literatuur wc mengen tekst 2 (solid dispersions) Flashcards

1
Q

De nieuwe geneesmiddelen zijn vaak … wateroplosbaar. Dergelijke geneesmiddelen hebben vaak … absorptieprofiel en sterk … BB omdat hun prestaties beperkt worden door de … .

A

De nieuwe geneesmiddelen zijn vaak slecht wateroplosbaar. Dergelijke geneesmiddelen hebben vaak onregelmatige absorptieprofiel en sterk variërende BB omdat hun prestaties beperkt worden door de dissolutiesnelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er worden een aantal pogingen gedaan om de … van bepaalde geneesmiddellen te veranderen, zodat men een … en meer … absorptie krijgt.

A

Er worden een aantal pogingen gedaan om de dissolutie van bepaalde geneesmiddellen te veranderen, zodat men een snellere en meer complete absorptie krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De deeltjesgrootte van het geneesmiddel is ook belangrijk bij de … vanaf de maagdarmkanaal naar de plaats van werking. Dit kan efficiënter gemaakt worden door het … van de … in de maagdarmkanaal door de deeltjes te … .

A

De deeltjesgrootte van het geneesmiddel is ook belangrijk bij de transport vanaf de maagdarmkanaal naar de plaats van werking. Dit kan efficiënter gemaakt worden door het verhogen van de dissolutiesnelheid in de maagdarmkanaal door de deeltjes te verkleinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de methoden om de DISSOLUTIESNELHEID te verhogen zijn: 1.complexeren 2. cosolvents 3. emulsies 4.microemulsies 5.micellen 6. polymerische micellen
7. liposomen 8.zoutvorm 9. prodrug 10.deeltjes verkleinen 11.pwecolation 12. solid state alternation. 13. formuleren van goed in olie oplosbare gm in vloeibare formulering. 14. solid dispersion. leg ze allemaal uit.

A
  1. complexeren: GOED WATEROPLOSBARE VERBINDINGEN zoals cyclodextrinen kunnen een complex vormen met een slecht wateroplosbare geneesmiddel.
  2. coslovents: er wordt een met water mengbare ORGANISCH oplosmiddel gebruikt dat de oplosbaarheid van de slecht wateroplosbare geneesmiddelen vergroot.
  3. emulsies: bestaan uit de onmengbare oliefase en waterfase dat gestabiliseerd wordt mbv een emulgator of een oppervlakteactieve stof.
  4. micro-emulsies: heeft een druppeldiameter van 6-80 nm en is visueel transparant. het bestaat voor 2-20% uit olie. anders dan de gewone emulsies worden micro-emulsies na mengen met weinig mechanische energie gevormd.
  5. micellen: aantal moleculen van een oppervlakte-actieve stof in water. de slecht wateroplosbare geneesmiddel heeft affiniteit voor de apolaire gedeelte van de surfactant.
    * CMC: de concentratie surfactanten waarboven micellen spontaan vormen. Wanneer surfactanten aan een oplosmiddel (over het algemeen water) worden toegevoegd zullen ze zich in het begin verdelen over het water-lucht-grensvlak. Wanneer de CMC bereikt wordt zal het toevoegen van meer surfactanten leiden tot een verhoging van het aantal micellen.
  6. polymerische micellen: bij polymerische micellen wordt ipv surfactanten copolymeren gebruikt. het treedt op als gevolg van aantrekkende en afstotende kracht. de afstotende kracht leidit tot voorkomen van de onbeperkte toename van micellen. en de aantrekkende kracht leidt tot verenigen van moleculen.
  7. Liposomen: liposomen zijn vesicles gevormd door fosfolipiden. ze hebben een hydrofobe kop en een hydrofobe staart. de fosfolipiden bestaan uit hydrofiele en hydrofobe compartimenten. de hydrofobe compartimenten kunnen gevuld worden met de slecht wateroplosbare gm.
  8. Zoutvorm: de slecht wateroplosbare geneesmiddelen (een zwakke base of een zwak zuur) kun je combineren met een sterk zuur of sterke base. De zoutvorm die je dan krijgt is dan beter wateroplosbaar.
  9. Prodrug: de prodrug verandert in de actieve vorm. de actieve vorm is dan beter wateroplosbaar.
  10. deeltjesgrootte verkleining: deeltjesverkleing geeft grotere specifieke oppervlakken waardoor de oplossnelheid wordt vergroot.
  11. Percolarion: er wordt gebruik gemaakt van percolation matrix. herbij houdt men rekening met de kritische concentratie van de solubiliseermiddel.
  12. solid state alternation: de slecht wateroplosbare geneesmidde bevat 1 of meer polyvorme vormen. je selecteert dan 1 van deze vormen die de hoogste oplosbaarheid heeft. hierdoor wordt de oplosbaarheid van de slecht wateroplosbare geneesmiddel verbeterd.
  13. formuleren van de goed in olie oplosbare geneesmiddel in een vloeibare formulering: dit wordt gedaan als de slecht wateroplosbare geneesmiddel wel goed in olie kan oplossen. het gm wordt dan in een zachte gelatinecapsule gebracht. hiermee wordt de oplosbaarheid van de slecht wateroplosbare gm verhoogd.
  14. solid dispersion: de slecht wateroplosbare gm wordt gedispergeerd in inerte, goed wateroplosbare carrier of matrixen, hetzij moleculair of als fijne deeltjes. na het oplossen van de carrier wordt het gm als fijne deeltjes afgegeven. het gm komt dan in een oververzadigde oplossing vrij. dergelijke preparaat geeft dan een systeem vergelijkbaar met een moleculaire oplossing nadat de carrier is opgelost. Het oplossnelheid van de carrier is de snelheidbeperkende stap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem de 5 voordelen van een solid dispersion.

A

voordelen van een solid dispersion:

  1. de kristallijne structuur wordt vervangen met een amorf structuur.
  2. de lokale oplosbaarheid en bevochtiging van de slecht wateroplobare gm wordt verbeterd.
  3. functionele groepen van de carrier vormen een interactie met het gm.
  4. de Tg van de solid dispersion mengesel wordt verhoogd.
  5. je hebt te maken met een oververzadigde oplossing. hierdoor wordt de precipitatie/neerslag van het gm geremd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem de 5 klassificaties van een solid dispersion.

A

4 klassificaties van een solid dispersion:

  1. eutectisch mengsel: eutectisch mengsel is een mengsel van stoffen waarvan het smeltpunt (veel) lager ligt dan dat van de smeltpunten van de bestanddelen afzonderlijk. een eutectisch mengsel bestaat uit een KRISTALLIJN CARRIER EN KRISTALLIJN GM. deze twee componenten kristalliseren gelijktijdig uit tot ZEER KLEINE DEELTJES. dit zorgt voor de toename van de specifieke opp. waardoor de oplossnelheid van de slecht wateroplobare gm toeneemt.
  2. solid solutions: KRISTALLIJN CARRIER EN KRISTALLIJN GM zijn gekristalliseerd tot 1 fase. deeltjes zijn tot moleculair niveau verkleind omdat je over een oplossing hebt en de DISSOLUTIE VAN HET GM VINDT IN DE MATRIX PLAATS. hierdoor hebben solid solutions een hogere dissolutiesnelheid dan de eutectische mengsels.
  3. glass solutions: homogeen, de carrier heeft een glasachtig vorm. het geneesmiddel wordt in de carrier gesolubiliseerd.
  4. Complexeren (Compound or complex formation).
  5. amorf precipitation: het geneesmiddel precipiteert tot zijn amorfe vorm in de carrier, waardoor de dissolutie wordt verhoogd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg de smeltmethode uit.

A

de carrier wordt verwarmd => gm wordt in matrix gebracht => afgekoeld onder constant roeren om zo het gm homogeen door de matrix te dispergeren => deeltjes verkleind waardoor je een moleculair disperdie van het gm in carrier krijgt. => hoge dissolutiesnelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er als de oplosbaarheid van het gm niet zo hoog is?

A

als de oplosbaarheid van het gm niet zo hoog is dan zullen de KRISTALLIETEN VAN HET GM IN DE MATRIX DISPERGEREN waardoor de dissolutiesnelheid niet zo hoog is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom wordt bij solid dispersions het gm in de amorfe vorm omgezet?

A

bij solid dispersions wordt het gm in de amorfe vorm omgezet om de dissolutiesnelheid en oplosbaarheid te laten toenemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het voordeel van de solubiliserend effect van de hydrofiele carrier?

A

door de solubiliserende effect van de hydrofiele carrier is de verbeterig van de bevochtiging en de verkleining van de omvang van de hydrofobe oppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem een nadeel van de smeltmethode/fusion methode ?

A
  • een nadeel van de smeltmethode/fusion methode de hoge temperatuur dat nodig is. de hoge temp is nodig omdat de carrier pas bij hoog temperatuur smelt. dit is ongunstig voor warmtegevoelige gmen.
  • verandering van de eigenschap van het polymeer, dit heeft invloed op de dissolutiesnelheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

noem voordelen van smeltmethode.

A

voordelen vd smeltmethode:

  1. geschikt voor gmen en carriers die in hun gesmolten staat mengbaar zijn.
  2. veel batches binnen een korte tijd te maken.
  3. componenten kunnen gebruikt worden die geen significante thermische degradatie ondergaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Om de ontleding tot een acceptabele niveau te brengen moet men de smelttemperatuur net … de smeltpunt van de component met de … smeltpunt nemen.

De temperatuur waarbij de dispersie … heeft invloed op de … en kan de grootte van de … of de … van de dispersie veranderen.

Dit kan resulteren in een .. of … en onhandelbaar dispersies, waarbij … bij verhoogd temperatuur vereist is om de verharding te vergemakkelijken.

A

Om de ontleding tot een acceptabele niveau te brengen moet men de smelttemperatuur net boven de smeltpunt van de component met de hoogste smeltpunt nemen. De temperatuur waarbij de dispersie stolt/verhardt heeft invloed op de kristalisatiesnelheden en kan de grootte van de kristallen of de hardheid van de dispersie veranderen. Dit kan resulteren in een kleverig of glazig en onhandelbaar dispersies, waarbij opslag bij verhoogd temperatuur vereist is om de verharding te vergemakkelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leg de solvent methode uit.

A

de carrier en he gm worden opgelost in een geschikt oplosmiddel=>oplosmiddel verdampt bij verhogen van temp onder vacuum=> na verdwijnen van het oplosmiddel zal oververzadigng optreden gevolgd door precipitatie van het vast residue => het vast residue wordt gedroogd onder vacuum om de nog resterdende oplosmiddelresten te verwijderen. er blijft nog altijd wel wat achter van het oplosmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het nadeel van het overblijven van de oplosmiddelresten?

A

het achterblijven van oplosmiddelresten is ongewenst omdat het om organische of toxische oplosmiddelen gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke zeer gevoelige technieken worden gebruikt om de volledige verwijdering van het oplosmiddel.

A

de zeer gevoelige technieken die worden gebruikt om de volledige verwijdering van het oplosmiddel te bepalen zijn:

differential scanning calorimetry (DSC), differential thermal analysis (DTA), thermogravimetric analysis (TGA).

17
Q

waarop is de keuze van het oplosmiddel gebasseerd?

A

de keuze van het oplosmiddel is gebasseerd op:

of je het oplosmiddel snel kunt verwijderen.

18
Q

je hebt bij solid dispersions een hydrofiel carrier en een hydrofoob geneesmiddel. Het is daarom lastig om snel een geschikt … te kiezen.

En bepaalde oplosmiddelen … (kneedbaar maken) de
… waardoor de hun … nog meer bemoeilijkt wordt.

Daarnaast is het zorgvuldig controleren van de … en de … van … van het … essentieel bij het controleren van de … van het geneesmiddel.

A

je hebt bij solid dispersions een hydrofiel carrier en een hydrofoob geneesmiddel. Het is daarom lastig om snel een geschikt oplosmiddel te kiezen.

En bepaalde oplosmiddelen plasticeren (kneedbaar maken) de polymere carriers waardoor de hun volledige verwijdering nog meer bemoeilijkt wordt.

Daarnaast is het zorgvuldig controleren van de temperatuur en de snelheid van verdamping van het oplosmiddel essentieel bij het controleren van de deeltjesgrootte van het geneesmiddel.

19
Q

wat is een voordeel van de solvent methode?

A

een voordeel van de solvent methode is dat het geschikt is voor thermolabiele gmen. omdat bij de solvent methode lage temperaturen en drukken worden gebruikt bij verdampen van het oplosmiddel.

20
Q

op welke manier kan je het oplosmiddel VERDAMPEN bij waterige systemen? en wat is het voordeel hiervan?

A

bij waterige systemen kun je het oplosmiddel verwijderen door zeer lage temperaturen (vriezen) te gebruiken om het oplosmiddel te laten verdampen.

het voordeel van het gebruik van zeer lage temperaturen om het oplosmiddel te verdampen is het behoud van de integriteit van het gm.

21
Q

wat zijn de nadelen van de solvent methode? (4)

A

nadelen van de solvet methode:

  1. omdat je een slecht wateroplosbaar gm en een goed wateroplosbaar carrier hebt is het lastig om een geschikt oplosmiddel te vinden waarin zowel je gm als de carrier in oplossen.
  2. het gm bestaat uit verschillende polyvorme vormen. het gebruik van een bepaald oplosmiddel bepaalt met welk polyvorme vorm je te maken hebt. de polyvorme vormen verschillen van elkaar in hun oplossnelheid. dus de keuze van de oplosmiddel heeft invloed op de dissolutiesnelheid.
  3. sommige oplosmiddelen plasticficeren polymeren waardoor het compleet verwijderen van het oplosmiddel bemoeilijkt wordt.
  4. er wordt soms een groot volume aan oplosmiddel gebruikt.
22
Q

leg de fusion-solvent methode uit. en voor welke gmen is de solvent methode vooral geschikt?

A

de fusion solvent method is een combi van de smeltmethode en de solvent methode. de carrier wordt gesmolten en het gm wordt als oplossing genomen.

de carrier moet zijn vaste vorm behouden en daarnaast ook vloeistof vast kunnen houden.

de solvent methode is vooral geschikt voor gmen die een hoog smeltpunt hebben of die thermolabiel zijn.

23
Q

leg spray, een onderdeel van de solvent methode, drying uit.

A

bij spray drying worden het gm en de carrier opgelost of gesuspendeerd in een geschikt oplosmiddel=> oplosmiddel verdampt oiv een verwarmd luchtstroom.

24
Q

leg Lyophilization (spray freeze drying (SFD) method), een onderdeel van de solvent methode, uit. en wat is een voordelen van deze methode.

A

bij de Lyophilization (spray freeze drying (SFD) method) wordt niet verwarmd en is dus gunstig voor thermolabiele gmen, er wordt gebruik gemaakt van de omgevingstemp.

bij SFD wordt een gemicroniseerd poeder verkregen en dit wordt gedroogd.

naast het niet gebruiken van hoge temperaturen is de amorfe structuur die gebruikt wordt een ander voordeel van de SFD methode.

25
Q

leg Hot-melt extrusion uit.

A

bij Hot-melt extrusion wordt het geneesmiddel en carrier bij een constante snelheid in een VERWARMD CILINDER VAN DE EXTRUDER gebracht => het mengsel van het geneesmiddel en carrier wordt vervolgens verplaatst langs de VERWARMDE EXTRUDER SCHROEVEN =>je krijgt een vloeibare consistentie waardoor homogener gemengd kan worden.

26
Q

wat is he voordeel van de hot-melt extrusion?

A

een voordeel van de hot-melt extrusion is dat het geneemiddel en de carrier voor slechts een minuut aan verhoogd temperatuur worden blootgesteld. Dit geeft de mogelijkheid om de thermolabiele geneesmiddelen te bewerken.

27
Q

leg de electrostatic spinning method uit.

A

bij de electrostatic spinning method worden de geneesmiddelmoleculen random in een POLYMEERVERZEL MATRIX gevroren. => je krijgt een vloeibare consistentie. dit is handig voor het tegengaan van fasescheiding, herkristalisatie van gm of matrix tijdens verwijderen van het oplosmiddel.

28
Q

leg de Supercritical fluid technology (SCFT) uit.

A

zeer fijne geneesmiddel deeltjes verkregen. Het geneesmiddel en de carrier worden in een gemeenschappelijk oplosmiddel opgelost => wordt het via een mondstuk in een vat (particle formation vessel/deeltjesvormingsvessel) gebracht waarin ook tegelijkertijd CO2 aanwezig is => oplosmiddel wordt door het supercritical fluid (methanol, ethanol, supercritical fluid CO2 (SC-CO2),water, stikstofoxide, ethaan, propaan, n-hexaan, ammonia 18) geextraheerd => precipitatie van de solid dispersion deeltjes op de wanden en bodem van het vat.

29
Q

waarom is SC-CO2 zo populair als een SCF?

A

SC-CO2 is 1.veiliger, 2.goedkoper, 3.makkelijk verkrijgbaar 4.goede vervanger voor de andere oplosmiddelen die gevaarlijk of toxisch zij 4.kan bij verschillende verbindingen gebruikt worden.

30
Q

leg Coating on sugar beads, using fluidized bed-coating system uit.

A

oplossing met het geneesmiddel wordt gesproeid op een granulaire oppervlak van hulpstoffen of suikerparels. Deze methode kan toegepast worden bij gecontroleerd en immediate-release solid dispersions.

31
Q

de methoden voor het karakteriseren van solid disperions zijn: 1: differential scanning calorimetry (DSC). 2:Powder X-ray Diffraction (XRD). 3: microscopische onderzoeken. 4: FTIR. 5: Dissolution rate determination.
leg ze alle 5 kort uit.

A

1: differential scanning calorimetry (DSC) is een THERMOANALYTISCH techniek. Geeft informatie over SMELTENDOTHERMEN en GLASOVERGANGEN (glass transitions).
2: Powder X-ray Diffraction (XRD). Kwalitatief. Je kunt kijken of je met KRISTALLIJN materiaal te maken hebt.
3: microscopische onderzoeken. Met gepolariseerd licht kan men de NUCLEATIE en KRISTALGOEI KINETIEK onderzoeken. Gepolariseerd licht microscoop methode is gevoeliger dan DSC of XRD bij het detecteren van de OMZETTING VAN AMORF NAAR KRISTALLIJN geneesmiddel.
4: FTIR: gebruikt voor detecteren van de polymeer-geneesmiddel interacties.
5: Dissolution rate determination. Meet de MATE VAN DISSOLUTIE dat afhankelijk is van de KRISTALLINITEIT van het monster. De dissolutie van kristallijn materiaal is endotherm (proces waarvoor energie nodig (endo) is) en amorf EXOTHERM (proces waarbij energie wordt vrijgemaakt (exo)).

32
Q

Naast solid dispersies zijn er ook nog andere methoden om de dissolutie van slecht wateroplosbare geneesmiddelen te verbeteren. De oplosbaarheid, bevochtiging en de BB wordt ook verbeterd. Je hebt naast Noem de methoden bij naam.

A
  1. solid dispersion.
  2. deeltjesgrootte verkleining (micronisatie), 3.complexering,
  3. pro-drug,
  4. cosolvents,
  5. (micro)emulsies,
  6. micellen,
  7. polymerische micellen,
  8. liposomen,
  9. percolation (solubiliseren),
  10. soft gel technologie
  11. solid state alternation (het kiezen van de polyvorme vorm van een geneesmiddel met de hoogste oplosbaarheid).