Mechaniek - 1. Kennismaking met de auto in het algemeen Flashcards

1
Q
  1. Van motor tot achterwielen

koppeling

algemene plaatsing

A

vormt verbinding tussen motor en versnellingsbak:

  1. motor
  2. koppeling
  3. versnellingsbak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Van motor tot achterwielen

koppeling

drie posities + hoe bedienen

A

Koppeling kan door middel van koppelingspedaal (‘embrayage’) in drie standen worden gezet:

  • gekoppeld
    • koppelingspedaal helemaal uitgetrokken
    • standaardpositie
  • ontkoppeld
    • koppelingspedaal helemaal ingeduwd
  • slepend
    • koppelingspedaal op aangrijpingspunt (ongeveer halfweg tussen uitgetrokken en ingeduwd)
      *
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Van motor tot achterwielen

koppeling

gevolg slepende koppeling

A

Wanneer een koppeling slipt, worden de koppelingsplaten heel warm en slijten ze snel.

=> Laat daarom een koppeling enkel slippen bij

  • vertrek
  • manoeuvreren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onderdelen koppeling

A
  • koppelingshuis (vastgevezen op vliegwiel)
  • koppelingsplaat
    • voering = frictiemateriaal
    • trillingsdemper
      • voeringdrager (getordeerd = gegolfd)
      • naaf
      • tangentiaalveren = dempingsveren
  • drukgroep
    • drukring
    • diafragmaveer met diafragmatongen
    • steunringen (diafragmaveer zit tussen beide ringen)
    • drukgroepdeksel
  • druklager
  • bedieningsvork
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

taken van vliegwiel

A
  • draagt koppelingshuis
  • omvat starterskrans
  • krukas over dode slagen helpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

grote delen aandrijving

A
  • motor
  • koppeling
  • versnellingsbak
  • cardanas
    • pignon
      • reductie van ca. 900 naar 750
    • kroonwiel
  • achterbrug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

drie assen + cijfers reductie

A
  • primaire as = ingaande as (900 rpm)
  • hulpas = secundaire as = nevenas (750 rpm)
  • hoofdas = uitgaande as (150 rpm in 1e versnelling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

rpm bij benadering voor

  • vrijloop
  • 1e versnelling
A
  • vrijloop: 900
  • 1e versnelling: 50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

versnellingen / vertragingen

bij motor met 5 versnellingen

A
  • versnelling 1 tot 3
    • reductie (vertraging)
  • versnelling 4
    • prise-directe (geen snelheidswijziging)
  • versnelling 5
    • overdrive (versnelling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

“constant mesh”

A

wanneer twee tandwielen voortdurend met elkaar in aangrijping zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voordelen van schuine tandwielen tov rechte

A
  • minder geluid
  • groter aangrijpingsoppervlak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

drie manieren vertragen met wagen

A
  • gas loslaten
  • terugschakelen
    • “motorrem”
    • remt op twee wielen
  • remmen
    • remt op vier wielen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

differentieel

… vastgemaakt aan …

A

alleen sateliettandwielen

vastgemaakt aan

differentieelhouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pignon en kroonwiel zorgen voor …

A
  • eindreductie
    • bepaald door constructeur
    • onveranderlijk
  • eindaandrijving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

taak van schokdemper?

A
  • nadeinen van vering tegengaan,
    zorgen dat veer tot rust komt
  • NIET ‘schokken dempen’ (!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

steekas

A

as van differentieel naar wielen toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

temperaturen in verbrandingskamer dieselmotor

A
  • compressieslag: 900 °C
  • arbeidslag: 2.000 °C
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ontbrandingspunt diesel

A

345 °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

veren rond zuiger

  • naam
  • functie
  • uitlijning
A
  • naam
    • 3 compressieveren
    • 1 olieschraapveer
  • functie
    • compressieveren: dichting
    • olieschraapveer: olie naar beneden schrapen
  • uitlijning
    • zuigerveersloten niet onder elkaar uitlijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

verschillen tussen diesel- en ottomotor (=benzinemotor)

A
  • inlaatslag
    • dieselmotor
      • brandstof
      • op BDP (bovenste dode punt)
    • benzinemotor
      • lucht + brandstof
      • op ODP (onderste dode punt)
  • arbeidslag
    • dieselmotor
      ontbranding door compressie (hitte)
    • benzinemotor
      ontbranding door compressie + bougie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

voor- en nadeel trommelrem
tov schijfrem

A

trommelrem volledig gesloten =>

voordeel
beter bestand tegen vuil

nadelen
* warmte kan moeilijker afgevoerd worden (sneller oververhit tijdens bv. lange daling)
* slijtage remvoering moeilijker te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

synoniem en tegengestelde van servo-rem

A
  • synoniem
    rembekrachtiger
  • tegengestelde
    remkrachtbegrenzer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

functie remkrachtbegrenzer

A

zorgt dat minder druk naar achterste remmen gaat om te voorkomen dat achterwielen blokkeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ABS aantal stops per seconde

A

ca. 28 à 35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

synoniem benzinemotor + oorsprong

A
  • Otto-motor
  • Nikolaus Otto, mede-uitvinder van viertakt verbrandingsmotor in 1867
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

vroegtijdig ontbranden in cilinder

  • term + synoniem
  • omschrijving
A
  • detoneren = pingelen
  • spontaan in brand vliegen van te fel samengeperste brandstof
    • kan alleen bij benzine, niet bij diesel
    • bij diesel: hoe harder kan samendrukken hoe beter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

afdichting tussen motorblok en cilinderkoppen
naam + functie

A

cilinderkoppakking zorgt voor hermetisch afdichten van

  • gassen
  • koelvloeistof
  • smeerolie
28
Q

verbinding tussen krukas en nokkenas

A
  • hebben elk een “distributietandwiel”
    • dat van nokkenas dubbel zo groot als dat van krukas (= reductie)
  • verbinding mogelijk door ofwel
    • ketting
    • riem
    • tandwielen (vooral zwaarder vervoer)
29
Q

functie nokkenas

A
  • openen van in- en uitlaatkleppen
  • (sluiten gebeurt door klepveren)
30
Q

cilinderkoppakking moet bestand zijn tegen twee soorten druk

A
  • compressiedruk
    druk tijdens compressieslag
  • verbrandingsdruk
    druk vlak na expansie
31
Q

Wat is een DOHC?

A
  • Double Overhead Camshaft
  • dubbele bovenliggende nokkenas
32
Q

voor- en nadelen distributieriem
tov -ketting

+ huidige voorkeur

A
  • riem produceert minder geluid,
    maar is zwakker => slijt sneller
  • producenten gebruiken opnieuw vaker ketting,
    mede doordat ketting tegenwoordig minder geluid dan vroeger
33
Q

aantal steunpunten krukas

A
  • steunpunt = “lager”
  • 3x of 5x gelagerde krukas
  • viercilinder-motor heeft 5 lagers
34
Q

taakverdeling dubbele nokkenas

A

meestal

  • 1 voor inlaatkleppen
  • 1 voor uitlaatkleppen
35
Q

twee soorten nokkenassen

A
  • bovenliggende
  • onderliggende
    • ligt naast krukas
    • betrouwbaarder maar duurder
    • meestal bij zwaardere voertuigen
36
Q

druk directe inspuiting

A
  • enorm krachtig, moet compressiedruk overwinnen
  • ca. 2.000 bar
37
Q

twee soorten verstuivers + gebruik

A
  • tapverstuiver
    • quasi altijd indirecte inspuiting
  • gatverstuiver
    • quasi altijd directe inspuiting
    • verstuiving door gaatje kan met meer druk gebeuren
38
Q

voorverwarming tegenwoordig?

A

Voorverwarming gebeurt vandaag ook nog steeds

  • maar dan elektronisch
  • zelfs bij directe inspuiting
  • gebeurt vaak zelfs al bij openen van deur
39
Q

voorverwarming door middel van …

A
  • gloeibougie (België)
  • gloeistift of -pen (Nederland)
40
Q

Hoeveel wielen heeft een auto?

A
  • minstens vier
  • autocar en vrachtwagen zijn ook auto’s!
41
Q

drukverandering tijdens compressieslag?

A
  • ODP: 5 bar
  • BDP: 30 bar
42
Q

algemene regel krachtoverbrenging tandwielen in auto

A

altijd ‘reductie’, dus van klein naar groot tandwiel

43
Q

termen van en rond kleppen

A
  • klepsteel
  • klepschotel
  • klepzitting
  • klepveer
44
Q

welke kleppen grootst?
+ reden

A
  • inlaatkleppen
  • uitlaatproces is namelijk gemakkelijker
45
Q

oorzaak stilvallen

A

koppeling te snel / bruusk loslaten

=>

“draaiende massa” heeft te weinig kracht om de “stilstaande massa” in beweging te brengen

46
Q

drie functies van de vijf versnellingen

+ termen

A
  • 1 tot 3
    • “reductie”
    • snelheid vermindert, kracht vermeerdert
  • 4
    • “prise-direct”
    • snelheid en kracht worden niet gewijzigd
  • 5
    • “overdrive”
    • snelheid vermeerdert, kracht vermindert

“versnellingsbak” zou dus beter “vertragingsbak” heten

47
Q

basiskracht verbrandingsmotor

A

‘expansie’

(dus niet ontploffing)

48
Q

“slaglengte”

A
  • afstand tussen
    • ODP (onderste dode punt)
    • BDP (bovenste dode punt)

bepaalt mee het ‘slagvolume’

49
Q

verschil zuigers twee- en viertaktmotor

A
  • tweetakt
    zuigerkop = bol
  • viertakt
    zuigerkop = hol
50
Q

voltage bougie

A

ca. 30.000 V

51
Q

drie types verbrandingsmotor
volgens uitlijning cilinders

A
  • lijnmotor
    • cilinders staan of liggen in één lijn achter elkaar
    • hoe meer cilinders, hoe langer de motor wordt, zodat inbouwlengte nadeel wordt
  • boxermotor
    • cilinders horizontaal
    • kleinere inbouwhoogte
    • erg stabiel door laag zwaartepunt
  • V-motor
    • cilinders in hoek van meestal 60° of 90° opgesteld tegenover elkaar
    • inbouwlengte kleiner dan bij lijnmotor maar wel breder
    • bv. V6 of V8
52
Q

termen veren rond zuiger

A
  • compressieveren
    • meestal twee
  • olieschraapveer
    • meestal één
  • zuigerveerslot
    • opening in elke ringvormige veer
    • verschillende openingen mogen niet boven elkaar uitgelijnd zijn want dan geen volledige afdichting meer
53
Q

indirecte inspuiting gebeurt waar?

A
  • diesel
    • wervelkamer
  • benzine
    • op inlaatklep
54
Q

“boring”

A

de inwendige diameter van een cilinder

55
Q

“compressieruimte”

A

de ruimte boven de zuiger die in het BDP staat

56
Q

“vermogen”

A

verrichte arbeid binnen een bepaalde tijd

57
Q

“koppel”

synoniem + verklaring

A
  • synoniem = ‘draaimoment’
  • de slagkracht van de krukas
58
Q

wie hoogste rendement?

(benzine of diesel)

A

diesel

59
Q

distributie

A

de verbinding tussen

  • krukastandwiel
  • nokkenastandwiel

kan bestaan uit

  • riem
  • ketting
  • tandwielen
60
Q

functie starterskrans

A

het vliegwiel in beweging brengen door ingrijping van het rondsel van de startmotor

61
Q

twee rakende elementen aan lager

A
  • bovenaan ‘lagerkap’
  • onderaan ‘lagerschaal’
62
Q

uniek element bij monopoint

A

‘inlaatspruitstuk’

63
Q

krukaspoelie

A
  • aangedreven door krukas
  • drijft zelf aan:
    • getimede distributieriem (of -ketting of -tandwielen)
      • nokkenas
      • ontsteking
      • brandstofpomp
    • niet-getimede multiriem (vroegere ‘V-riem’, oude wagens)
      • ventilator
      • alternator
      • pompen
        • stuurbekrachtiging
        • olie
        • airco
        • koelvloeistof
64
Q

ideale verhouding lucht / brandstof

A
  • 14,7 op 1
  • nooit andersom uitdrukken
  • afgerond 15 kg (= 12.000 liter) lucht per 1 kg brandstof
65
Q

teken en benoem aanzuigsysteem olie

A

zie afbeelding:

  • carter
  • groffilter
    • = oliezeef
    • houdt grofste vuil tegen
  • aanzuigbuis
  • oliepomp
    • zuigt olie uit carter
  • oliefilter(s)
    • houden kleinere vuildeeltjes tegen
  • galerij
    • nokkenas
    • krukas
66
Q

teken en benoem aanzuigsysteem brandstof

A

zie afbeelding:

  • brandstoftank
  • brandstoffilter
  • brandstofpomp lage druk
  • brandstofpomp hoge druk
  • inspuiting
    • bv. multipoint met common rail

(beide pompen soms samengevat in één pomp)