  • het verkeersbord B1 aankondigt
  • op de bij benadering aangeduide afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B5

A

Stoppen en voorrang verlenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
107
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B7

A

Verkeersbord dat

  • het verkeersbord B5 aankondigt
  • op de bij benadering aangeduide afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
108
Q

Art. 67.3.

Verkeersborden betreffende de voorrang

B9

A

Voorrangsweg.

  • voorrang over langere afstand
  • verboden te parkeren op rijbaan buiten bebouwde kom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
109
Q

Art. 68.1.

Verbodsborden

plaatsing

A
  • standaard: rechts
  • indien rechts niet mogelijk (plaatsgesteldheid):
    boven rijbaan
  • mogen herhaald worden waar verkeer het rechtvaardigt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
110
Q

Art. 68.2.

Verbodsborden

aankondiging

A

Een verbodsbord mag aangekondigd worden door

  • een gelijkaardig verkeersbord
  • aangevuld met een onderbord
  • dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C1

A

Verboden richting voor iedere bestuurder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
112
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C11

A

Verboden toegang voor bestuurders van rijwielen.

Onderbord “uitgezonderd fietsers” kan dus wel zinvol zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
113
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C13

A

Verboden toegang voor bestuurders van gespannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
114
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C15

A

Verboden toegang voor ruiters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
115
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C17

A

Verboden toegang voor bestuurders van handkarren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
116
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C19

A

Verboden toegang voor voetgangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
117
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C21

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa

(dus niet ‘maximaal toegelaten massa’)

  • bij sleep: denk slaat op totaalgewicht trekkend voertuig + aanhangwagen(s)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
118
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C22

A

Verboden toegang voor bestuurders van autocars.

(Autobus mag dus wel door.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
119
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C23

A

Verboden toegang voor bestuurders van
* motorvoertuigen
* slepen
bestemd voor het vervoer van goederen.

Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de maximaal toegelaten massa (dus niet langer “in beladen toestand”!!) hoger is dan de aangeduide massa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
120
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C24a

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die

  • de gevaarlijke goederen
  • bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers,

vervoeren.

Een onderbord met vermelding van de letter

  • B
  • C
  • D
  • E

specifieert het verbod voor wegtunnels van die categorie.

(duidt aan dat het verbod geldt voor alle voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals deze categorieën voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), ondertekend te Genève op 30 september 1957.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
121
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C24b

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de

  • gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen
  • bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers,

vervoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
122
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C24c

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die

  • de gevaarlijke verontreinigende stoffen
  • bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers,

vervoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
123
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C25

A

Verboden toegang voor bestuurders van

  • voertuigen of slepen
  • waarvan de lengte, lading inbegrepen
  • groter is dan de aangeduide.

opmerkingen

  • Alleen bij ‘lengte’ staat voertuigen of slepen, bij ‘hoogte’ en ‘breedte’ staat alleen ‘voertuigen’.
  • Bij alledrie de categorieën staat ‘lading inbegrepen’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
124
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C27

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.

opmerkingen

  • Alleen bij ‘lengte’ staat voertuigen of slepen, bij ‘hoogte’ en ‘breedte’ staat alleen ‘voertuigen’.
  • Bij alledrie de categorieën staat ‘lading inbegrepen’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
125
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C29

A

Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.

opmerkingen

  • Alleen bij ‘lengte’ staat voertuigen of slepen, bij ‘hoogte’ en ‘breedte’ staat alleen ‘voertuigen’.
  • Bij alledrie de categorieën staat ‘lading inbegrepen’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
126
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C3

A

Verboden toegang

  • in beide richtingen
  • voor iedere bestuurder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
127
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C31a

A

Verbod

  • aan het volgend kruispunt
  • af te slaan
  • in de richting door de pijl aangegeven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
128
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C31b

A

Verbod

  • aan het volgend kruispunt
  • af te slaan
  • in de richting door de pijl aangegeven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
129
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C33

A

Verbod te keren

  • vanaf het verkeersbord
  • tot en met het volgend kruispunt
130
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C35

A
  • Vanaf het verkeersbord
  • tot en met het volgend kruispunt
  • verbod voor iedere bestuurder om
  • een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen
  • links in te halen.

voorbeelden

  • Je mag niet inhalen
    • auto
    • moto met sidecar
    • gehandicapten-‘fiets’ met drie wielen (is wettelijk gezien geen fiets)
    • bakfiets met drie wielen (twee vooraan)
  • Je mag wel inhalen
    • moto (!)
    • fiets
131
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C37

A

Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C35.

132
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C39

A
  • Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt
  • verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken
  • waarvan de maximale toegelaten massa meer dan 3.500 kg bedraagt
  • een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen
  • links in te halen.

=> Autocars en -bussen mogen dus wel inhalen.

133
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C41

A

Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C39.

134
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C43

A

Verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid

  • vanaf het verkeersbord
  • tot en met het volgend kruispunt
  • of tot
    • elk verkeersbord C43
      (met of zonder zonale geldigheid)
    • verkeersbord dat het begin of het einde aanduidt van een
      • voetgangerszone –> stapvoets
      • (woon)erf –> 20 km/u
      • bebouwde kom –> 50 km/u

opmerkingen

  • De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief.
  • Wanneer op een onderbord een bepaalde massa is aangeduid, is het verbod slechts van toepassing op voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide.
  • Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1, F1a of F1b is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom.
135
Q

art. 68.3.

Verbodsborden

C43

combinatie met even verderop aardeweg die op jouw rijbaan uitkomt?

A
  • snelheidsbeperking telt tot en met het volgende kruispunt
  • aardeweg is openbare weg

=> splitsing is wel degelijk een kruispunt

=> snelheidsbord vervalt vlak na aardeweg

=> na aardeweg nieuwe maximumsnelheid:

  • Vlaams gewest: 70
  • Brussels gewest: 90
  • Waals gewest: 90
    (volgen soms Vlaanderen en soms Brussel)
136
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C45

A

Einde van de snelheidsbeperking opgelegd door het verkeersbord C43.

opmerkingen

  • De vermelding “km” op het verkeersbord C45 is facultatief.
  • Indien gebruik is gemaakt van het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1, F1a of F1b, moet het verkeersbord C45 met dezelfde vermelding aangebracht zijn boven het verkeersbord F3, F3a of F3b van deze bebouwde kom.
137
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C46

A

Einde van

  • alle plaatselijke verbodsbepalingen
  • opgelegd aan de voertuigen in beweging.
138
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C47

A

Tolpost.

  • Verbod voorbij te rijden zonder te stoppen.
  • Het opschrift mag vervangen worden door het woord “Taks”.
139
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C48

A
  • Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt
    (beetje raar, zou ‘tot en met’ verwachten)
  • verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken.

Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa.

140
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C49

A

Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C48.

141
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C5

A

Verboden toegang voor bestuurders van

  • motorvoertuigen met meer dan twee wielen
  • motorfietsen met zijspan.
142
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C6

A

Verboden toegang voor bestuurders van

  • motorvoertuigen met vier wielen
  • geconstrueerd voor onverhard terrein
  • met een open carrosserie
  • een stuur als op een motorfiets
  • en een zadel.
143
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C7

A

Verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen.

144
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

C9

A

Verboden toegang voor bestuurders van bromfietsen.

145
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

gericht aan … ?

A

Een verbodsbord legt een verbod op aan weggebruikers.

Dit kunnen zowel bestuurders als voetgangers zijn.

146
Q

Art. 68.3.

Verbodsborden

Hoe ontleden?

A

Steeds drie zaken afvragen:

  • wat wordt verboden?
  • aan wie gericht?
    (voetgangers, alle bestuurders, specifiek bestuurders autocars, enz.)
  • ten opzichte van wie of wat?
    (bv. ‘een gespan of een voertuig met meer dan 2 wielen’)
147
Q

Art. 69.1.

Gebodsborden

plaatsing

A

waar zij het best zichtbaar zijn

(= uniek aan gebodsborden)

148
Q

Art. 69.2.

Gebodsborden

aankondiging

A

Een gebodsbord mag aangekondigd worden door

  • een gelijkaardig verkeersbord
  • aangevuld met een onderbord
  • dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het gebod begint.
149
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D1

A
  • Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen.
  • De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl.

Wanneer het verkeersbord dat een niet-gebogen pijl voorstelt, op een hindernis geplaatst is, betekent het dat langs de door de pijl aangeduide richting moet voorbijgereden worden.

150
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D10

A

Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
151
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D11

A

Verplichte weg voor voetgangers.

=> mag ook als fiets aan hand leidt

152
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D13

A

Verplichte weg voor ruiters.

153
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D3

A
  • Verplichting één van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen.
  • De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijlen.
154
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D4

A
  • Verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen.
  • De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl.

Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt erop dat de verplichting geldt voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, …

… zoals deze categorieën voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR.), ondertekend te Genève op 30 september 1957.

155
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D5

A

Verplicht rondgaand verkeer.

  • geen garantie voor rotonde!
  • kan dus in combinatie met voorrang aan rechts
156
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D7

A

Verplicht fietspad.

157
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D7 - D9 - D10

  • 3x betetekenis
  • gevolg voor elektrische fiets en speed pedelec?
A
  • overlangse markering (art. 74) = fietspad
    ‘Het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer, is een fietspad.’
  • D7
    Verplicht fietspad.
  • D9
    • Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van
      • voetgangers
      • fietsen
      • tweewielige bromfietsen klasse A
    • is fietspad
  • D10
    • ​Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van
      • voetgangers
      • fietsers
    • is geen fietspad (!)

=>

  • elektrische fiets tot en met 25km/u?
    • gelijkgesteld met fiets
    • => mag overal, op D7, D9 en D10
  • speed pedelec
    • gelijkgesteld met bromfiets klasse B
    • => mag alleen op fietspad met wegmarkeringen of D7
      • vrije keuze als rijbaan tot max. 50 km/u
      • verplicht als rijbaan > 50 km/u

toelichting

Fietspaden

  • overlangse markering (art. 74)
  • D7
  • D9

zijn eigenlijk oorspronkelijk slechts voorzien voor FIETSERS en bestuurders van TWEEWIELIGE bromfietsen KLASSE A zoals artikel 2.7 nauwkeurig omschrijft.

Een bromfiets klasse B mag eveneens gebruik maken van een fietspad (lees art. 9)

  • overlangse markering (art. 74)
  • D7

Het fietspad maakt GEEN deel uit van de RIJBAAN wat betekent dat het niet is ingericht voor het verkeer in het ALGEMEEN. De bestuurder mag er NIET op stilstaan en NIET parkeren en enkel ten gevolge van OVERMACHT er gebruik van maken.

158
Q

Art. 69.3.

Gebodsborden

D9

betekenis + niet te verwarren met …

A

Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsen
  • tweewielige bromfietsen klasse A

niet te verwarren met F99b:

Weg of deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs

met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers.

159
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E1

+ geldt waar?

A

Parkeerverbod.

  • alleen aan kant waar geplaatst
  • op rijbaan en berm
160
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E3

+ geldt waar?

A

Stilstaan en parkeren verboden.

  • alleen aan kant waar geplaatst
  • op rijbaan en berm
161
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E5

+ geldt waar?

A

Parkeerverbod van de 1e tot de 15e van de maand.

= ‘verkeersbord voor beurtelings parkeren’

  • alleen aan kant waar geplaatst
  • enkel op rijbaan (dus niet op berm)
162
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E7

+ geldt waar?

A

Parkeerverbod van de 16e tot het einde van de maand.

(niet zeggen “tot de 31e” want niet alle maanden 31 dagen)

= ‘verkeersbord voor beurtelings parkeren’

  • alleen aan kant waar geplaatst
  • enkel op rijbaan
163
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9a

A

Parkeren toegelaten.

164
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9b

A

Parkeren uitsluitend voor

  • motorfietsen
  • personenauto’s
  • auto’s voor dubbel gebruik
  • minibussen
165
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9c

A

Parkeren uitsluitend voor

  • lichte vrachtauto’s
  • vrachtauto’s
166
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9d

A

Parkeren uitsluitend voor autocars.

167
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9e

A

Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir.

168
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9f

A

Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir.

169
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9g

A

Verplicht parkeren op de rijbaan.

170
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9h

A

Parkeren uitsluitend voor kampeerauto’s.

171
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9i

A

Parkeren uitsluitend voor motorfietsen.

172
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

E9j

A

Parkeren voorbehouden voor

  • fietsen van 7u30 tot 18u00
  • motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen van 18u00 tot 7u30.
173
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

extra info

A

De borden betreffende het stilstaan en parkeren kunnen worden

  • beperkt
  • verduidelijkt
  • voorbehouden

door

  • standaard
    blauwe onderborden met witte symbolen of opschriften
  • alleen voor fietsen of tweewielige bromfietsen
    witte onderborden met zwarte symbolen of opschriften
174
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

extra info E1 en E3

A

De verkeersborden E1 en E3 mogen aangevuld worden met een onderbord dat de categorie van voertuigen aanduidt voor dewelke het parkeren of stilstaan is verboden :

  • fietsen, bromfietsen of motorfietsen
  • personenwagens en auto’s voor enkel en dubbel gebruik
  • autocars, autobussen en kampeerwagens
  • vrachtwagens, lichte vrachtwagens, minibussen
175
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

gewichtsbeperking duidt op … ?

A

maximale toegelaten massa

176
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

icoon speed pedelec
(bv. onderbord)

A

idem als bromfiets maar dan met letter ‘P’ onder

177
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

korte / lange afstand

A

stilstaan- of parkeerreglementering over

  • korte afstand (= max. 20 meter)
    opwaartse pijl met aantal meters
  • lange afstand (meer dan 20 meter)
    dubbele pijl, wordt bij wijze van herhaling geplaatst
178
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

onderbord (hybride) elektrische voertuigen

A
  • gewoon snoer
    (hybride) elektrische voertuigen
  • specifiëring categorie
    De categorie van voertuigen mag worden afgebeeld op dit onderbord.

Meerdere categorieën van voertuigen mogen op dit onderbord worden vermeld.

* Het onderbord M19 bedoeld in artikel 65.2, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor _speed pedelecs_.
* Het onderbord M20 bedoeld in artikel 65.2 duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor _fietsen en speed pedelecs_.
179
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

algemene regel waar geldig

A

Deze borden gelden

  • alleen aan de kant waar zij geplaatst worden
    • behalve indien het borden zijn met een zonale geldigheid, dan zijn ze overal geldig binnen de zone
  • vanaf het bord tot aan het volgende kruispunt behalve indien (5)
    • ander bord, aangevuld met neerwaartse pijl, een einde stelt
    • ander bord betreffende het stilstaan en parkeren een einde stelt aan het huidige bord
    • reglementering over korte afstand
      • max. 20 meter
      • einde wordt dan niet aangeduid
    • zonale geldigheid
    • combinatie E11 en F1 (dan alleen in bebouwde kom)
      • = in onbruik geraakte regel “Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom”
180
Q

Art. 70.2.1.

Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren

Verkeersborden voor beurtelings parkeren
wanneer wisselen?

A

Het veranderen van kant moet gebeuren

  • op de laatste dag van elke periode
  • tussen 19u30 en 20u
181
Q

Art. 70.3.

Verkeersbord voor beurtelings parkeren in een bebouwde kom.

3 soorten borden ‘bebouwde kom’

A
  • F1
    • horizontaal
    • alleen plaatsnaam
    • wordt niet langer gebruikt, was geldig tot 2015
  • F1a(h/v)
    • horizontaal of verticaal
    • icoon + plaatsnaam
  • F1b(h/v)
    • horizontaal of verticaal
    • alleen icoon

‘einde van een bebouwde kom’ is steeds met rode streep door,
van linksonder naar rechtsboven

  • F3
  • F3a
  • F3b
182
Q

Art. 70.3.

verkeersbord voor beurtelings parkeren in een bebouwde kom

E11

A

Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom.

  • wordt (bijna?) niet meer gebruikt
  • veranderen van kant moet gebeuren op laatste dag van elke periode tussen 19u30 en 20u
  • wordt geplaatst boven verkeersbord bebouwde kom,
  • -> verschillen hier niet belangrijk, komen voor op aparte flashcard:
    • F1
      • horizontaal
      • alleen vermelding plaatsnaam
      • wordt niet langer gebruikt
    • F1a
      • horizontaal of verticaal
      • icoon + vermelding plaatsnaam
    • F1b
      • horizontaal of verticaal
      • alleen icoon
183
Q

Art. 71.

Aanwijzingsborden

bewegwijzering buitenlandse bestemming
naar / op autosnelweg

A
  • naam wordt vermeld in de taal van het land waar die bestemming zich bevindt
  • Indien deze naam ingevolge de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken niet reeds op deze signalisatie voorkomt, wordt hij in een ander lettertype en tussen haakjes, hetzij ernaast, hetzij eronder, aan de aangeduide bestemming toegevoegd.
184
Q

Art. 71.1.

Aanwijzingsborden

plaatsing

A

op de plaatsen die

  • geschikt zijn
  • gelet op de aard van de verstrekte aanduiding
  • behalve altijd rechts:
    • F 1 - 12
    • F103 - 107
      • reden
        houden ook bepaalde “verboden” in
        zoals bv een bord
        • F1
          • aankondiging begin bebouwde kom
          • maar daar heerst ook het verbod om sneller te rijden dan 50km/u
        • F103
          • aankondiging begin voetgangerszone
          • toegangsverbod met welbepaalde uitzonderingen
185
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F99b
betekenis + niet te verwarren met …

A

Weg of deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs

met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers.

=>

  • alleen laatste deel maakt verschil met F99a
  • “Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.” (zou goede examenvraag zijn!)
  • niet te verwarren met D9:
  • Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van
    • voetgangers
    • fietsen
    • tweewielige bromfietsen klasse A
186
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

bijkomende borden

A

De voornaamste aanwijzingsborden worden afgebeeld in verkeersreglement.

Andere mogen in bijzondere gevallen gebruikt worden, maar moeten dan wel

  • rechthoekig
  • wit opschrift of symbool
  • blauwe achtergrond
187
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F101a

A

Einde van de weg of van het deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs.

Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.

188
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F101b

A

Einde van de weg of deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs

met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers.

Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s), die tot deze weg is (zijn) toegelaten.

189
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F101c

A

Einde van de weg voorbehouden voor

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs
  • landbouwvoertuigen

Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.

190
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F103
betekenis + plaatsing + doel afbeelding fiets

A

Begin van een voetgangerszone.

Dit verkeersbord wordt

  • rechts geplaatst
  • aan elke toegang tot een voetgangerszone;
  • het mag links herhaald worden.

Als fiets niet wordt afgebeeld

  • mogen fietsers niet in voetgangerszone binnenrijden
  • moeten dan dus afstappen
191
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F105
betekenis + plaatsing

A

Einde van een voetgangerszone.

Dit verkeersbord wordt

  • rechts geplaatst
  • aan elke uitgang van een voetgangerszone;
  • het mag links herhaald worden.
192
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F11
betekenis + plaatsing

A
  • Einde van een autoweg.
  • Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
193
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F111

A

Begin van een fietszone.

(niet langer “fietsstraat”)

De vermelding “Fietszone” op het verkeersbord is facultatief.

194
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F113

A

Einde van een fietszone.

(niet langer “fietsstraat”)

De vermelding “Fietszone” op het verkeersbord is facultatief.

195
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F117

betekenis + soort bord?

A

Begin van een lage emissiezone.

zonaal => is aanwijzingsbord, geen verbodsbord

196
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F118

A

Einde van een lage emissiezone.

197
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F12a
betekenis + plaatsing

A
  • Begin van een woonerf of van een erf.
  • De bijzondere verkeersregelen in de woonerven of erven gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
  • Dit verkeersbord wordt
    • rechts geplaatst
    • aan elke toegang tot een woonerf of erf
    • het mag links herhaald worden.
198
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F12b
betekenis + plaatsing

A
  • Einde van een woonerf of van een erf.
  • Dit verkeersbord wordt
    • rechts geplaatst
    • aan elke uitgang van een woonerf of erf
    • het mag links herhaald worden.
199
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F13

A
  • Verkeersbord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft.
  • Dit verkeersbord kan de verschillende richtingen aanduiden. De streep tussen de rijstroken kan eventueel onderbroken zijn.
  • Het bord mag aangevuld worden om de voorsorteringsstroken voorbehouden voor het verkeer van fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen aan te duiden.
200
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F14

A

Opstelvak voor

  • fietsers
  • bestuurders van tweewielige bromfietsen

=>

  • ook voor speed pedelecs
  • probleem met gelijkgestelden:
    • Segway aan 5 km/u = voetganger
    • Segway aan 20 km/u = fietser
201
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F15

A
  • Verkeersbord dat de keuze van een richting voorschrijft.
  • neerwaarts of opwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op doorgaande richtingen;
  • schuin opwaarts of neerwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op afslaande richtingen;
  • het aantal pijlen vertegenwoordigt het aantal rijstroken.
202
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F17

A

Aanduiding van de

  • rijstroken
  • van een rijbaan
  • met een strook voorbehouden voor autobussen.
203
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F18

A

Aanwijzing van een bijzondere overrijdbare bedding,

  • voorbehouden aan het verkeer van
  • voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
204
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F19

A

Openbare weg met eenrichtingsverkeer.

205
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F1a en F1b
betekenis

A

Begin van een bebouwde kom.

206
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F1a en F1b
plaatsing

A

Dit verkeersbord wordt

  • rechts geplaatst
  • op elke toegangsweg tot een bebouwde kom
  • en mag links herhaald worden.
207
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F1a en F1b
regels snelheid

A

Wanneer binnen een bebouwde kom een verkeersbord C43 een andere snelheid aanduidt, dan geldt vanaf het volgend kruispunt opnieuw de maximumsnelheid van 50 km/u;

Wanneer binnen een bebouwde kom een

  • snelheidszone
  • een erf
  • schoolomgeving

wordt afgebakend, dan geldt vanaf het einde daarvan opnieuw de maximumsnelheid van 50 km/u.

208
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F21

A

Rechts of links voorbijrijden toegelaten.

209
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F23a

A

Nummer van een gewone weg.

210
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F23b

A

Nummer van een autosnelweg.

211
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F23c

A

Nummer van een internationale weg.

212
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F23d

A

Nummer van een ring.

213
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F25

A

Voorwegwijzer.

214
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F27

A

Voorwegwijzer.

215
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F29

A

Wegwijzer.

De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.

216
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F31

A

Wegwijzer.

Reisweg over een autosnelweg.

De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn

217
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F39

A

Voorwegwijzer die een omlegging aankondigt.

218
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F3a en F3b
betekenis + plaatsing

A
  • Einde van een bebouwde kom.
  • Dit verkeersbord wordt
    • rechts geplaatst
    • op elke uitvalsweg van een bebouwde kom
    • het mag links herhaald worden.
219
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F41

A

Wegwijzer, omleggingsweg.

220
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F43

A

Plaatsnaambord.

221
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F45

A

Doodlopende weg.

222
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F45b

A

Doodlopende weg, uitgezonderd voor voetgangers en fietsers.

223
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F47

A

Einde van de werken.

224
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F49

A

Oversteekplaats voor voetgangers.

225
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F4a
betekenis + plaatsing

A
  • Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur.
  • Dit verkeersbord wordt
    • rechts geplaatst
    • aan elke toegang tot een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur
    • het mag links herhaald worden.
  • opgelet!
    Een zonaal bord is altijd een aanwijzingsbord (categorie F), ook al wordt er een verbodsbord op afgebeeld.
226
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F4b

A
  • Einde van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur.
  • Dit verkeersbord wordt
    • rechts geplaatst
    • aan elke uitgang van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur
    • het mag links herhaald worden.
227
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F5
betekenis + plaatsing

A
  • Begin of oprit van een autosnelweg.
  • De bijzondere verkeersregelen op de autosnelwegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
  • Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
  • Dit verkeersbord mag afgebeeld worden op de verkeersborden F25, F27, F29, F31, F39 en F41 om aan te duiden dat de gesignaleerde reisweg over een autosnelweg gaat.
228
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F50

A

Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.

229
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F50bis

A

Verkeersbord dat

  • de bestuurders die van richting veranderen
  • wijst op
  • fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen
  • die dezelfde openbare weg volgen.

De reproduktie van het verkeersbord A25 kan vervangen worden door de reproduktie van het verkeersbord A21 om op een oversteekplaats voor voetgangers te wijzen.

230
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F51

A

Ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers.

231
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F52

A

Aankondiging van een nooduitgang in tunnels.

232
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F52bis

A

Vluchtroute.

Aankondiging van de dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting, in tunnels.

De afstand in meter is aangeduid op het verkeersbord.

233
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F53

A

Verplegingsinrichting.

234
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F55

A

Hulppost.

235
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F56

A

Brandblusapparaat.

236
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F57

A

Waterloop.

237
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F59

A

Aankondiging van een parking.

opmerking

  • is geen
    • bord betreffende stilstaan en parkeren
    • gebodsbord
238
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F60

A

Aankondiging van een overdekte parking.

opmerking

  • is geen
    • bord betreffende stilstaan en parkeren
    • gebodsbord
239
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F61

A

Telefoon.

240
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F62

A

Noodtelefoon.

241
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F63

A

Tankstation.

Respectievelijk, van links naar rechts

  • benzine en diesel
  • LPG
  • CNG
  • LNG
  • H2
  • elektriciteit
242
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F65

A

Hotel of motel.

243
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F67

A

Restaurant.

244
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F69

A

Drankgelegenheid.

245
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F7
betekenis + plaatsing

A
  • Einde van een autosnelweg.
  • Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
246
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F71

A

Kampeerterrein.

247
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F73

A

Caravanterrein.

248
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F75

A

Jeugdherberg.

249
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F77

A
  • Vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer,
  • trefpunt voor toeristische informatie.
250
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F79

A

Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt.

Regels voor verkeersborden die gebruikt worden om de voorlopige aanwijzingen te geven bij werken:

  • aantal pijlen moet overeenstemmen met werkelijk aantal rijstroken
  • symbool moet overeenstemmen met plaatsgesteldheid
251
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F8

A
  • Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter.
  • Op onderborden wordt de lengte van de tunnel en eventueel zijn naam aangeduid.
252
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F81

A

Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt.

Regels voor verkeersborden die gebruikt worden om de voorlopige aanwijzingen te geven bij werken:

  • aantal pijlen moet overeenstemmen met werkelijk aantal rijstroken
  • symbool moet overeenstemmen met plaatsgesteldheid
253
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F83

A

Voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt.

Regels voor verkeersborden die gebruikt worden om de voorlopige aanwijzingen te geven bij werken:

  • aantal pijlen moet overeenstemmen met werkelijk aantal rijstroken
  • symbool moet overeenstemmen met plaatsgesteldheid
254
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F85

A

Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met eenrichtingsverkeer.

–> vergelijkbaar met gevaarsbord A39

Regels voor verkeersborden die gebruikt worden om de voorlopige aanwijzingen te geven bij werken:

  • aantal pijlen moet overeenstemmen met werkelijk aantal rijstroken
  • symbool moet overeenstemmen met plaatsgesteldheid
255
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F87

A

Verhoogde inrichting(en).

256
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F89

A

Voorwegwijzer die

  • een gevaar of een verkeersregel aankondigt
  • die slechts van toepassing is op een of meerdere rijstroken
  • van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.

Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden.

De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan

  • boven de rijbaan aangebracht worden,
  • boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is,
  • zonder dat het verkeersbord F89 geplaatst wordt.
257
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F9
betekenis + plaatsing

A
  • Autoweg.
  • De bijzondere verkeersregelen op de autowegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord is aangebracht.
  • Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
  • Dit verkeersbord mag afgebeeld worden op de verkeersborden F25, F27, F29, F31, F39 en F41 om aan te duiden dat de gesignaleerde reisweg over een autoweg gaat.
258
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F91

A

Verkeersbord dat

  • een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft
  • die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken
  • van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.

Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden.

De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan

  • boven de rijbaan aangebracht worden,
  • boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is,
  • zonder dat het verkeersbord F91 geplaatst wordt.
259
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F93

A

Verkeersbord dat een radio-omroep aanduidt waar verkeersinformatie gegeven wordt.

260
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F95

A

“Noodstopstrook.
Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.”

Belangrijk, wordt vaak gevraagd op examens!

261
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F97

A

Verkeersbord dat

  • een versmalling aanduidt
  • die de omvang van een rijstrook heeft.

Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.

=>

  • niet ‘wegversmalling’
  • ritsen toegelaten indien voorwaarden voldaan
262
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F98

A

Vluchthaven.

Een onderbord met volgende symbolen duidt aan dat de vluchthaven uitgerust is met een noodtelefoon en een brandblusser.

263
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F99a
+ uitweiding soorten bromfietsen toegelaten

A

Weg of deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van

  • voetgangers
  • fietsers
  • ruiters
  • bestuurders van speed pedelecs.

Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.

=>

  • bromfietsen klasse A en B niet toegelaten, tenzij daar
    • woont
    • bezoekt
  • elektrische fiets
    • gelijkgesteld aan bromfiets klasse A
    • maar toch wel toegelaten: pure logica want speed pedelec ook toegelaten
264
Q

Art. 71.2.

Aanwijzingsborden

F99c

A
  • Weg voorbehouden voor
    • voetgangers
    • fietsers
    • ruiters
    • bestuurders van speed pedelecs
    • landbouwvoertuigen
  • Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.

=> niet ‘weg of deel van de openbare weg’ omdat altijd weg is, aangezien landbouwvoertuigen toegelaten

265
Q

Art. 72.1.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

soorten, uiterlijk

A

Deze wegmarkeringen zijn wit en kunnen bestaan uit:

  • een doorlopende streep
  • een onderbroken streep
  • een naast elkaar getrokken doorlopende en onderbroken streep
266
Q

Art. 72.2.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

betekenis doorlopende streep

A
  • Een doorlopende streep betekent dat het iedere bestuurder verboden is deze te overschrijden.
    • uitz: voorbijrijden (moet dan wel voorrang verlenen)
  • Bovendien is het verboden links van een doorlopende streep te rijden wanneer deze de twee rijrichtingen scheidt.
  • Stilstaan is toegelaten maar parkeren is verboden.
  • Noteer dat indien de rijstrook breed genoeg is je er wel mag inhalen op voorwaarde dat de ononderbroken streep niet wordt overschreden
267
Q

Art. 72.3.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

aankondiging doorlopende streep

A

Wanneer de trekken van de onderbroken streep

  • korter zijn en
  • dichter bij elkaar getrokken,

kondigen zij het naderen van een doorlopende streep aan.

268
Q

Art. 72.3.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

onderbroken streep - betekenis

A

verboden voor iedere bestuurder deze te overschrijden, behalve om

  • in te halen
  • links af te slaan
  • te keren
  • van rijstrook te veranderen.

Stilstaan is toegelaten maar parkeren verboden.

269
Q

Art. 72.4.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

doorlopende en onderbroken streep naast elkaar
- betekenis

A
  • Wanneer een doorlopende en een onderbroken streep naast elkaar getrokken zijn, moet de bestuurder alleen rekening houden met de streep die zich aan zijn kant bevindt.
  • De bestuurders die deze strepen overschreden hebben om in te halen mogen ze evenwel opnieuw overschrijden om hun normale plaats op de rijbaan te hernemen.
  • Stilstaan is toegelaten maar parkeren verboden.
270
Q

Art. 72.5.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

aanduiding F17

A

rijstrook aangeduid door

  • brede onderbroken strepen
  • bord F17
  • markering van het woord « BUS »

worden herhaald na ieder kruispunt:

  • woord « BUS »
  • verkeersbord F17
271
Q

Art. 72.6.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

BOB - aanduiding

A

bijzondere overrijdbare bedding wordt aangegeven door

  • verkeersbord F18 (herhaald na ieder kruispunt)
  • een of meerdere brede witte doorlopende strepen
  • of de markering bedoeld in artikel 77.8

De woorden « Bus, Tram » mogen op de bijzondere overrijdbare bedding worden aangebracht.

272
Q

Art. 72.6.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

busstrook en BOB - wie toegelaten?

A

Busstrook (F17) en Bijzondere Overrijdbare Bedding (F18) maken geen deel uit van de rijbaan.

altijd toegelaten

* voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer
* prioritaire voertuigen tijdens dringende opdracht

bijkomend toegelaten categorieën (10)

indien vermeld met symbool of woord op (onder)bord,
mag herhaald worden op rijstrook

* fietsen
* bromfietsen
* motorfietsen
* autocars (meer dan 8 passagiers)
* geregeld woon-werkverkeer
* schoolvervoer
* taxi
* min. 2, 3, of 4 inzittenden, zoals aangegeven op onderbord ('carpoolen' is geheugensteun)
* voertuigen die gebruikt worden ter bevordering van duurzame vormen van mobiliteit
*  gemeenschappelijk vervoer van personen met een handicap

uitzonderlijk toegelaten bewegingen en manoeuvres

* rijden omheen hindernis
* dwarsen
        * op kruispunten
        * eigendom oprijden of verlaten
        * parkeerplaats langs de busstrook innemen of verlaten

==> twee verschillen:

  • alleen busstrook (F17):
    van richting veranderen in onmiddellijke nabijheid van kruispunt
  • alleen BOB (F18): bijzondere verkeerslichten (art. 62ter) alleen op BOB, moeten opgevolgd worden

extra details

  • autocar = voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend
  • voertuigen bestemd voor het geregeld woon-werkverkeer:
    gesignaleerd zijn door het bord afgebeeld in het vijfde lid en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto’s
    • aangeduid door geel retro-reflecterend bord van min. 40 cm, symbool (zoals onderste in bijlage)
    • linksvoor en -achter
    • moet afgedekt of verwijderd indien niet woon-werk
273
Q

Art. 72.7.

Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden

spitsstrook aanduiding

A

onderbroken streep

  • met kortere tussenafstanden
  • langere trekken (ca. 12 meter)

dan de standaard rijstrookmarkering ‘onderbroken streep’

274
Q

Art. 73.1.

Overlangse voorlopige markeringen die de rijstroken aanduiden

hoe gevormd?

A
  • oranje strepen
    • doorlopend
    • onderbroken
  • oranje spijkers
    • doorlopend
    • onderbroken
      • in elke groep op korte en regelmatige afstand van elkaar
      • merkelijk grotere afstand tussen groepen
275
Q

Art. 73.1.

Overlangse voorlopige markeringen die de rijstroken aanduiden

doel

A
  • verkeer kanaliseren tijdens werken
  • maken de andere witte overlangse markeringen die op dezelfde plaats zijn aangebracht waardeloos
276
Q

Art. 74.

Overlangse markeringen die een fietspad aanduiden

Hoe fietspad herkennen adhv markering?

A

Het deel van de openbare weg dat

  • afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen
  • niet breed genoeg is voor het autoverkeer

is een fietspad.

277
Q

Art. 74.

Overlangse markeringen die een fietspad aanduiden

verschil markering fietspad en oversteekplaats

A
  • fietspad
    • lijnen van ca. 1,25m lang
    • met tussenafstand van ca. 1,25 m
  • oversteekplaats voor fietsers en tweewielige bromfietsers
    • _​_witte vierkanten en parallellogrammen
    • ca. 50x50 cm
278
Q

Art. 75.

Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden

twee soorten

A

Markeringen die de

  • werkelijke rand
  • denkbeeldige rand

van de rijbaan aanduiden.

bijgevoegde tabel gewoon lezen,
verschillen komen nog aan bod

279
Q

Art. 75.1.

Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden

Markeringen die de werkelijke rand van de rijbaan aanduiden.

waar + soorten + betekenis

A

mag worden aangebracht op

  • werkelijke rand van de rijbaan
  • trottoirband
  • boordsteen van een verhoogde berm

soorten strepen + betekenis

  • witte doorlopende
    • maakt rand beter zichtbaar
    • zonder enig bijkomend verbod
  • gele onderbroken
    • maakt rand beter zichtbaar
    • verbiedt parkeren op rijbaan
280
Q

Art. 75.2.

Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden

Markeringen die de denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden.

uitzicht + betekenis

A

Een brede witte doorlopende streep mag op de rijbaan aangebracht worden om de denkbeeldige rand van die rijbaan aan te duiden. (20 à 30 cm)

Het aan de andere kant van deze streep gelegen deel van de openbare weg is

  • voorbehouden voor het stilstaan en parkeren
    (niet rijden, kruisen, enz., behalve overmacht)
  • behalve op autosnelwegen en autowegen
    (daar: ‘pechstrook’)

Het begin en het einde van deze parkeerzone mogen aangeduid worden door een witte doorlopende dwarsstreep.

281
Q

Art. 75.2.

Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden

Markeringen die de middenrijbaan aanduiden.

uitzicht

A

Twee evenwijdige witte onderbroken strepen

  • aan weerszijden van de rijbaan
  • die bestaan uit telkens twee paar korte trekken
  • bakenen de denkbeeldige randen van de middenrijbaan af.
282
Q

Art. 76.

Dwarsmarkeringen

opsomming soorten

A
  • stopstreep
  • dwarsstreep (witte driehoeken)
  • oversteekplaats voor voetgangers
  • oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen

–> typische examenvraag

283
Q

Art. 76.1.

Dwarsmarkeringen

stopstreep - aanduiding en betekenis

A

Een stopstreep gevormd door

  • een witte doorlopende streep
  • haaks op de rand van de rijbaan

duidt de plaats aan waar de bestuurders moeten stoppen ingevolge een

  • verkeersbord B5 (Stop) of
  • een verkeerslicht.
284
Q

Art. 76.2.

Dwarsmarkeringen

witte driehoeken - aanduiding en betekenis

A

Een dwarsstreep gevormd door

  • witte driehoeken

duidt de plaats aan waar de bestuurders

  • indien nodig
  • moeten stoppen
  • om voorrang te verlenen
  • ingevolge een verkeersbord B1
285
Q

Art. 76.3.

Dwarsmarkeringen

oversteekplaats voor voetgangers - aanduiding

A

De oversteekplaatsen voor voetgangers worden afgebakend door

  • witte banden
  • evenwijdig met de as van de rijbaan.
286
Q

Art. 76.4.

Dwarsmarkeringen

oversteekplaats voor (brom)fietsen - aanduiding

A

De oversteekplaatsen die de

  • fietsers en
  • bestuurders van tweewielige bromfietsen

moeten volgen om de rijbaan over te steken, worden afgebakend door

  • twee onderbroken strepen
  • gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen.
287
Q

Art. 76.4.

Dwarsmarkeringen

oversteekplaats voor (brom)fietsen - voorrang

A

In tegenstelling tot voetgangers op hun oversteekplaats hebben fietsers en bestuurders van 2-wielige bromfietsen geen voorrang wanneer zij ‘aanstalten maken’ om deze oversteekplaats te volgen.

Maar opgelet indien zij zich op de oversteekplaats hebben begeven, hebben ze wel voorrang. Grote alertheid is in dit geval een absolute voorwaarde!

288
Q

Art. 77.1.

Andere markeringen

A

Witte voorsorteringspijlen mogen bij het naderen van een kruispunt aangebracht worden. Deze pijlen duiden de rijstrook aan die de bestuurders moeten volgen om in de door de pijlen aangewezen richting te rijden.
De bestuurder moet tijdig naar de gepaste rijstrook rijden die hij wenst te nemen maar mag nog steeds van rijstrook veranderen zolang een volle witte lijn hem dit niet verbiedt en mits voorrang te verlenen vooraleer hij van rijstrook verandert.

Op het kruispunt moeten de bestuurders bovendien de of één van de richtingen volgen die aangewezen zijn op de rijstrook waarin zij zich bevinden.
Daar is hij dus verplicht om de richting te volgen die door de pijl in de rijstrook is aangebracht.

289
Q

Art. 77.2.

Andere markeringen

A

De onderbroken streep die het naderen van een doorlopende streep aankondigt mag aangevuld worden met witte rijstrookverminderingspijlen.

Deze pijlen kondigen een vermindering van het aantal rijstroken aan die in de gevolgde richting mogen gebruikt worden.

290
Q

Art. 77.3.

Andere markeringen

witte opschriften

A

Witte opschriften op de rijbaan mogen de door verkeersborden gegeven aanwijzingen herhalen. De verschillende richtingen mogen op de rijstroken aangeduid worden.

Aan de autobus-, trolleybus- en tramhalten mag de zone waar het parkeren verboden is overeenkomstig artikel 25.1.2° aangeduid worden door witte opschriften.

291
Q

Art. 77.4.

Andere markeringen

A

Verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken mogen op de grond worden aangebracht door witte evenwijdige schuine strepen.

De bestuurders mogen niet rijden, stilstaan of parkeren op deze markeringen.

292
Q

Art. 77.5.

Andere markeringen

A

In een parkeerzone mogen witte markeringen de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

293
Q

Art. 77.6.

Andere markeringen

Markeringen die een opstelvak aanduiden voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.

A

De zone

  • aansluitend op een fietspad
  • afgebakend door twee stopstrepen
  • en waarin het symbool van een fiets in het wit is gereproduceerd

duidt de plaats aan waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen zich enkel tijdens de rode fase van de verkeerslichten mogen opstellen.

De andere bestuurders moeten tijdens de rode fase van de verkeerslichten stoppen voor de eerste stopstreep.

toelichting

  • bestemd voor
    • fietsers
      (dus geen andere rijwielen)
    • tweewielige bromfietsen A en B
      (dus niet voor 3 of 4 wielige bromfietsen)
294
Q

Art. 77.7.

Andere markeringen

Markeringen die voorsorteringsstroken aanduiden voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.

A

Bij het naderen van een kruispunt mogen voorsorteringsstroken voor

  • fietsers en
  • bestuurders van tweewielige bromfietsen

door middel van witte doorlopende strepen afgebakend worden.

In deze stroken moet in het wit het symbool van de fiets en de pijl die de te volgen richting aanduidt, worden gereproduceerd.

295
Q

Art. 77.8.

Andere markeringen

dambordmarkering

A

Een dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten, mag op de grond worden aangebracht.

Zij bakent af

  • de bijzonder overrijdbare bedding (BOB) voorbehouden aan voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer
  • de plaats die deze beddingen met elkaar verbindt of het begin of einde aankondigt van die bedding,
  • een overweg.

Stilstaan en parkeren op deze markering is verboden.

296
Q

eigen bedding

deel rijbaan?

A

maakt geen deel uit van rijbaan

  • BOB ook niet
  • busstrook wel

=> mag enkel worden overgestoken aan overweg

297
Q

eigen bedding

gebruikers

A
  • uitsluitend voor spoorvoertuigen (tram, trein)
298
Q

eigen bedding

signalisatie

A

geen enkele signalisatie of wegmarkering

299
Q

eigen bedding

stilstaan en parkeren

A

stilstaan en parkeren verboden

  • net zoals BOB
  • busstrook: alleen stilstaan toegelaten
300
Q

geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer

  • drie rijplaatsen
A
  • busstrook (F17)
  • BOB, bijzondere overrijdbare bedding (F18)
  • eigen bedding (uitsluitend spoorvoertuigen)
301
Q

link - verkeersborden overzicht en oefentool

302
Q

vier borden die betrekking hebben op M.T.M.

(alle andere op M.B.T.)

A
  • parking
  • cruisecontrol
  • snelheid
  • inhalen
303
Q

markeringen - soorten ivm bindendheid

A
  • op zichzelf bindend
    • bijvoorbeeld
      • volle witte streep
      • dambordmarkering
    • hoeven niet vergezeld te zijn van een verkeersbord
  • complementair aan verkeersbord
    (niet bindend indien niet vergezeld)
    • bijvoorbeeld
      • stopstreep <-> stopbord B5
      • “haaientanden” <-> omgekeerde driehoek B1
  • louter informatief
    • bijvoorbeeld
      • bushaltemarkering
      • witte opschriften op rijbaan zoals
        • stopopschrift
        • 50km
304
Q

markeringen - waarde hiërarchie

A
  • zelfde waarde als verkeersborden

=> boven verkeersregels

305
Q

markeringen - wettelijke indeling (9)

A
  • overlangse markeringen
    • rijstroken
      • doorlopende
      • onderbroken
      • combinatie
    • voorlopige rijstroken
      • doorlopende
      • onderbroken
    • fietspad
    • rand rijbaan
  • dwarsmarkeringen
  • andere markeringen
306
Q

twee soorten borden 30 km/u

+ verschil

A
  • rond rood verbodsbord
    plaatselijke toestand, geldt tot en met het volgende kruispunt
  • wit rechthoekig aanwijzingsbord
    “zonaal bord”, geldt tot waar zone stopt
307
Q

verkeersbord - vereisten geldigheid

A
  • conform wetgeving
  • zichtbaar
  • leesbaar
308
Q

verkeersborden - categorieën

A
  • A: gevaarsborden
  • B: voorrangsborden
    (‘betreffende voorrang’)
  • C: verbodsborden
  • D: gebodsborden
  • E: parkeren- en stilstaanborden
    (‘betreffende stilstaan en parkeren’)
  • F: aanwijzingsborden

–> wordt vaak gevraagd op examens!

–> denk vorm meestal maar niet altijd indicatie

309
Q

verkeersborden

plaatsing

A
  • gevaar (A) + verbod (C)
    • tov rijbaan
      • standaard: rechts
      • indien rechts niet mogelijk (plaatsgesteldheid):
  • boven rijbaan
      * mogen **herhaald** worden op plaatsen waar verkeer het _rechtvaardigt_   * _specifiek voor gevaar (A) tov gevaarlijke plaats_
      * standaard: op ongeveer **150 m**
      * bijzondere omstandigheden: op kleinere of grotere **afstand**, aangeduid door onderbord
      * uitzondering: verkeersborden A45 en A47 aan of in onmiddellijke nabijheid van **overweg**
  • voorrang (B)
    • standaard: rechts
    • mogen herhaald worden
      • boven rijbaan
      • links​
  • gebod (D)
    • waar zij het best zichtbaar zijn
  • stilstaan en parkeren (E)
    • gelden alleen aan de kant waar zij geplaatst worden
      (uitgezonderd zonale geldigheid)
  • aanwijzing (F)
    • op de plaatsen die geschikt zijn,
      gelet op de aard van de verstrekte aanduiding
    • behalve altijd rechts (want houden ook verbod in):

F 1 - 12

F103 - 107

310
Q

verkeersborden

aankondiging

+ unieke eigenschappen en onderborden

A
  • gevaarsborden (A)
    • ​​geen aankondiging
    • altijd 150 m of aan overweg, zoniet onderbord met afstand
  • borden betreffende voorrang (B)
    • geen aankondiging
    • onderbord B0 mogelijk voor tracé
  • verbodsborden (C)
    • ​aankondiging mogelijk
      door gelijkaardig verkeersbord, aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
  • gebodsborden (D)
    • aankondiging mogelijk
      door gelijkaardig verkeersbord, aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
  • E
  • F
311
Q

verschil tussen en codes van twee soorten blauwe borden met witte pijl naar boven

A
  • D1
    • “verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen”
    • kan tegenligger tegenkomen
    • rond
  • F19
    • openbare weg met eenrichtingsverkeer
    • kan geen tegenligger tegenkomen
    • rechthoekig
312
Q

richting rode streep door verkeersborden van categorie

  • C
  • F
A
  • einde zone
    • linksonder naar rechtsboven
    • F + einde C
      (tip: bovenste been ‘F’ kantelt schuin naar beneden)
  • begin specifiek verbod
    • linksboven naar rechtsonder
    • C
313
Q

art. 82.1.2.6°

lichten en reflectoren

velomobielen

A

De velomobielen moeten altijd voorzien zijn van een

  • gele of oranje reflecterende strook
  • op de zijkanten.
314
Q

art. 82.4.

Rijwielen en hun aanhangwagens

afmetingen

pilootprojecten goederenvervoer

A

De breedte, met inbegrip van al de uitstekende delen, van een aanhangwagen getrokken door een fiets mag niet meer bedragen dan 1 meter.

Echter, de aanhangwagens gebruikt in het kader van pilootprojecten voor het goederenvervoer mogen, onder de door de bevoegde overheden bepaalde voorwaarden, een breedte hebben van maximum 1,20 meter.

315
Q

art. 82bis.1.

Voortbewegingstoestellen

reflectoren

A

vooraan
witte reflector

achteraan
rode reflector

zijdelings
witte reflecterende strook
* langs elke kant van de voetsteunen EN/OF
* in de vorm van een doorlopende cirkel aan elke kant van de band van het voor- en achterwiel

316
Q

art. 82bis.2.

Voortbewegingstoestellen

geluidstoestel

A

verplicht geluidstoestel dat kan worden gehoord op een afstand van 20 meter

317
Q

art. 82bis.3.

Voortbewegingstoestellen

remmen

A

verplicht voldoende doelmatige remmen

318
Q

art. 82bis.4.

Voortbewegingstoestellen

afmetingen

A

maximale breedte is 1 meter

319
Q

waarde van de verkeersvoorschriften + bindende kracht verkeerstekens

A

WAARDE verkeersvoorschriften

bevelen van bevoegde personen
verkeerstekens
- verkeerslichten
- verkeersborden betreffende voorrang
- wegmarkeringen
verkeersregels

uitz. voorrangsborden boven verkeerslichten:

verkeerslichten boven rijstroken (autosnelweg??)
oranjegeel knipperlicht
voorrangsborden
B22: fietsers mogen toch naar rechts
B23: fietsers mogen toch rechtdoor

BINDENDE KRACHT verkeerstekens

moeten in acht genomen worden indien

  • voldoende zichtbaar, bv. ongeldig bij
    roest
    takken
    modder
    sneeuw
    weggesleten wegmarkeringen

    uitz: stopbord B5 want unieke vorm

    .
  • reglementair uiterlijk (zoals verkeersreglement)
    vorm
    kleuren
    symbolen

  • reglementair aangebracht door bevoegde overheid
320
Q

Wat is een AGM-batterij?

A
  • AGM means Absorbed Glass Mat, and it means the battery acid inside is absorbed into fiberglass mats instead of sitting as a free-flowing liquid.
  • AGM batteries are car batteries designed to deliver a lot of amps even when the engine is off.
  • The fiberglass mats spread more of the electrolyte in contact with the ultra-thin lead plates — all while cushioning the battery against knocks, bumps and vibrations. Because of the absorbent glass mats, battery makers can literally squeeze in more lead plates. More lead in the battery means more available power.
  • AGM batteries were originally developed in the 1970s for telephone boxes and computer rooms (yes, back when a computer took an entire room.) Their sealed design makes them nonspillable, making them ideal for onboard power in fighter planes, submarines and motorcycles. AGM batteries are the best car battery for vehicles with auto start stop engines because they can deliver deep power and still start a car engine.
  • More than half of new vehicles sold after 2019 require an AGM battery because of their electrical power needs.