L6 werkboek: Functioneel daderschap en daderschap van rechtspersonen Flashcards

1
Q

Wat is de kern van het Ijzerdraadarrest?

A

HR 23-02-1954, NJ 1954, 378 IJzerdraad
Casus
Een eigenaar van een klein exportbedrijf � een eenmanszaak � werd vervolgd ter zake van een overtreding van het Deviezenbesluit 1945, omdat de aanvraag voor een exportvergunning voor ijzerdraad naar Finland valse gegevens bevatte.

De kern van de tenlastelegging aan de verdachte hield in dat hij ten behoeve van zijn exportbedrijf telkens ter verkrijging van een vergunning op een daartoe bestemd formulier via X (exportmanager tevens chef-inkoper bij dat bedrijf) valse gegevens had ingevuld en dat formulier met een stempel van het bedrijf en de handtekening van de exportmanager aan de centrale Dienst van In- en uitvoer had doen toekomen en vervolgens met de verkregen vergunning ruim 90 ton ijzerdraad naar Finland had uitgevoerd.

Het centrale verweer van de verdachte was dat hij niet zelf had ingevuld, doen toekomen en uitgevoerd.
Essentie
In dit arrest formuleerde de Hoge Raad de IJzerdraad-criteria: beschikkingsmacht over en aanvaarding van het verboden fysieke gedrag van een ander.

Functioneel daderschap in de zin van het IJzerdraad-arrest betreft het toerekenen van handelingen van derden aan de verantwoordelijke, aan de functionaris die de gebeurtenis in zijn macht heeft. Nauw met elkaar verbonden zijn hierbij steeds de interpretatie van de delictsgedraging (wat betekent bijvoorbeeld invullen of uitvoeren?) en de specifieke vraag naar daderschap in een bepaald geval. Voor het eigen daderschap van de functioneel dader staat het fysieke, waarneembare niet voorop, andere criteria (beschikkingsmacht en een vorm van aanvaarding) staan centraal.

Nota bene
Zoals is gebleken stelt de Hoge Raad dat de IJzerdraad-criteria, die weliswaar zijn ontwikkeld �met het oog op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een natuurlijk persoon voor een gedraging van een andere natuurlijke persoon�, in voorkomende gevallen tevens kunnen fungeren �als maatstaven voor de toerekening van een gedraging van een natuurlijk persoon aan een rechtspersoon�. Bij toepassing van de IJzerdraad-criteria gaat het dus kennelijk eveneens om de vraag of de rechtspersoon aansprakelijk is voor gedragingen, verricht door een ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de kern van Slavenburg II arrest?

A

HR 16-12-1986, NJ 1987, 321 Slavenburg II
Casus
Het betrof in dit arrest een groot aantal gevallen van valsheid in geschrifte, gepleegd door een rechtspersoon, waarbij de verdachte feitelijk leiding zou hebben gegeven aan de verboden gedragingen.
De HR bepaald dat er sprake is van feitelijk leidinggeven indien: de betreffende functionaris, hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden maatregelen ter voorkoming van deze gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze verboden gedragingen zich zullen voordoen.
In deze situatie wordt de functionaris geacht opzettelijk de verboden gedragingen te bevorderen. Deze kunnen zich al voordoen als ze aan de verdachte bekend zijn.
Essentie
De cruciale rechtsoverwegingen: 5.1.1. en 5.1.2.

R.o. 5.1.1 Van feitelijk leidinggeven aan verboden gedragingen kan onder omstandigheden sprake zijn indien de betreffende functionaris �- hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden - maatregelen ter voorkoming van deze gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedragingen zich zullen voordoen�. In deze situatie wordt de functionaris geacht opzettelijk de verboden gedragingen te bevorderen.

R.o. 5.1.2 ‘De bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans als onder 5.1.1. bedoeld kan zich te dezen voordoen, indien hetgeen de verdachte bekend was omtrent het begaan van strafbare feiten door de bank rechtstreeks verband hield met de in de kennisgeving van verdere vervolging omschreven verboden gedragingen.’

Noot

t Hart situeert de onderhavige beschikking in de context van de tot dan toe gewezen arresten en beschikkingen inzake het (functioneel) daderschap van rechtspersonen. Met name in opmerking 4 gaat de annotator in concreto in op de gewezen beschikking. Tot slot vermeldt de annotator in opmerking 5 de diverse meningen van prominente straf juristen, zoals de mening van Prof. Mr. J. Remmelink, (A-G HR) Hij beschouwt de strafbaarstelling van het feitelijk leidinggeven als een pure aansprakelijkheidsstelling los van daderschap en deelneming. De mening van mr. R.A. Torringa is anders en luidt dat het opdracht - of feitelijk leidinggeven als een voorwaarde voor de vervolgbaarheid moet worden gezien. In de opvatting van mr. Th.W. van Veen is feitelijk leidinggeven een pseudodaderschap, een eigensoortige deelnemingsvorm, waarbij de deelneminghandeling uit het opdracht - of feitelijk leidinggeven bestaat. t Hart memoreert ook; zijn opvatting: feitelijk leidinggeven moet worden beschouwd als een deelnemingsvorm sui generis. Centraal staat het gedrag van de feitelijk leidinggever zelf, dat in samenhang met een strafbare gedraging van de rechtspersoon een strafbaar feit oplevert, en waarin het gaat om een eigen specifiek verwijt dat niet hoeft samen te vallen met het verwijt dat de rechtspersoon treft.

Met andere woorden: alleen schuld volstaat niet, de nalatigheid moet gepaard gaan met ten minste voorwaardelijk opzet ten aanzien van de verboden gedragingen. Zie hiervoor het arrest Hof ‘s-Gravenhage 02-12-1987, Vrijspraak Piet Slavenburg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de kern van het vliebasis Volkel arrest?

A

HR 25-01-1994, NJ 1994, 598 Vliegbasis Volkel
Casus
Er was een hoeveelheid kerosine uit een brandstofopslagtank in de grond terechtgekomen. De Staat (in het bijzonder het ministerie van Defensie) die verantwoordelijk is voor wat er gebeurt op de vliegbasis werd vervolgd wegens overtreding van de Wet Bodembescherming.

Aan de orde is de vraag of een publiekrechtelijk rechtspersoon, hier de Staat, vervolgd kan worden ter zake een strafbaar feit gepleegd bij de uitvoering van een hem toebedeelde overheidstaak, in casu de defensietaak.

Met betrekking tot de vervolgbaarheid van een decentraal openbaar lichaam kunnen 3 criteria worden gegeven:

  1. het moet gaan om een openbaar lichaam in de zin van hoofdstuk 7 Gw (subjectcriterium - o.a. te vinden RU Groningen-arrest);
  2. er moet sprake zijn van een overheidstaak (taakcriterium - o.a. in Tilburgse Verkeersdrempelarrest);
  3. het moet handelen om een overheidstaak die uitsluitend door de overheid kan worden uitgevoerd (exclusiviteitelement van het taakcriterium - Tweede Pikmeer-arrest).

Indien deze vragen allen bevestigend kunnen worden beantwoord, dan is het overheidsorgaan niet vervolgbaar.
Essentie
Voor wat betreft de centrale overheid is in het Volkel-arrest bepaald dat deze niet vervolgd kan worden. De feitelijke opdrachtgevers of leidinggevers zijn op hun beurt niet vervolgbaar omdat deze nauw verbonden zijn met de vervolgbaarheid van de rechtspersoon, de Staat. Dit laatste is door de Hoge Raad bepaald in het Eerste Pikmeer-arrest. De reden dat de Staat niet vervolgd kan worden is omdat handelingen van de Staat geacht moeten worden te strekken tot behartiging van het algemeen belang. Ministers e staatssecretarissen zijn politieke verantwoording schuldig aan het parlement. Tevens kunnen zij ter zake van ambtsmisdrijven strafrechtelijk worden vervolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de kern van Pikmeer I arrest?

A

HR 23-04-1996, NJ 1996, 513 Pikmeer I
Casus
In de gemeente Boarnsterhim had een privaatrechtelijke rechtspersoon in opdracht van het hoofd van een afdeling binnen de gemeente vervuild slib gehaald uit een in de buurt gelegen vaart. Vervolgens werd deze vervuilde slib gestort in het Pikmeer. De gemeente had hiervoor geen vergunning verleend.
Essentie
De HR oordeelde dat vervolging van publiekrechtelijke rechtspersonen uitgesloten is indien dergelijke rechtspersonen een strafbaar feit plegen in het kader van de uitvoering van een aan hen opgedragen overheidstaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de kern van het Pikmeer II arrest?

A

HR 06-01-1998, NJ 1998, 367 Pikmeer II
Casus
In dit arrest is de strafrechtelijke immuniteit beperkt.

De HR oordeelde dat vervolging van alleen is uitgesloten als �de desbetreffende gedragingen naar haar aard en gelet op het wettelijk systeem rechtens niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen worden verricht in het kader van de uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak, zodat uitgesloten is dat derden in zoverre op gelijke voet als het openbaar lichaam aan het maatschappelijk verkeer deelnemen�.
Essentie
Dit betekent dat de publiekrechtelijke rechtspersonen alleen dan niet kunnen worden vervolgd als het gaat om de uitvoering van een specifieke overheidstaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de kern van het Kabeljauw arrest?

A

HR 01-07-1981, NJ 1982, 80 Kabeljauw
Casus
Aan een vennootschap onder firma werd verweten dat zij met een bepaald vaartuig ‘de visserij op kabeljauw heeft uitgeoefend’. Dat zou in strijd zijn geweest met de ‘Beschikking Vangstbeperking andere vissoorten dan tong en schol 1978’.
Rechtsvraag
Kan de vennootschap (althans een niet-natuurlijke persoon) een strafbaar feit plegen?
Essentie
De Hoge Raad overwoog over het daderschap van de rechtspersoon:
‘Naar de strekking van voormelde beschikking geschiedt de verboden uitoefening van de visserij niet alleen door de personen die aan boord van het betrokken vissersvaartuig de voor bedoelde uitoefening noodzakelijke handelingen verrichten, maar ook door degene die in zijn hoedanigheid van reder en/of eigenaar van het betrokken vissersvaartuig bewerkstelligt dat met dat vaartuig de visserij in strijd met dat verbod wordt uitgeoefend. Van zodanig bewerkstelligen is sprake indien de vorenbedoelde aan boord van het vissersvaartuig verrichte handelingen zijn aan te merken als gedragingen van de verdachte. Dit zou het geval zijn indien de verdachte erover vermocht te beschikken of die handelingen al dan niet zouden plaatsvinden en deze behoorden tot de zodanige welker plaatsvinden blijkens de feitelijke gang van zaken door de verdachte werd aanvaard of placht te worden aanvaard.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de kern van het Drijfmest arrest?

A

HR 21 oktober 2003, AB 2004, 310 (Drijfmest). Verdachte is rechtspersoon die een stuk grond beheert in opdracht van BV. Op de grond wordt drijfmest aangetroffen. Drijfmestcriteria geven aan wanneer een verboden gedraging een rechtspersoon kan worden aangerekend. Het dient te gaan om een gedraging in de sfeer van rechtspersoon: 1. normale werkzaamheid, 2. dienstig en 3. beschikken/aanvaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de kern van het Papa Blanca arrest?

A

HR 16 juni 1981, NJ 1981, 586 (Papa Blanca) blijkt dat ook personen die formeel niet in dienst zijn van de rechtspersoon, maar feitelijk wel een invloedrijke rol spelen in het beleid, als feitelijk leidinggever in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de kern van het V&D ameublementen arrest?

A

HR 1948 (V en D ameublementen) Chef verkocht eigenmachtig een ameublement tegen een hogere dan de vastgestelde prijs. Hiermee werd een Prijsopdrijvingswet geschonde. V & D had baat van deze daad en daarom werd de rechtspersoon strafbaar geacht. Dit baattrekkingscriterium is daarna niet meer zelfstandig toegepast, wel wordt het critrium als indicator gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de kern van het Bijenkorfarrest?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet de constructie waarbij de gedraging van een natuurlijk persoon strafrechtelijk wordt toegerekend aan een ander natuurlijk persoon?

A

Functioneel daderschap

  • term komt uit de rechtspraak
  • ligt niet vast in de wet
  • lijkt op doen plegen maar het is irrelevant of de onmiddellijke dader strafbaar is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar heeft de wetgever de strafbaarheid van rechtspersonen geregeld?

A

ar 51 Sr

Strafbaarheid van rechtspersonen kan alleen via toerekening (een rechtspersoon zelf kan als entiteit immers niks, het zijn altijd personen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kunnen ook anderen dan de feitelijke pleger normadressant zijn voor delicten uit het WvSr?

A

Ja,

HR zelfs art 289, moord, kan functioneel worden uitgelegd

Twee vragen te beantwoorden:

1) Richt de betreffende delictomschrijving zich tot anderen dan de feitelijke pleger? Zo ja:
2) Is die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon in het concrete geval ook als dader aan te wijzen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Omschrijf de criteria van functioneel daderschap?

A

Aan de hand van de IJzerdraadcriteria kan worden getoetst of er sprake is van functioneel daderschap:

  • Beschikken: sprake moet zijn van een functionele relatie tussen de functionele dader en de feitelijke pleger. De functionele dader moet in staat zijn invloed uit te oefenen op het gedrag van de feitelijke pleger
  • Aanvaarden: het blijkbaar billijken ( een zekere bewustheid dat dergelijke strafbare gedragingen zich voor kunnen doen)
  • Indien sprake is van een doleus(opzet is een bestanddeel) delict: bij de functionele dader moet (voorwaardelijk) opzet bestaan op de gedraging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar is strafbaarheid tegen rechtspersonen geregeld?

A

art 51 Sr

  • maatregelen kunnen zowel tegen de rechtspersoon
  • maatregelen tegen de (leidinggevende) natuurlijke personen van de rechtspersoon
  • de feitelijke pleger
  • combinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het baattrekkingscriterium en is dit een algemeen aanvaard criterium is de jurisprudentie?

A

Baattrekkingscriterium is na V&D arrest niet meer zelfstandig toegepast.

Het lijkt er meer op dat in de omstandigheid dat een rechtspersoon voordeel heeft gehad door het strafbare feit een sterke indicatie zijn dat voldaan is aan het aanvaardingscriterium

17
Q

Omschrijf daderschap van rechstpersonen?

A

Drijfmestarrest: heeft de gedraging plaatsgevonden, dan wel is deze verricht in ‘ de sfeer van de rechtspersoon’?

Antwoord aan de hand van de volgende criteria:

  • het gaat om een functioneel delict
  • het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten beheve van de rechtspersoon
  • de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon (niet alleen de formele maar ook de feietlijke bedrijfsvoering is van belang)
  • de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf (bv voordeel van het strafbaar feit door extra omzet = aanvaardingscriterium)
  • de rechtspersoon vermocht ervover te beschikken of de gedraging als dan niet zou plaats vinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag wordt blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard–> Drijfmest: de vraag of voldaan is aan het aanvaardingscriterium kan worden beantwoord ongeacht de aanwezige bewustheid van de rechtspersoon dat er mogelijk bepaalde strafbare praktijken binnen het bedrijf plaatsvinden; ook het niet betrachten van zorg die redelijkerwijs van de rechtspersoon kan worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging
  • De zgn. IJzerdraadcriteria die in het Kabeljauwarrest ook van toepassing werden verklaard op daderschap van rechtspersonen
  • als het gaat om een opzetdelict: opzet dient te bestaan bij een beleidsbepalend figuur binnen de rechtspersoon (een formeel dienstverband is niet noodzakelijk) –> Bijenkorfarrest
18
Q

Wordt het maatschappelijkverkeerscriterium in het strafrecht aanvaard?

A

Nee, HR heeft dit geen enkele keer toegepast

19
Q

Is er in het Drijfmestarrest een rangorde tussen de criteria?

A

Nee

  • invulling daderschap van rechtspersonen is zeer casuistisch bepaald en de uitkomst hangt af van de omstandigheden van het geval

VOOR TENTAMEN:

of sprake is van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon, kan volgens de HR worden beoordeeld aan de hand van de gegeven criteria. Als aan een of meer criteria voldaan is, is voldaan aan het sfeercriterium –>

Als aan een of meer criteria voldaan is, kan daderschap van de rechtspersoon in principe worden aangenomen

20
Q

is het bij daderschap van rechtspersonen van belang of degene die feitelijk handelden wel of niet strafbaar zijn?

A

Nee, Bijenkorfarrest

Het gaat bij daderschap van rechtspersonen (en bij functioneel daderschap) dan ook om een zelfstandig daderschapsbegrip dat niet afhankelijk moet worden gesteld van de wel of niet strafbaarheid van degenen die feitelijk handelden.

Wel belangrijk: opzet kan slechts worden toegerekend aan een rechtspersoon indien (voorwaardelijk) opzet aanwezig is bij organen of bij natuurlijke personen die feitelijk (een deel van het) beleid van de rechtspersoon bepalen

  • hoeft geen directie te zijn
  • hoeft niet in dienstverband te zijn
21
Q

Wat is nodig voor toerekening van een culpoos delict aan een rechtspersoon?

A

Veelal kan gewezen worden op de bedrijfsvoering.

Nalaten van voldoende controle op de werkzaamheden tbv de rechtspersoon en/of een gebrekkige organisatie zal al snel het vereiste verwijt opleveren.

22
Q

Wat is vereist omtrent feitelijk leidinggeven/opdracht geven?

A
  • feitelijke leidinggever moet bevoegd en redelijkerwijs gehouden zijn om strafbare feiten gepleegd door de rechtspersoon tegen te gaan (beschikken)
  • en heeft ondanks de wetenschap dat deze soortgelijke gedragingenzich voordoen, niets gedaan om deze te verhinderen (aanvaarden). In tegenstelling tot functioneel daderschap van rechtspersonen, is bij dit aanvaardingscriterium wel (voorwaardelijk) opzet vereist.
23
Q

Waarom zie je in de jurisprudentie over art 51Sr niet veel verschil tussen feitelijke leidinggevenden en opdrachtgevers?

A
  1. OM formuleert de tll vaak alternatief
  2. HR is niet al te kieskeurig tav het onderscheid tussen feitelijke leidingever en opdrachtegever –> via art 51 Sr kan iemand als feitelijke leidinggevende strafrechtelijkverantwoordelijkowrden gesteld voor een gdraging die hij zelf heeft verricht; of als opdrachtgever zichzelf een opdracht heeft gegeven een strafbaar feit te begaan
24
Q

Moet een rechtspersoon daadwerkelijk vervolgd worden voorddat een leidinggevende strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld?

A

Ja, volgorde is:

1) Rechtspersoon moet strafbare feit kunnen worden toegerekend –> ook als de rechtspersoon niet meer bestaat (accesoir karakter)
2) Niet noodzakelijk dat de rechtspersoon ook daadwerkelijk vervolgd wordt –> opportuniteitsbeginsel van het OM
3) Als 1 vervuld is, dan kan de feitelijk leidinggevende strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld
4) Als de feitelijke leidinggevende alle bestanddelen van de delictsomschrijving zelf heeft vervuld, dan kan het OM hem rechtstreeks vervolgen als pleger zonder gebruik te maken vande art 51 constructie.–> Bustehoudersarrest

25
Q

In welk arrest heeft de HR helderheid gebracht welke criteria toegepast dienden te worden teneinde tot strafbaarheid van feitelijke leidinggevers te komen en wat is daar de uitkomst van?

A

Slavenburg II

26
Q

Kunnen personen die niet in dienst zijn van de rechtspersoon, maar feitelijk wel een invloedrijke rol hebben gespeeld in het beleid, als feitelijk leidinggever in de zin van art 51 lid 2 Sr worden aangemerkt?

A

Ja,

HR : Papa Blanca arrest

27
Q

Wat is het verschil in het aanvaardingscriterium dat wordt gehanteerd bij:

  • daderschap van rechtspersonen
  • functioneel daderschap
  • aansprakelijkheid van feitelijke leidinggevers?
A

Gelet op de formulering van de hr dient het aanvaardingscriterium bij het vaststellen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van feitelijke leidinggevers zo ingevuld te worden dat (voorwaardelijk) opzet op de telestegelegde of soortgelijke strafbare gedragingen is vereist.

–>

Dit geldt niet voor de andere 2 vormen.

28
Q

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil een feitelijk leidinggevende/opdrachtgever in de zin van artikel 51, lid 2 Sr strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor een strafbare gedraging die iemand anders heeft verricht?

A

Ten eerste moet worden vastgesteld dat de rechstpersoon een strafbaar feit heeft gepleegd. Hierbij is het niet noodzakelijk adt die rechtspersoon ook daadwerkelijk wordt vervolgd.

Is dit het geval dan zal aan de hand van de Ijzerdraad criteria nagegaan moeten worden of de feitelijk leidinggever/opdrachtgever strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld.

Dit is mogelijk indien hij/zij op de hoogte was, dat het strafbare feit (of direct daarmee verband houdende strafbare feiten) binnen de rechtspersoon werden gepleegd en hij/zij, howel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden, niet hiertegen is opgetreden.

29
Q

Is de strekking van het begrip rechtspersoon binnen het privaatrecht dezelfde als in het strafrecht?

A

Nee

Tekst art 51 maakt geen onderscheid tussen privaatrechtelijk en publiekrechtelijke rechtspersonen

MvT: onderscheid naar aard van de gedraging:

Indieneen publiekrechtelijk rechtspersoon een strafbaar feit pleegt binnen een (privaatrechtelijke) ondernemingsactiviteit, welke ook door particulieren kan worden verricht dient het strafrechtelijk instrumentarium in stelling kunnen worden gebracht.

Niet bij een algemene of specifieke overheidstaak

Rest aan jurisprudentie overgelaten.

30
Q

Wat is de positie van daderschap van publiekrechtelijke rechtspersonen?

A
  • De Staat geniet volledige immuniteit en kan dus niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld –> Vliegbasis Volkel arrest
  • Publiekrechtelijk rechtspersonen die tevens openbaar lichaam zijn in de zin van H 7 GW kunnen niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor gedragingen die naar hun aard en gelet op het wettelijk systeem rechtens niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen worden verricht ihkv de uitvoering van een aan het openbare lichaam opgedragen bestuurstaak –> Pikmeer II arrest

Deze rechtspersonen genieten dus beperkte strafrechtelijke immuniteit. Voor alle andere gedragingen (die dus door derden kunnen worden verricht), kunnen deze rechtspersonen wel strafrechtelijk aangesproken worden. als dat het geval is, gelden de criteria van het Drijfmestarrest.

  • Alle andere publiekrechtelijk rechtspersonen kunnen voor alle strafbare fieten strafrechtelijk worden aangesproken. deze genieten dus geen strafrechtelijke immuniteit. aan de hand van de Drijfmest criteria kan bekeken worden of sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid.