les 5. Oncologie Flashcards
waar dient rekening mee gehouden te worden met chirurgische behandelingen (3)?
- anatomische grenzen
- cosmetische effecten
- ervaring
verklaar ‘anatomische grenzen’ tijdens chirurgie
best zo groot mogelijke marge, kan kleiner gehouden worden met adjuvante (aanvullende) therapie
verklaar ‘cosmetische effecten’ naar chirurgie
juiste balans tussen krappe excisie en verminking
verklaar ‘ervaring’ naar chirurgie
–> dunne tumoruitlopertjes in aangrenzend weefselgebied
wat houdt ‘iatrogene metastase’ in?
gevaar voor loskomen v tumorcellen tijdens behandeling
7 chirurgische technieken
- open chirurgie
- cryochirurgie
- elektrocoagulatie
- lasercoagulatie
- radio frequent ablasion
- minimaal invasieve chirurgie
- robotchirurgie
therapiekeuze afhankelijk van (7)
- type tumor
- locatie tumor
- eigenschappen tumor
- mate v ingroei in omliggende weefsels
- conditie vd patient
- levenskwaliteit na ingreep
- wensen vd patient
diagnostische & stadiëringschirurgie =
= voor histologisch/cytologisch onderzoek (classificatie)
preventieve chirurgie =
= in voorstadium ingrijpen
curatieve chirurgie =
= tumor volledig verwijderen zonder continuïteit van kwaadaardig weefsel te onderbreken
palliatieve chirurgie =
doel = tumor verkleinen of tumorcomplicaties reduceren
bv. fixen v wervels
reconstructieve chirurgie =
chirurgie door een plastisch chirurg
chirurgie als hormonale therapie =
ingrijpen in de hormonale huishouding zodat de tumor door veranderd hormonaal milieu in regressie gaat.
bv. hypofysectomie
chirurgie + chemotherapie =
- -> debulking = tumor reduceren
- -> second look= na beh. met cytostatica
chirurgie + radiotherapie =
om proliferatie te verminderen & tumor te verkleinen
–> eerst RT, dan chirurgie
van welke straling wordt gebruik bij radiotherapie?
ioniserende straling
fotonen, e-, p+, n0
werkingsmechanisme radiotherapie =
straling doodt kankercellen via beschadiging van hun genetisch materiaal waardoor ze niet meer kunnen delen en de tumor krimpt.
RT; wat brengt schade toe aan het DNA?
O2-radicalen in de cel ( straling)
waarom moet er voldoende O2 aanwezig zijn in de tumor bij radiotherapie?
omdat de schade aan het DNA hersteld kan worden in hypoxisch weefsel, maar niet in een omgeving met een normale, voldoende zuurstofconcentratie.
therapeutische dosis =
dosis die schade aan tumor veroorzaakt.
tolerantiedosis=
dosis die normale weefsels wordt verdragen zonder schade.
therapeutische breedte=
het verschil tussen de therapeutische dosis en tolerantiedosis.
waarom wordt er bij radiotherapie bestraald uit verschillende richtingen?
om de schade aan de omliggende weefsels zo laag mogelijk te houden
fractionering =
als een kleine dosis bestraling in porties/fracties wordt gegeven op het omliggende weefsel, herstelt dit weefsel zich terug.
teletherapie=
= uitwendige bestraling
= wordt opgewekt mbv lineaire versneller
–> IMRT
IMRT =
intensiteitsgemoduleerde radiotherapie
brachytherapie =
= inwendige straling met gesloten bron
= minder hoge dosis straling in omliggende weefsels dan bij uitwendige RT.
RT; bijwerkingen, wanneer reversiebel/irreversiebel?
- > in snel delend weefsel meestal reversibel (beenmerg, maag-darm etc)
- > in traag delend weefsel meestal irreversibel (longen, nier, hersenen)
RT, bijwerkingen thv de mond =
-korte termijn = aantasting mondslijmvlies, sp.klieren,
(mucositis, xerostomie)
-lange termijn = speekselklieren. (xerostomie, slikproblemen, caries, infecties etc)
+ osteoradionecrose
chemotherapie =
behandelingen met geneesmiddelen die cytostatisch of cytotoxisch effect hebben op prolifererende kankercellen
werkingsmechanisme chemotherapie=
- directe beschadiging van DNA
- indirecte beschadiging v enzymsystemen
- -> werkt vooral op sneldelende cellen
herkomst van cytostatica (3)
- gifstoffen uit planten/schimmels
- dierlijke herkomst
- synthetische stoffen