les 8. Farmacologie Flashcards
wat is een antimicrobieel gm?
elk gm dat een micro-organisme als aangrijpingspunt heeft
2 subvormen van antiparasitaire gm =
- antihelmintica
2. antiprotozoaire gm
kenmerken bacteriën (3) =
- 1-celligen
- geen mitochondriën, kern, ER of golgi-app.
- wel DNA
commensalen =
bacteriën die in & op ons lichaam leven maar onschadelijk zijn, soms zelfs nuttig doordat ze ziekteverwekkende bacteriën wegconcurreren.
pathogenen =
ziekteverwekkende bacteriën
bv e.coli, c. difficile
opportunistische pathogenen =
onder normale omstandigheden niet pathogeen, maar bij verminderde afweer wel
(ziekte, immuunsuppressivia)
bacteriën indeling naar celwand =
- gram-negatieven
2. gram- positieven (meeste bacteriën)
gram-negatieven vs gram-positieven =
gram-positieven -> dikkere laag peptidoglycanen (=dikkere celwand)
(+ paars, - roze)
transpeptidase (3) =
= bacterieel enzyme
= aangrijpingspunt voor AB als penicilinen !
= produceert peptidoglycanen !
zijn gram- of gram+ bacteriën resistenter tegen AB en waarom?
- > gram-negatieven zijn resistenter
- > vanwege complexere celwand; gm kunnen moeilijker intracellulaire komen
bacteriën, indeling naar zuurstofbehoefte (3) =
- äeroben (zuurstof nodig)
- anäeroben (zuurstofvrije omgeving nodig)
- facultatieve anäeroben (metabolisme afhankelijk van zuurstofrijke omgeving of niet)
bacteriën, indeling naar vorm (4)
- bacillen
- coccen
- spirillen
- vibrio’s
β-lactam AB =
antibacteriële gm die aangrijpen op de celwand
welke antibacteriële gm grijpen aan op de celwand?
β-lactam AB
wat kun je zeggen over de moleculaire structuur van β-lactam?
bevatten een β-lactam ring (plaatje)
bv penicilines= amoxiciline, cefalosporines
wat is een probleem/nadeel van antimicrobiele gm?
resistentie=
bacteriën kunnen gemakkelijk mutatie ondergaan & resistent worden tegen AB en daarna enkel resistente bacteriën produceren = resistente kolonies
op welke 2 manieren kunnen bacteriën een mens ziek maken =
- bacteriën die ziekmakende toxines produceren
2. bacteriën die celwanden hebben die mensen ziek kunnen maken
clavulaanzuur =
= AB/ gm
= blokkeert β-lactamase (daarom toegevoegd aan amoxiciline)
hoe werken gm die aangrijpen op ribosomen?
- grijpt aan op ribosomen van bacterie
- voorkomt dat bacterie eiwitten aanmaakt
- voorkomt replicatie v bacterie
(tetracyclinen, erhythromycine)
geef een voorbeeld van een bacterie wat zeer resistent is aan externe invloeden / gm
c. difficile
wanneer commensalen in darmen wegvallen : ontsteking vh darmkanaal
hoe werken gm die aangrijpen op transpeptidasen?
- gm grijpt aan op transpeptidase
- deze kan nu geen peptidoglycaanlaag (celwand) meer produceren
- voorkomt replicatie v bacterie
bacteriostatisch middelen =
voorkomen dat bacteriën zich vermenigvuldigen
bactericide middelen =
bacterie-dodend
fluorochinolonen =
= AB gm
= remmen topo-isomerase-II (ontrollen DNA keten)
= voorkomen celding en EW synthese
metrodinazol =
= AB gm
= wordt specifiek in anäerobe cellen geactiveerd & verstoort DNA replicatie
= bij ANUG & tandabcessen (en protozoa)
profylaxe =
= voorkomt hechting en aangroei van mo op een kwetsbare plaats voor infecties (locus minorus)
= 6-24 uur durende bescherming tegen infecties op afstand
hoe wordt AB proyflaxe bij voorkeur gebruikt? =
- 1 uur voor behandeling mee begonnen, (max 2u)
locus minorus resistentiae =
kwetsbare plaats voor infecties
welke patienten komen in aanmerking voor profylaxe?
patiënten bij wie de afweer is aangetast
infectieuze endocarditis (IE)=
= infectie vd binnenkant vh hart en/of hartkleppen
= moeilijk te behandelen