les 1. Pijn Flashcards
definitie pijn
een onaangename sensorische en emotionele gewaarwording, geassocieerd met werkelijke of potentiële weefselbeschadiging of beschreven in termen van dergelijke beschadiging.
waarom is pijn altijd subjectief?
ieder individu leert het woord pijn te gebruiken o.b.v. (eigen )ervaringen met weefselschade vroeg in het leven
–> prikkel = objectief, pijn=subjectief
wat is een misvatting van pijn?
dat pijn vervelend is en bestreden moet worden.
- -> Voor sommige mensen is pijn niet onaangenaam; endorfines
- -> waarschuwingssysteem
pijn activeert:
beschermende mechanismen en reflexen.
waar zorgt emotionele gewaarwording bij pijn voor?
survival drang
wat kun je zeggen over de relatie tussen pijn en weefelschade?
Deze is niet altijd even duidelijk of soms geheel afwezig.
congenitale analgesie =
aandoening waarbij mensen ongevoelig zijn voor pijn
wat is met relatie tot pijn een mogelijk gevolg van stress?
stress kan een verstoring in het pijnsyssteem veroorzaken (bijv. tijdelijke verlamming)
wat kun je zeggen over de relatie tussen pijn en geslacht?
mannen en vrouwen ervaren een andere pijnzin, vanwege o.a. andere activatiepatronen in de hersenen.
(Vrouwen ervaren statisch gezien meer en vaker pijn dan mannen).
pijn en rassen
andere pijnbeleving en expressie tussen verschillende rassen
wat zijn nadelen bij onderzoek naar pijn? (3)
- selectiebias
- meetvariabelen
- chronische pijnpatiënten = geen homogene groep
selectiebias:
mensen zoeken die pijn hebben voor onderzoek
sensitiseren=
gevoeliger maken
wat is een mogelijk gevolg wanneer langdurige pijn ineens wegzakt?
mogelijk depressie
somatische =
lichamelijk, met betrekking tot het lichaam
tegenovergestelde van neuropathische pijn
neuropathisch=
met betrekking tot de zenuwen
wat wordt er bedoelt met pijn als waarschuwingssysteem?
pijn is nodig om verdere schade te vermijden
wat kàn er gebeuren wanneer een prikkeling te lang aanwezig is?
somatische pijn kan overgaan in neuropathische pijn
factoren die schade aan weefsels kunnen veroorzaken (4)
1 mechanisch
2 thermisch
3 chemisch
4 infecteus
nociceptor =
zenuwuiteinde dat gespecialiseerd is in het waarnemen van prikkels die een schadelijke invloed op een organisme kunnen hebben
oorzaak schade aan somatische weefsels =
prikkeling v nociceptoren
hyperalgesie=
=overgevoeligheid voor prikkels die normaal pijn veroorzaken
=overgevoelige pijnzin
(bv herpes zoster, trigeminusneuralgie)
hyperesthesie=
overgevoeligheid voor sensibele prikkels
(=kleine (pijn)prikkel wordt ervaren als hevige pijnprikkel) bv aaien over huid
analgesie=
opgeheven pijnzin (bv dwarslaesie –> decubitus)
zintuig prikkel
zintuig geeft betekenis/zin aan prikkels
pijnzin=
=systeem dat prikkel om kan zetten in bewuste sensatie
=alarmsyssteem: waarschuwt voor schade om verder
schade te voorkomen
+ heeft belangrijke invloed op ontwikkeling vd motoriek
intacte pijnzin=
intacte relatie tussen de prikkel en de sensatie. Schadelijke prikkels worden als pijn waargenomen
doel v pijn=
gedragsverandering (anders bewegen, rusten)
er is pijn aanwezig dus de pijnzin is intact?
Nee. Pijn kan er ook zijn wanneer de pijnzin opgeheven is. (anaesthesia dolorosa)
(gebied dat gevoelloos is, is niet perce pijnloos)
5 voorbeelden pijnsydnromen zonder weefselschade:
- rugpijn
- bekkenpijn
- fibromyalgie
- tirgeminusneuralgie
- fantoompijn
fibromyalgie=
pijn afkomstig van de spierweefsels/bindweefsels
trigeminusneuralgie=
aandoening met hevige pijnsensaties bij aangezichtsprikkels
neurogene pijn=
pijn door afwijking vh zenuwstelsel
adaptatie=
aanpassen vh houding door pijn (niet zomaar verstoren door pijnstillers)
nociceptieve pijn=
pijn als gevolg van schadelijke prikkel
maladaptief=
= wanneer het lichaam zich niet meer aanpast aan de pijn (gedag slecht aangepast aan omstandigheden):
- -> houding, beweging.
- ->pijn bestrijden wanneer deze maladaptief wordt
hypalgesie=
verminderde pijnzin (diabetes, pijnstillers)
samenhang tussen motoriek & sensoriek (3)=
- waarneming leidt tot motoriek
- motoriek leidt tot waarneming
- pijn en motoriek hangen ook samen