china 1925-1986 Flashcards

1
Q

1925

A

dood van Sun Yat-Sen, chiang kai-sjek neemt over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1986

A

moderniseringsproces onder Denk Xiaoping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

periode van Chinese keizerrijk

A

221 V.C.-1912

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dynastie

A

familie van de keizer en opvolgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dynastieke cyclus

A

het overgaan tot een volgende dynastie en het proces daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hemels mandaat

A

door de hemel gegeven recht om China te besturen op basis van kwaliteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zoon des hemels

A

keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de verboden stad

A

de stad van waaruit de Ming en Qing keizers China bestuurden (1368-1912)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

modern imperialisme (1870-1914)

A

europa heeft steeds meer macht over landen buiten europa (europese expansie) oorzaken: politiek, economisch, ideologisch en industrieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

handel met europa

A
  • tot 1453 via zijroute (constantinopel)
  • Portugezen, nederlanders en vooral britten nemen interne handel in china over
  • opium wordt belangrijkste product.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opiumoorlogen

A

twee oorlogen tussen china en groot brittanie tussen 1839-1860 vanwege britse opiumsmokkel in china. GB wint omdat china erg achterloopt qua modernisering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verdrag van Tianjin

A

GB,FR,VS en Rusland kregen permanent aanwezige vertegenwoordigers in Peking (door opiumoorlogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

extra territoriaal

A

eigen grondgebied waarover je zelf niets kan beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nieuwe verdragshavens

A

11 stuks vbden:

  • de Jangtsekiang tot aan Hankou werd opengesteld voor buitenlandse schepen
  • China moest schade vergoedingen betalen aan GB en FR
  • Opiumhandel werd gelegaliseerd!
  • religieuze vrijheid in China werd gelegaliseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eerste chinees- Japanse oorlog

A

1884-1885 over korea. keizer moet weg -> china niet mee eens -> japan verslaat china

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verdrag van Shimonoseki

A

korea onafhankelijk, eind chinees japanse oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bokser-opstand

A

1899-1901 Taoisten gebruiken taoïstische rituelen
gericht tegen westers imperialisme op gebied van:
-handel
-politiek
-religie
-technologie
achtlandenalliantie slaat opstand neer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Taoisten

A

religieuze stroming die ingaat op de natuur en emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Sun Yat-Sen

A

1866-1925 -geboren in Makao

  • opleiding door christenen
  • 1905 kuo min-tang opgericht
20
Q

Drie volksbeginselen

A
  • Nationalisme: china moest loskomen van de imperialistische invloeden van het westelijke
  • invoering van een democratie-> Burgeois democratie (zoals in EU en VS)
  • Welvaart voor het volk
21
Q

laatste keizer

A

1911 Pu Yi

22
Q

Warlords

A

krijgsheren, versplinterd China veel mensen claimen een stuk en die heten warlords

23
Q

1921

A

SU helpt sun yat sen aan de macht te komen

24
Q

Mao Zedong

A

-kiest voor de ‘rurale weg’ van de revolutie
-agrarisch communisme: steun van de boeren is een voorwaarde voor het succes van de revolutie
-‘de grote roerganger’
-partijleider van de communistische partij: 1935-1976
-leider van de volksrepubliek china 1949-1976
1976 overlijdt hij

25
Q

volksrechtbanken

A

zelfbeschuldiging en heropvoeding

26
Q

chiang kai-sjek

A

-japanners zijn een ziekte van de huid, communisten een hartziekte (van binnen)

27
Q

guerrilla

A

ongeregelde kleine bewapende groepen die verzet plegen tegen het reguliere leger

28
Q

1934-1935

A

de lange mars naar Yanan: communisten vluchten voor het nationalistische leger/Chiang kai-sjek. te voet naar het westen van china

29
Q

1945-1949

A

oorlog tussen communisten en nationalisten , mao en de communisten winnen -> volksrepubliek china

30
Q

chiang na verslagen door mao

A

vlucht naar Formosa (Taiwan), nog steeds ‘Nationalistische’ republiek China

31
Q

Mao’s programma ‘roering’ (3)

A
  1. schade van burgeroorlog en oorlogen met japan herstellen
  2. economische ontwikkeling op gang brengen:
    - banken, media en industrie wordt genationaliseerd
    - landhervormingen
    - planeconomie-> geen marktwerking
  3. china een communistische staat maken-> traditionele samenleving afbreken. -vrouwenemancipatie
    - onderwijshervormingen
    - antichristelijke campagne
32
Q

containment politiek

A

politiek die gevoerd werd door de VS die erop gericht was de verspreiding van het communisme tegen te gaan

33
Q

domino-theorie

A

theorie die inhield dat zonder tegenstand de wereld land voor land in handen zou vallen van het communisme

34
Q

Sovjet-Unie

A

marxisme->leninisme->stalinisme->destalinisatie

heeft haat/liefde verhouding met China omdat Su erg afwijkt van officiele communisme

35
Q

China (na 1949)

A
  • maoisme-> communisme gebaseerd op denkwijze mao zedong

- partijcongressen -> bijeenkomsten van de volkspartij waarin de wijze van bestuur wordt besproken

36
Q

honderd bloemen campagne

A

communisme kan wel op 100 verschillende manieren tot uitwerking worden gebracht. ‘laat honderd bloemen bloeien’

37
Q

maoïsme (3 kenmerken)

A
  1. belang van het platteland is groot
  2. permanente revolutie ipv bureaucratie -> een land besturen met regels
  3. gelijkheid
38
Q

omsingelcampagne

A

steden omsingelt door boeren, je moet het platteland winnen en dan zullen de steden zich overgeven aan het communisme

39
Q

de grote sprong voorwaarts

A

maatregelen om china op korte termijn de achterstand op het westen in te laten halen:
-mussencampagne voor de landbouw maar dat werd hongersnood aangezien de mussen de insecten aten die het voedsel van mensen aten.
-volkscommunes-> autarkische dorpen 125000 man in 1 volk geen contact met de buitenwereld nodig-> gedwongen verhuizingen
-ijzer smelten-> in ovens -> ijzerproductie mislukt
uiteindelijk dus 1 grote mislukking

40
Q

de culturele revolutie

A

revolutie die moest afrekenen met de ‘vier oude zaken’

  • oude gewoonten
  • oude ideeën
  • oud geloof
  • oude cultuur
41
Q

Rode gardisten

A

de kinderen van de arbeiders, boeren, soldaten, partijleden of van ouders die voor 1949 in strijd voor het communisme waren gesneuveld.

  • afrekenen met de vier oude zaken
  • permanente revolutie in stand houden
  • afrekenen met ‘de negende categorie’(leraren)
  • leren uit het rode boekje (beleid van mao)
42
Q

polyvalent

A

onderwijs is niet nodig, je leert alles in de praktijk

43
Q

muurkranten

A

->renegatendom (mensen schrijven als ze mensen verdenken niet communist te zijn (soort roddelen) zodat daar niks meer mee te maken is)

44
Q

kunst in dienst van volk, revolutie en partij

A
  • oude confucianistische kunst diende vernietigd te worden
  • oude keizerlijke kunst ook
  • westerse kunst ook
45
Q

ping-pong diplomatie

A

1971 vriendschappelijke tafeltenniswedstrijden tussen de VS en China. geheime diplomatieke missie van Henry kissinger. banden tussen Vs en China moeten enigszins hersteld worden voor wereldvrede.