literatuur wc mengen tekst 4 (mixing) part 2 Flashcards

1
Q

leg het verschil uit tussen de 3 mechanismen van segregatie; size segregation (percolation), density segregation, trajectory segregation.

A

3 mechanismen van segregatie:

  1. size segregation (percolation): segregatie door verschil in deeltjesgrootte. de kleine deetjes scheiden zich van de grotere deeltjes.de kleine deeltjes gaan in de open rumtes tussen de grotere deeltjes zitten. (percplation)

size segregation hang af van de eigenschap van de deeltjes zoals vorm en deeltjesgrotte.

sferische deeltjes zijn makkelijker te mengen dan andere vormen van deeltjes. platte of naaldvormide deeltjes verlengen de mengtijd vanwege hun neiging om te aggregeren.

2.density segregation: de deeltjes met de grotere dichtheid worden door de zwaartekracht meer naar beneden getroken. dus de deeltjes met de grotere dichtheid zitten onderin en de deeltjes met de kleinere dichtheid boven.
> bij een trillend oppervlak geldt het andersom, de deeltjes met grotere dichtheid zitten boven en de kleinere onderin.

  1. trajectory segregation: de deeltjes reist een afstand af die evenredig is met het kwadraat van de diameter. dus de grotere deeltjes zullen richting de wanden van de menger gaan en de kleinere deeltjes blijven in het midden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem de drie segregaties die bij ordered mixing kan optreden.

A

seggregatie bij orderd mixing:

  1. ordered unit segregation
  2. displacement segregation
  3. saturation segregation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg de drie segregaties bij orderd mixing uit.

A

seggregatie bij orderd mixing:
1. ordered unit segregation: gebeurt door verschil in deeltjesgrootte tussen de DRAGERDEELTJES. leidt tot oneerlijke verdelig van het gm over de dragerdeeltjes.

  1. displacement segregation: een component uit de mengsel competeteert voor een plek op de dragerdeeltje. de geneesmiddeldeeltjes worden van de dragerdeeltjes verdrongen.

hierdoor kan ontmenging/seggregatie ontstaan. => size segregation.

  1. saturation segregation: overtollige componenten waarvoor geen plaats op e dragerdeeltjes beschikbaar is zorgen voor percolation segregation.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem de twee manieren om de mate van segregatie te kwantificeren.

A

kwantitificeren van de mate van segregatie:
1.scale of segregation (omvang) => Convectief mengen verminderd de Scale of segregation. (CS)

2.intensity of segregation (intensiteit) => Diffusionaal mengen vermindert de Intensity of segregaion. (DI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bij orderd mixing heb je displacement segregation: een component uit de mengsel competeteert voor een plek op de dragerdeeltje. de geneesmiddeldeeltjes worden van de dragerdeeltjes verdrongen.

hierdoor kan ontmenging/seggregatie ontstaan. => size segregation.

deeltjes die van de dragerdeeltjes los raken kunnen size segregation ondergaan.

hoe kan dit verminderd worden?

A

deeltjes die van de dragerdeeltjes los raken kunnen size segregation ondergaan. dit kan verminderd worden door:

  1. keuze hulpstoffen (mgstearaat competeteert met je farmacon)
  2. trillingen minimaliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mbv granuleren kun je de kans op seggregatie … .

A

mbv granuleren kun je de kans op seggregatie minimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

segregatie kan niet voorkomen worden maar het kan geminimaliseerd worden. hoe?

A

segregatie kan niet voorkomen worden maar het kan geminimaliseerd worden door:

  1. verschil in deeltjesgrootte aanpakken
  2. keuze type mixer (tumbler mixer ipv nautamix)
  3. voorkom hellende oppervlakken in machines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem de 2 catogorien waarin de mixers ingedeeld worden.

A

typen mixers:

  1. seggregating mixers
  2. nonsegregating mixers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bij het mengen moet men … en … mengen.

A

bij het mengen moet men driedimensionaal en random mengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noem de 3 manieren van mengen en leg ze uit.

A

3 manieren van mengen:
1. convectieve menging: circulerende bewegingen met de mixer.

  1. shear mixing: bestaat uit convectieve menging en er worden SlIP PLANES achter de SPATEL gevormd.
  2. diffusief mengen: deeltjes rollen over elkaar heen.
    de deeltjes worden in drum mixer gebracht en ze vallen met grote snelheid op het oppervlak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CONVECTIEF & SHEAR MIXING: geven een RUW MENGSEL omdat de deeltjes ONGESCHEIDEN gelaten worden.

A

… & … : geven een RUW MENGSEL omdat de deeltjes … gelaten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

…. geeft een true random mix.

A

DIFFUSIONAL MIXING geeft een true random mix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij … EN … heb je dezelfde deeltjesgrootte nodig want anders kan seggregatie optreden.

A

bij DIFFUSIONAL EN SHEAR MIXING heb je dezelfde deeltjesgrootte nodig want anders kan seggregatie optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

… mengen geeft als enige methode minimale segregatie.

A

CONVECTIEF mengen geeft als enige methode minimale segregatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

noem de 2 catogorien waarin de mixers ingedeeld worden. en geef ook aan welke manier van mengen bij elk categorie horen.

A

typen mixers:
1. seggregating mixers: shear of diffusive mixing. rond de as van de mixers zitten schotten. dit verbetert het mengsen vanwege de convectieve (circel) stromingen in het poeder. dit minimaliseert segregatie.

  1. nonsegregating mixers: convectief mengen. de menging is afhankelijk van de beweging van de deeltjes in het poeder. de seggregatie is in nonsegregating mixers is minder dan dat in seggregating mixers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een niet … mengsel kan de kwaliteit van het mengsel verbeterd worden bij een lange mengtijd.

bij een … mengsel kan de kwaliteit van het mengsel niet verbeterd worden bij het lang mengen. te lang mengen kan segregatie geven.

A

een niet segregerend mengsel kan de kwaliteit van het mengsel verbeterd worden bij een lange mengtijd.

bij een segregerend mengsel kan de kwaliteit van het mengsel niet verbeterd worden bij het lang mengen. te lang mengen kan segregatie geven.

17
Q

bij een … mengsel is een lange mengtijd vereist om een homogeen mengsel te krijgen.

A

bij een multicomponent mengsel is een lange mengtijd vereist om een homogeen mengsel te krijgen.

18
Q

voormengen kan de … verminderen. het geesmiddel wordt dan … met een klein hoeveelheid hulpstof. het verkregen mengsel wordt dan verder gemengd met de rest van de … .

A

voormengen kan de mengtijd verminderen. het geesmiddel wordt dan voorgemengd met een klein hoeveelheid hulpstof. het verkregen mengsel wordt dan verder gemengd met de rest van de hulpstoffen.

19
Q

noem de regels bij het samplen (3)

A

regels samplen:

  1. sample bij een stromend, in beweging zijnd poedermengsel
  2. sample over gelijke tijdsperiode
  3. neem veel samples (steeds dezelfde hoeveelheid); hoe meer samples je neemt des te kleiner de error.
  4. neem steeds dezelfde grootte smaples; nemen van grote samples is duur en verspilling.
  5. hoe meer samples je neemt des te kleiner de error.
20
Q

noem nadelen van sample thief

A

nadelen van sample thief:

  1. het is moeilijk om uit stromend poedermengsel te prikken
  2. de deeltjes kunnen kapot gaan
  3. segregatie kan optreden
21
Q

vertel wat over de tumbler mixer (turbula)

A

de tumbler mixer mengt droog vast materiaal. sommige materialen kunnen tijdens het mengen agglomereren.

22
Q

vertel wat over mixers met V en Y kegel blenders

A

mixers met V en Y kegel blenders; ongeschikt voor lichte deeltjes of fijn poeder. bij het mengen gaan deze deeltjes door de lucht zweven (verlies). hierdoor kan trajectory segregation optreden.

23
Q

vertel wat over fluidized bed mixer

A

fluidized bed mixer kost minder tijd en geld en geft minder seggregatie dan de conventionele mixers.

24
Q

wat is scale of scrutiny?

A

in een mengsel heb je gebieden waar segregatie heeft opgetrenden. DE KLEINSTE GEBIED in een mengsel waarmee je impergecties kunt meten is de scale of scrutiny. het kan een lengte, oppervlak of volume zijn.

als je een GROTE SCALE OF SCRUTINY of KLEINE DEELTJESGROOTTE hebt dan heb je meer deeltjes in je sample. dan lijkt het dat je met een homogeen mengsel te maken hebt.

25
Q

waarom is samplen belangrijk?

A

segregatie kun je niet voorkomen maar wel minimaliseren. omdat je segregatie niet kunt voorkomen is het samplen van een monster belangrijk.

26
Q

op … mengen (large scale) geeft een betere mengkwaliteit dan small scale.

Bij de large scale is de kans groot dat er … van de deeltjes aan de wand van de mixer plaatsvindt. daarom valideren.

A

op grote schaal mengen (large scale) geeft een betere mengkwaliteit dan small scale.

Bij de large scale is de kans groot dat er aDsorptie van de deeltjes aan de wand van de mixer plaatsvindt. daarom valideren.

27
Q

met coulter counter, zeven, microscoop kun je de … bepalen.

A

met coulter counter, zeven, microscoop kun je de deeltjesgrootte bepalen.

28
Q

bij onregelmatig gevormde deeltjes is de mengtijd … vanwege de agglomeratie. maar de lange mengtijd geeft meer kans op … . onregelmatige oppervlak/vorm heeft ook invloed op de … . slechte … geeft segregatie.

A

bij onregelmatig gevormde deeltjes is de mengtijd groter vanwege de agglomeratie. maar de lange mengtijd geeft meer kans op seggregatie. onregelmatige oppervlak/vorm heeft ook invloed op de stroming. slechte stroming geeft segregatie.

29
Q

vormverschille, deeltjesgrootte verschillen, dichtheidsverschillen tussen de deeltjes lijdt tot verhoging van de mengtijd en dus seggeregatie.

A

vormverschille, deeltjesgrootte verschillen, dichtheidsverschillen tussen de deeltjes lijdt tot verhoging van de mengtijd en dus seggeregatie.

30
Q

door deeltjesverkleining krijg je cohesieve krachten > … > … .

orderd mixing zet de cohesieve krachten om in … krachten.

A

door deeltjesverkleining krijg je cohesieve krachten > agglomeratie > segregatie. orderd mixing zet de cohesieve krachten om in adhesieve krachten.

31
Q

zeven of ultrasonificatie zijn deagglomeratie methoden

A

… of … zijn deagglomeratie methoden

32
Q

segregatie kan geminimaliseerd worden door?

A

minimaliseren van segregatie door:

  1. eigenschappen van de gm + hulpstofdeeltjes te veranderen
  2. granuleren
  3. geschikte type mixer kiezen
33
Q

mixers kunnen onderverdeeld worden in … en … mixers. de keuze van de mixer is afhakelijk van de neiging van de poeder om te … .

A

mixers lunnen onderverdeeld worden in segregating en nonsegregating mixers. de keuze van de mixer is afhakelijk van de neiging van de poeder om te seggregeren.

34
Q

na een bepaalde mengtijd wordt de … bereikt. als je verder mengt dan na het bereiken van deze … dan zal de sd weer toenemen. hierdoor vindt … plaats.

dus te lang mengen kan … geven. de mengtijd moet … gehouden worden om een … mengsel te krijgen.

A

na een bepaalde mengtijd wordt de minimale sd bereikt. als je verder mengt dan na het bereiken van deze minimale sd dan zal de sd weer toenemen. hierdoor vindt segregatie plaats.

dus te lang mengen kan segregatie geven. de mengtijd moet minimaal gehouden worden om een homogeen mengsel te krijgen.

35
Q

scale of scrutiny hoort bij het … .

samplen is vooral belangrijk als men van plan is om op te schalen (scale up).

het samplen moet … mogelijk gebeuren zodat een kwalitatief goed mengsel wordt verkregen.

A

scale of scrutiny hoort bij het … .

samplen is vooral belangrijk als men van plan is om op te schalen (scale up).

het samplen moet frequent mogelijk gebeuren zodat een kwalitatief goed mengsel wordt verkregen.

36
Q
  1. deeltjesgrootte
  2. vorm deeltje
  3. gehalte geneesmiddel; laaggedoseerd (laag gehalte) farmaca hebben van nature een hoge sd en dus een slechte CU. de hoge sd wordt voorkomen door meer deeltjes te nemen. hierdoor wordt de sd laag en je krijgt een betere CU.
  4. mengtijd; niet te lang mengen ander segregatie.
  5. … = samplen als poeder in beweging is.
  6. … neemt toe als de deeltjes verkleind worden > … > segregatie => … => geen homogeen mengsel => .. CU hoge sd.
A
  1. deeltjesgrootte
  2. vorm deeltje
  3. dichtheid deeltje
  4. gehalte geneesmiddel; laaggedoseerd (laag gehalte) farmaca hebben van nature een hoge sd en dus een slechte CU. de hoge sd wordt voorkomen door meer deeltjes te nemen. hierdoor wordt de sd laag en je krijgt een betere CU.
  5. keuze mixer
  6. mengtijd; niet te lang mengen ander segregatie.
  7. samplen: samplen als poeder in beweging is.
  8. cohesieve kracht: neemt toe als de deeltjes verkleind worden > aggregeren > segregatie => slechte menging => geen homogeen mengsel => slechte CU hoge sd.