Midden-oosten Flashcards

1
Q

Islam (4)

A

-letterlijke betekenis: onderwerping of overgave (aan Allah)
-aanhangers: Moslims (gehoorzaam aan god)
-sinds de 7de eeuw na christus (600-700)
-belangrijkste persoon: Profeet Mohammed:
+ visioen (via engel contact met Allah)
+boodschap later opgeschreven in koran
+veel elementen uit Joodse en Christelijke religie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie heilige plaatsen

A
  • Mekka: heiligdom Ka’aba (steen)
  • Medina: toevluchtsoord voor Mohammed
  • Jeruzalem: plek waar de profeet naar de hemel is opgestegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Jihad

A

Verspreiding en bescherming van geloof (de heilige oorlog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oemma

A

Geloofsgemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Koran (6)

A
  • is voordracht
  • spreekt vol respect over de andere heilige boeken
  • in het Arabisch
  • hoofdstukken (Soera’s)
  • niet chronologisch
  • op volgorde van lengte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hadith

A

Dat wat verteld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De meest heilige teksten naast de Koran: (2)

A
  • hadith

- de overleveringen van Mohammed en zijn volgelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sharia

A

Islamitische wetgeving= hadith + koran

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

-de vijf zuilen van de Islam:

A
  • shahada: geloofsbelijdenis, een uitspraak waarbij je benadrukt dat je een geloof gelooft
  • salat: 5 maal bidden per dag
  • zakat: geven van aalmoes
  • ramadan (sawm): maand lang overdag vasten
  • hadj: de bedevaart van Mekka
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gebruiken binnen de islam

A
  • halal= toegestaan binnen islam
  • Haram= niet toegestaan binnen islam
  • geen alcoholgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stromingen

A
  • soenieten
  • sjiiten
  • verschillen niet zozeer op het gebied van geloofsfeer en religieuze verplichtingen maar wel op gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken, verschillende versies van de Hadid worden gehanteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Arabieren bouwen een imperium op: Drie periodes

A
  • 622-632: veroveringen onder Mohammed (het Arabisch schiereiland)
  • 632-661: veroveringen onder de Rashidun, de Levant, Egypte, Mesopotamië en Perzië .
  • 661-750: veroveringen onder de Umayyaden, Sindh, Noord-Afrika en Iberisch schiereiland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De Rashidun

A

De eerste 4 opvolgers na Mohammed (631-661)

  • 1e Abu Bakr
  • 2e Umar
  • 3e Uthman
  • 4e Ali
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

622

A

Hijrah (islamitische jaar 0), de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

711

A

Tarik valt het Iberisch schiereiland binnen (steekt over bijnGibralTAR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

732

A

Slag bij Poitiers (Zuid-Frankrijk: moslims worden daar gestopt door Karel Martel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oorzaak van snelle veroveringen

A
  • godsdienstig enthousiasme
  • strijdlustige aard van Arabische bedoeïenen
  • overbevolking in Arabië
  • oorlog tussen Perzen en Byzantijnen
  • verdraagzaamheidhouding van de Islam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

750

A

Abbasiden verslaan Ummayaden -> Ummayaden vluchten naar Spanje, Cordoba (splitsing -> 2 kalifaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

868

A

Fatimiden stichten kalifaat Egypte, Cairo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

914-1492

A

Reconquista (de herovering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

1096-1272

A

Kruistochten (om Israel te heroveren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kalifaat

A

Een staat geregeerd door een kalief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kalief

A

Hoofd van een kalifaat, erfgenaam van Mohammed, symbool voor de eenheid van de Oemma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

1258

A

Mongolen plunderen Bagdad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Dar al islam

A

‘Het Huis van de vrede’ het gebied waarover de Islam heerst dus waar de Sharia wetgeving.

  • binnen de dar al islam kunnen moslims sterven naar zuiverheid. Tawhid of Shjirk
  • binnen de dar al islam is ruimte voor andere religies maar ze moeten wel speciale belasting betalen binnen het kalifaat waar ze wonen (jizza) Dhimmi (mensen van het boek) joden en christenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Dar al Harb

A

‘Het Huis van oorlog’ het gebied dat nog niet onder Sharia valt

27
Q

Tawhid

A

Iemand die de islam goed opvolgt, zuiver

28
Q

Shjirk

A

Iemand die de islam niet goed opvolgt, niet zuiver

29
Q

11de en 13de eeuw

A

Seljuken vallen Perzië binnen

30
Q

Later 13de eeuw

A

Opvolgers Seljuken -> Ottomanen

31
Q

1453

A

Val van constantinopel, veroveringen van de Balkan

32
Q

De ondergang van het Turkse imperium gedurende de 17de en 18de eeuw

A
  • geen oorlogen-> geen oorlogsbuit
  • daarom geldleningen West-Europa -> voorrechten aan west Europese staten
  • pogingen tot modernisering -> opkomst Arabisch nationalisme
33
Q

Gevolgen industrialisatie 19de eeuw zorgden voor belangstelling West-Europa voor Midden-Oosten

A

-grondstoffen: katoen, ijzererts, olie
-afzetgebied voor Europese producten
-verbindingsweg naar Azië via zee (1869 suezkanaal bij egypte)
-West-Europese kooplieden vestigen zich -> extraterritoriale rechten
-Frankrijk en Groot-Brittannië bezetten grote delen van het Ottomaanse rijk: Frankrijk; Marokko, Algerije en Tunesië
GB: Egypte en Sudan , verovert vanwege veiligstelling Suezkanaal

34
Q

Reacties op West-Europese overheersing

A
  • fundementalisten: De Koran en Sharia zijn verkeerd geïnterpreteerd, de invloed van Europa terugdringen betekent terugweg naar zuivere Islam.
  • reformisten: De Koran en Sharia zijn verkeerd geïnterpreteerd, maar ideeën uit Europa kunnen helpen de Islamitische wereld weer sterk te maken
35
Q

18de en 19de eeuw

A

West-Europees imperialisme en nationalisme bij bevolkingsgroepen binnen het Ottomaanse rijk

36
Q

Ondergang Ottomaanse rijk

A
  • door de invloed van het westen kwam er scherpe kritiek op het beleid van de sultan.
  • de sultan Abdulhamid 2 besloot meer nadruk te leggen op zijn functie als kalief
  • 1908: groep officieren neemt de macht over
37
Q

Jonge turken

A
  • nieuwe sultan Mehmet de 5de

- Turkse cultuur moet met harde hand worden opgelegd, zowel Westerse als Islamitische cultuur is ondergeschikt

38
Q

1915

A

Slachting onder de Armeniërs (Armeense genocide)

39
Q

1921-1922

A

Grieks-Turkse oorlog

  • generaal Mustafa Kemal Atatürk weet de regering af te zetten en een liberaal nationalistische regering op te zetten.
  • weet veel gebied terug te veroveren na strijd in Griekenland
  • gewonnen door Turken-> Turkije word republiek met president
40
Q

1923

A

Verdrag van Lausanne
Daarin worden de huidige staatsgrenzen van Turkije bepaald, heel stuk teruggenomen van wat hun afgenomen was door Verdrag van Sèvres. -> verdrag van Sèvres ongedaan gemaakt

41
Q

Volgorde vanaf wo 1

A

Eerste wereldoorlog -> Sevrès -> Grieks-Turkse oorlog -> Lausanne

42
Q

1920

A

Verdrag van Sevrès
Verdrag na eerste wereldoorlog: opdeling van het Ottomaanse rijk wordt bepaald: -Brits mandaatgebied (irak)
-Frans mandaatgebied (Syrië)
-britse en franse verantwoordelijkheid: gebieden klaarmaken voor onafhankelijkheid

43
Q

De regering van Atatürk wilde van Turkije een moderne staat maken (6)

A
  • het kalifaat werd opgeheven -> scheiding tussen godsdienst en (moskee)staat. Atatürk wordt president
  • openbaar (westers) onderwijs door docenten i.p.v. Islamitisch onderwijs door geestelijken
  • vrouwen kregen dezelfde rechten als mannen, polygamie werd verboden (man heeft meerdere vrouwen) sluier niet verboden maar afgeraden.
  • Islamitische kledij als Fez en Tulband werd verboden, aanmoediging om westers te kleden.
  • de infrastructuur werd verbeterd: wegen, bruggen, spoorlijnen, havens etc.
  • nieuwe industrieën: fabrieken “minaretten van Atatürk” de schoorstenen
44
Q

Minaretten van Atatürk

A

De schoorstenen van de nieuwe fabrieken -> industrialisatie

45
Q

Tegenstanders Atatürk

A

Vooral op het platteland:

  • grootgrondbezitters: landhervormingen kunnen niet doorgaan
  • islamitische geestelijken
46
Q

2de belofte: Frankrijk en GB verdelen gebied

A

Sykes-Picot verdrag 1916
Geheim verdrag gesloten tussen Frankrijk en GB, verdeling van invloedssferen in het Midden-Oosten als het Ottomaanse rijk eerste wereldoorlog zou verliezen. Wordt geen rekening gehouden met de Arabieren.

47
Q

1915-1916 (1)

A

Beleg van Kut

Zware tegenstand, veldslag: Britten trekken Kut in en worden omsingeld door Ottomanen.

48
Q

Mesopotamië campagne

A

Britten langs de Tigris richting Anatolië

Vertraging -> Britten bereiken Anatolië niet voor het eind van de oorlog door beleg van Kut

49
Q

Sinai Palestina campagne

A

Britten nemen vanuit Egypte de overmaat via Senaiwoestijn en Palestina en verslaan ze de Ottomanen en nemen het rijk weer in.

50
Q

1888-1935

A

T.E. Lawrence, Lawrence of Arabia. Hitst Arabieren op tegen Turkse heersers.

51
Q

1915-1916 (2)

A

The Hussein-Mc Mahon Correspondence
Sayyid Hussein bin Ali, Sharif van Mekka
Sir Henry McMahon, British high commisioner in Egypte
Mcmahon doet 4 beloftes

52
Q

1e belofte

A

McMahon belooft Midden-Oosten aan Hussein (GB)

53
Q

3e belofte

A

Balfour verklaring 1917 (GB)

  • er moet een national home for jewish people komen (belofte is niet gehouden)
  • Israel in Palestina
  • mnr. Rothschild; zeer belangrijke jood waar McMahon mee schreef
54
Q

4e belofte

A

(Niet van GB maar van VS)
Veertien punten van Wilson:
-verbod op geheime diplomatie (1)
-vrijheid van scheepvaart (2) (suezkanaal -> toegang tot oosten)
-zelfbeschikkingsrecht voor de volkeren binnen het Ottomaanse rijk (12) (het recht om je eigen staat te besturen zonder invloed van buitenaf)
-oprichting van een volkenbond (14)

55
Q

Uiteindelijke uitkomst na de eerste wereldoorlog

A
  • irak, Jordanië, Palestina onder invloed van GB

- Libanon, Syrië onder invloed van Frankrijk. Mandaatgebieden tot de 2de wereldoorlog

56
Q

Mandaat

A

Een recht, in dit geval het recht om zelf te regeren.

57
Q

Het midden-oosten voor de eerste wereldoorlog

A
Ottomaanse gebieden:
-Anatolië
-Mesopotamië
-Levant
-Hejaz (westkust van het Arabische schiereiland)
Britse gebieden:
-egypte: protectoraat sinds 1914
-Koeweit: protectoraat sinds 1899
58
Q

Protectoraat

A

Een staat waarover een sterkere staat beschikking heeft, formeel zijn het aparte staten maar de sterkere staat maakt in het protectoraat dienst uit.

59
Q

Britse campagnes tijdens eerste wereldoorlog

A
  • Mesopotamië campagne
  • Sinaï Palestina campagne
  • > Britten willen graag hulp van de Arabieren tegen de Ottomanen
60
Q

1916

A

De grote Arabische opstand
Sjarief Hoessein ibn Ali -> koning van Hejaz
-grote onafhankelijke Arabische staat komt er niet

61
Q

Zoons van Sjarief Hoessein ibn Ali

A

Faisal ibn Hoessein en Abdoellah ibn Hoessein (vochten mee in de opstand)

62
Q

1926 en 1932

A

ibn Saud koning van de Nejd en Hejaz

1932 koning van Saudi Arabië

63
Q

Faisal en Abdoellah ibn Hoessein

A
  • Faisal roept zichzelf uit in 1920 tot koning van Syrië -> Frankrijk jaagt hem weg
  • Faisal wordt koning van Irak in 1921
  • Abdoellah wordt Emir van Transjordanië in 1921 (hoge adelraad)