Management thema 12 Flashcards

1
Q

Waarom is financieel management belangrijk?

A

Gaat erom dat je een beeld hebt v/d financiele situatie van een bedrijf. Kan je uiteindelijk met je bedrijf gezond worden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste pijlers van financiele management?

A
  • Investeringen
  • Kosten
  • Opbrengst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hoort bij investeringen?

A
  • Inventaris
  • Materiaal
  • Gebouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat hoort er bij kosten?

A
Vaste kosten:
- Huur
- Gas, water + licht verzekering
Variabele kosten:
 - Gas + licht
- Manuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hoort er bij opbrengst?

A
  • Wat komt er aan geld binnen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een budget?

A

Maximaal toegestane bedrag aan kosten, waarbinnen een taak uitgevoerd moet worden.
Budget geeft jouw de mogelijkheid om te sturen/in controle te zijn over financiele situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende budgetten?

A
  • Activiteitenbudget
  • Resultatenbudget/ investeringsbudget
  • Kostenbudget
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt activiteiten budget in?

A
  • Budget hangt af v/d omvang van activiteiten

- Afhankelijk van verwachte omzet, verwachte afname + inkoopprijzen van grondstoffen en/of handelsgoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt resultatenbudget . investeringsbudget in?

A

Geven aan welke investeringsprojecten in het boekingsjaar zullen worden uitgevoerd + tegen welke maximale kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt kostenbudget in?

A

Vast budget:

  • Per periode een vast bedrag toekennen aan een afdeling, onafhankelijk van benodigdheden
  • Kosten zoals apparatuur kosten

Variabel budget:

  • Budget hangt af v/d hoeveelheid activiteiten die uitgevoerd worden + daarbij behorende kosten
  • Kosten hangen af van frequentie van gebruik + hoeveelheid activiteiten van afdeling

Gemengd budget:
- Zowel vast- als variabel budget

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe maak je een prognose voor de omzet van fysiotherapiepraktijk?

A

1) Bepalen v/d PT in de regio
2) Bepalen v/d bezettingsgraad in regio (aantal FT)
3) Bepalen van doelgroep, hoeveel procent v/d PT hebben deze aandoening
4) Wat zijn de begrootte kosten? vaste + variabele kosten
5) Hoeveel verdien je per PT?
6) Hoeveel winst blijft er per behandeling over?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een jaarrekening?

A

Jaarlijks (eind) verslag v/d financiele situatie van onderneming. Deze bestaat uit winst- + verliesoverzicht, balans & kasstroominzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke verschillende jaarrekeningen bestaan er?

A
  • Interne (bedrijfseconomische) jaarrekening

- Externe (fiscale) jaarrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt interne (bedrijfseconomische) jaarrekening in?

A
  • Opgesteld door management
  • Geen wettelijke eisen
  • Werkelijke situatie, VB: stille reserve, voor aanpassing van beleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt externe (fiscale) jaarrekening in?

A
  • Verplicht
  • Vereist wettelijke normen
  • Bepaalt fiscale winst v/d organisatie
  • Nodig voor aangifte bij belastingsdienst
  • Wordt door accoutant gemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt stille reserves in?

A
  • Het verschil tussen interne- & externe jaarrekening

- Komt pas ter beschikking wanneer het praktijkgebouw wordt verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is financiele balans?

A

Balans is het evenwicht tussen activa en passiva. Deze wordt aan het einde van het jaar opgesteld

18
Q

Wat hoort er bij Debet, Activa?

A

Liquide middelen:

  • Kas
  • Bankrekening

Vlottende activa:
- Debiteuren (krijg je geld van)

Vaste activa:

  • Pand/gebouw
  • Buro
  • Behandelbank
  • Fitnessapparatuur

Bedrag gelijk aan credit

19
Q

Wat hoort er bij Credit, Passiva:

A

Eigen vermogen
Voorzieningen (geld voor later)

Vreemd vermogen kort:
- Kortlopende lening <1 jaar

Vreemd vermogen lang:

  • Lang lopende lening >1 jaar
  • Hypotheek

Bedrag gelijk aan debet

20
Q

Wat is Activa?

A

Waar het bedrijf actief mee is, VB: in een winkel is er ruil van goederen

21
Q

Wat is Vlotte Activa?

A

Zijn zaken die snel omgezet kunnen worden in geld, zoals voorraden, die korte tijd aanwezig zijn in een bedrijf

22
Q

Wat is Vaste Activa?

A

Zaken die niet snel (in een jaar) omgezet kunnen worden in geld. Zijn langere tijd aanwezig in een bedrijf

23
Q

Wat is Passiva?

A

Hoe je je bedrijf gefinancieerd hebt, waar het geld vandaan is gekomen

24
Q

Wat is Eigen Vermogen?

A

Vermogen van de eigenaren van bedrijf

25
Q

Wat is Vreemd vermogen?

A

Vermogen dat niet v/d eigenaren is (schuld)

26
Q

Wat is een kasstroomoverzicht?

A

Geeft totaalbeeld van gebruik + herkomst van geldstromen van organisatie in een bepaald tijdsbestek. Hoeveel geld gaat er in + uit een bedrijf

27
Q

Wat geeft de operationele kasstroom weer?

A

Hoeveel er is ontvangen door verkoop van goederen of leveringen van diensten in een boekjaar

28
Q

Wat is een financiele ratio?

A

Kerngetallen die veel gebruikt worden als financieel analyse instrument. De ratio’s zeggen iets over financiele gezondheid van bedrijf. Ratio’s kunnen worden berekend uit gegevens v/d jaarrekening

29
Q

Welke ratio domeinen zijn er?

A
  • Rentabiliteit
  • Liquiditeit
  • Solvabiliteit
30
Q

Wat houdt Rentabiliteit in?

A

Geeft aan hoeveel winst een bedrijf maakt t.o.v. het vermogen dat is geinvesteerd. Hoe groter de winst t.o.v. schulden, hoe gezonder het bedrijf

  • Nettomarge= nettowinst/omzet
  • Rentabiliteit totaal vermogen = nettowinst/totale vermogen
  • Rentabiliteit eigen vermogen= nettowinst/ eigen vermogen
31
Q

Wat houdt liquiditeit in?

A

Geeft inzicht of een organisatie op korte termijn kan voldoen aan financiele verplichtingen

32
Q

Wat houdt solvabiliteit in?

A

Geeft inzicht of een organisatie in het geheel aan zijn financiele verplichtingen kan voldoen (kort- & lang vreemd vermogen)

33
Q

Welke aspecten kenmerken een bedrijf?

A
  • Structuur: vorm van opbouw binnen bedrijf
  • Cultuur: normen, waarden, overtuigingen & tradities
  • Bedrijfsprocessen: reeks afhankelijke taken wat leidt tot resultaat
34
Q

Welke 3 organisatievormen heeft een bedrijfsstructuur?

A
  • Verticale structuur
  • Horizontale structuur
  • Netwerk organisatie
35
Q

Wat zijn de verschillende kenmerken van een bedrijfscultuur?

A
  • Duidelijke klantenfocus
  • Sterke drang naar kwaliteit + service
  • Innovatie op 1ste plaats zetten
  • Snel aanpassen en ontwikkelen mbt omgeving
  • Kostenfocus
36
Q

Waarom wordt er in processen gedacht?

A
  • Gestructureerde weg naar output, klantgericht
  • Kostenbeheersing
  • Samenhang
  • Inzicht + overzicht
  • Stuur informatie voorziening
37
Q

Wat zijn de activiteiten van het primaire proces in fysiotherapie?

A

Primaire processen dragen direct bij aan productwaarde. Hieronder vallen:

  • Ingaande logistiek: goederen, klantenontvangst, etc.
  • Operaties: produceren + leveren van diensten
  • Uitgaande logistiek: Distributie/serviceverlening
  • Marketing & verkoop
38
Q

Wat zijn de activiteiten bij secundair proces in fysiotherapie?

A

Ondersteunend proces van primaire proces. Hieronder vallen:

  • Infrastructuur: planning + financien, etc.
  • Menselijk kapitaal + management: personeelsmanagement
  • Technologieontwikkeling + werving
  • Verwerving
39
Q

Wat zijn de verschillende processen in fysiotherapie

A

Primair:

  • Anamnese & screening
  • Klinimetrie
  • evaluatie
  • Zorgplan

Secundair:

  • Werk receptioniste
  • Personeelsmanagement
  • Schoonmaak
  • Inkoop noodzakelijke materialen
40
Q

Wat is HKZ?

A

Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de ZOrgsector geeft aan of instelling voldoet aan kwaliteitseisen

41
Q

Wat zijn de doelen van HKZ certificering?

A
  • Continue kwaliteitsverbetering
  • Bewijs naar extern
  • Beheersbaarheid
  • In control